In de jaren tachtig van de vorige eeuw schilderde de Amerikaan Max Spoerri (Chicago 1935) een aantal doeken in Noord-Brabant. De werken zijn gemaakt in abstract expressionistische stijl, maar altijd ook met herkenbare details uit de omgeving. Ze blijven het waard getoond te worden.
door JACE van de Ven
“Max heeft besloten zijn werk niet naar the USA te halen. Hij heeft gezegd dat, als jullie het willen, je een van zijn schilderijen mag hebben mits je die zelf ophaalt in Heeze waar ze momenteel in het dorpshuis hangen.” Dat mailde Yvonne Simons (Tilburg 1957) afgelopen november aan Tom America en zijn partner Willemien van Heugten en aan schrijver dezes en zijn vrouw Hetty. Al jaren zijn Max, Yvonne, Willemien, Tom, Hetty en ik bevriend met elkaar.
Tom en Yvonne het langst. In de jaren zeventig zagen zij elkaar in de legendarische Tilburgse disco De Spoel waar ook Henny Vrienten een van de vaste gasten was. Yvonne en Tom waren kunststudenten. In 1978 trok Yvonne als negentienjarige met een beurs naar New York om daar nog een jaar kunstacademie te doen. Ze woont er nog steeds.
Broadway
Binnen een jaar na aankomst leerde zij de tweeëntwintig jaar oudere Max Spoerri kennen en ging ze bij hem wonen in zijn atelier op Broadway. Tegenwoordig is Yvonne directeur van The Netherland-America Foundation, in welke hoedanigheid zij onlangs nog Prinses Margriet en de onvermijdelijke Pieter van Vollenhoven ontving. Niet niks! “Als zij in Nederland gebleven was, was zij nu ongetwijfeld directeur van het Rijksmuseum of zoiets”, denkt Tom America. En dat kan wel eens kloppen, Yvonne had teveel energie voor het Tilburg van 1978. Heel misschien zou zij in het Tilburg van nu kunnen gedijen.
Op een zaterdagochtend in november trokken Willemien, Tom, Hetty en ik naar Heeze. In het dorpshuis herken ik onmiddellijk het werk van Max aan de muren en ik voel een aangename emotie, vooral gevoed door de herinnering. Ik vertel enkele Heezenaren dat dit schilderijen zijn van een Amerikaan, deels abstract weliswaar, maar ook onmiskenbaar Brabants. Het wordt voor kennisgeving aangenomen.
Na ampele twijfel kies ik als herinnering aan Max Spoerri een doek met een compositie waarin een interieur via een abstract spel van kleuren en vormen overgaat in een exterieur, vooral omdat ik er het torentje van Lage Mierde op herken. Het herinnert me aan de wandelingen die ik daar met Max maakte rond 1980. Ik leerde nota bene via hem ons eigen landschap kennen. Hij wees me op de kraaien op de akkers en hoe de zonnestralen die door de bomen vallen, hier en daar groen en bruin oplichten, maar ook geel, blauw of rood. En tot mijn eigen verbazing zag ik dat ook. Als ik tegenwoordig door het bos loop, probeer ik nog zo te kijken als Max. En als dat een momentje lukt, hoor ik nog zijn zich verwonderende stem: “Look that colours. Amazing!”
Positiviteit
Dan tonen Tom en Willemien het schilderij dat zij gekozen hebben. Wauw! Ook hier zie je een interieur overgaan in een exterieur, realisme in abstractie, maar er zit ook emotie in: een kamer in Tilburg, want ik herken de trapgevels van het pand van Monopole, de vroegere wijnkoperij van Verbunt aan de Langestraat. Van het raam in de kamer die is afgebeeld, is het gordijn opengeschoven en ook het venster staat open. Spoerri heeft het licht dat binnenvalt geabstraheerd in tal van kleurspiegelingen op de linkerwand. Of op zijn manier geschilderd zoals hij zag dat het licht door glas-in-loodruitjes viel? De andere kant sluit hij af met een neerhangend gordijn. Zo ontstaat er een intieme ruimte vol positiviteit, ook door de vrolijke kleuren. Je hebt het idee dat door het geopende raam vogelgefluit binnenkomt, geen verkeerslawaai.
En dan is er dat bed, met die kleurrijke sprei eroverheen. In dat bed ligt iemand rustig te slapen. Het is een zij, dat voel je. Haar weelderige haardos contrasteert met het witte laken. Omdat ik weet wie het is – ik zie het aan haar roodbruine haar en had ook niet verwacht dat daar iemand anders zou liggen – hoor ik de stem van Max met die typisch Amerikaanse klank die ik niet eens kan imiteren al zou ik het willen: “Yvonne, wake up, it’s a beautiful day! We’ll go to the market.”
Via Yvonne Simons, met wie hij twee kinderen en een aantal kleinkinderen heeft, leerde Max Spoerri van Tilburg houden, onder meer van de markten in de stad. Die associeerde hij kennelijk met armere landen. “You don’t need them, you love them”, vertelde hij me eens. In de jaren tachtig waren ze bijna elk jaar wel even in Brabant, Max en Yvonne.
Twin Towers
Omdat hun beider werk ondanks de kwaliteit ervan, nauwelijks verkocht, zette Yvonne Simons in New York, toen er kinderen kwamen, haar eigen schilderscarrière op de tweede plaats en zocht een baantje. Binnen enkele jaren was zij adjunct-directeur van een van de belangrijkste musea, The South Street Seaport Museum. In die functie stond zij op 11 september 2001 een groep genodigden op te wachten die door het museum ontvangen zouden worden. Tweehonderd meter verder vloog een vliegtuig in een van de Twin Towers. Verbijsterd keek zij toe hoe een ramp zich voltrok zonder dat ze iemand kon helpen. Voor haar ogen sprongen mensen uit de ramen van de hoogbouw. Toen de eerste toren instortte, besefte ze dat ze moest rennen voor haar leven. Ze dreigde te stikken in die enorme wolk van gloeiend stof. Pas een kilometer verder, midden op Brooklyn Bridge, kon zij voor het eerst weer adem halen.
Yvonne heeft daarna bijna een jaar lang elke dag minstens drie keer dat roodbruine haar van haar gewassen, omdat het voelde alsof de verkoolde resten van mensen erin kriebelden. Zij was een jaar lang in paniek. Het kwam tot een breuk met Max die, levend vóór en in de kunst, niet in staat was haar op te vangen. Yvonne woonde niet langer op Broadway en moest iedere ochtend met de veerpont van Staten Island naar Manhattan naar haar werk. “En als we daar aanmeerden rook ik elke keer weer de lucht van verkoold vlees”, herinnert zij zich. Toch kwam haar levenslust terug. Toen ik haar op 11 september 2002 belde, was ze nog wel geëmotioneerd, maar ook sterk en strijdbaar als tevoren. Ze zei dat ze door 9/11 minder een Tilburgse was geworden. “Sindsdien voel ik me één met New York en de mensen die er wonen. Ik ga hier nooit meer weg, al valt de hele wereld ons aan. Dan zal ik met deze stad ten onder gaan.”
Terwijl ik dit schrijf zie ik het werk van Yvonne voor me, naakte figuren die uit de hemel lijken te vallen. Ik heb even de neiging om het als visioen voorafgaand aan 9/11 te zien, maar zo is het niet. Net als bij Max is haar werk gedeeltelijk abstract. Bij nadere beschouwing lijkt er geen sprake van vallen, eerder van een opheffen van de zwaartekracht om de mens dichterbij te brengen. Als kijker zou je de figuren op de schilderijen van Yvonne kunnen opvangen, wat bij de Twin Towers helaas niet mogelijk was.
Verbeeldingen
Ondanks de relationele breuk is Yvonne altijd zorgzaam gebleven voor de inmiddels drieëntachtigjarige Max. Daarom ook dat mailtje over zijn werk in Nederland waarvan hij besloten heeft het niet naar New York te halen. Terecht, denk ik, het zijn verbeeldingen van Noord-Brabant en het zou goed zijn als dit werk in Brabantse collecties werd opgenomen.
En dan zou je Tom America, ooit opgeleid als kunstdocent, er als gids bij moeten zetten. Enthousiast vertelt hij over het doek dat wij intussen Yvonne, wake up, it’s a beautiful day! noemen: “De schilder is constant in discussie met zichzelf, onderzoekend en zichzelf bevragend wat hij ziet. Max is meer met zijn eigen compositie bezig dan met de kamer die hij verbeeldt. Kijk bijvoorbeeld hoe het huis met de trapgevels gedeeltelijk in het perspectief is opgenomen en gedeeltelijk niet. Hij heeft onmiskenbaar een eigen stijl, maar met herkenbare invloeden van bijvoorbeeld Matisse en Mondriaan. Hij speelt het spel tussen abstract en figuratief, het is een soort van jazz.”
Ik vraag hem wat de financiële waarde van het doek is? Tom: “Dat kan ik niet zeggen. Het is priceless, net als ieder ander kunstwerk. Hier is een schilder bezig die doet wat hij denkt dat hij moet doen en dat levert een uniek product op. Dat ligt vaak moeilijk in de verkoop, maar even gemakkelijk is er even later weer wel een markt voor”. Hij knikt, overweegt zijn woorden en roept dan plotseling met enthousiasme alsof hij het hoogst mogelijke predicaat uitdeelt: “Ja, het is priceless. Maar dat is een eretitel!!!”
Tom America vertelt over hoe hij vroeger in De Spoel stiekem verliefd was op Yvonne, over hoe hij samen met wijlen de dichter Kees van Kalmthout in 1980 haar en Max in New York heeft opgezocht. Over hoe Max hem toen op het hart drukte in Tilburg te blijven: “Goed, er is daar niet veel, maar je kunt van Tilburg nog maken wat je wil, je kunt nog bepalen waar je ermee naartoe wil”. Zo had nog niemand het ooit gezegd.
Eéndimensionaal
Op voorspraak van Tom filmde Joost Seelen voor zijn film Tilburgers in 1999 Max Spoerri op Brooklyn Bridge waarbij hij woorden van gelijke strekking herhaalt als hij Tilburg enthousiast beschrijft. En inderdaad, de stad is intussen veel verder dan in de jaren tachtig. Of was dat in elk geval even, want de laatste jaren verdwenen er Incubate, Festival Mundial, het Gipsy Festival en het Cultureel Café en wilden ééndimensionalen als de leden van Lijst Smolders en de JOVD er het meest aansprekende moderne kunstwerk van Noord-Brabant, het draaiend huis van John Körmeling op de Hasseltrotonde, met de grond gelijk maken. Dat laatste gaat gelukkig niet door.
Wat zouden ze denken van het doek van Max Spoerri dat sinds kort in het huis van Tom America en Willemien van Heugten hangt? Waarschijnlijk zouden ze het willen vernietigen omdat ‘priceless’ voor hen iets anders betekent dan voor Tom, Willemien, Hetty en mij. Maar voordat ze daartoe overgaan zou ik hen nog toeroepen: “Maar kijk toch eens hoe gepassioneerd en toch soeverein iemand op dit doek een situatie om zich heen heeft geanalyseerd en uitgewerkt. Het schilderij is misschien wel het mooiste verslag van zomaar een moment in Tilburg ooit!”
In deze versie is de alinea over de financiële waarde aangepast vanwege een misverstand in de oorspronkelijke tekst.
www.maxspoerri.com
www.yvonnesimons.com
Op YouTube staat een video over Yvonne Simons, als onderdeel van de serie Brabanders in New York van Omroep Brabant.
© Brabant Cultureel 2018
Heel mooi en treffend artikel ook fijn om de hand van JACE weer eens te lezen. Liefs Lauran
Fun to read this here in New York! 40 years ago I decided to take this step on a Fulbright grant, and today I am actually working for the NAF which awards Fulbright grants to both Dutch and US students. It obviously proved to be a pivotal time in my life. So, it is nice to enable other young people to do the same and reach for the sky.
Max is doing well, still painting, as am I. My daughters are now of course adult women, and I must say that I never looked back. For as much as Tilburg was my place of birth and bakermat, and some of my friends there have been friends for life, New York became my home. I don’t feel like an American, have never felt the need to identify with nationalis – Dutch not American – but I do feel like a New Yorker. These are hard time in the States for people like us, who are proud to be globalists. And let’s hope the dark cloud of this administration clears up soon. And let the arts and culture always be the drive that bond all people, everywhere, for all the reasons that we treasure. Wishing you all a great 2019 in Tilburg, and see you all soon. We love to have our paintings in your good care!