Het Van Abbemuseum laat zien dat onze welvaart een keerzijde heeft

Kunstenaarscollectief Cercle d’Art des Travailleurs de Plantation Congolaise (CATPC) maakt een statement met figuratieve beelden van cacao, palmolie en suiker. Die laten zien dat de welvaart in westerse landen steeg ten koste van gebieden elders waar producten op plantages werden verbouwd en dat onze welvaart dus een keerzijde heeft. De expositie in het Van Abbemuseum heet treffend ‘Two Sides of the Same Coin’ en is ingebed in de collectiepresentatie ‘Dwarsverbanden’.

door Irma van Bommel fotografie > Nick Bookelaar

De langlopende collectiepresentatie ‘Dwarsverbanden’ van het Van Abbemuseum leent zich door de verschillende verhaallijnen uitstekend voor het maken van combinaties met tijdelijke exposities. Zo was in 2022 de presentatie ‘Guess who’s coming to dinner too?’ van Patricia Kaersenhout te zien. Zij toonde een deel van haar omvangrijke onderzoek naar vrouwen van kleur die streden tegen onderdrukking en ongelijkheid in de koloniale tijd, de tijd van de contractarbeiders en ook nog meer recent. Waarom kennen wij de verhalen van deze heldinnen niet? Kaersenhout vertelt ze om een eerlijker beeld van de geschiedenis te geven. In 2023 was haar grote solotentoonstelling ‘Visions of Possibilities’ te zien in het Bonnefanten in Maastricht. Daarbij verscheen het nagenoeg gelijknamige boek waarin een aantal van die verhalen zijn na te lezen.

De productie van palmolie

Ook ‘Two Sides of the Same Coin’ is een project dat prima past in Dwarsverbanden. De kunstenaars van de Cercle d’Art des Travailleurs de Plantation Congolaise (CATPC) uit Lusanga vertellen met hun werken een verhaal dat wij niet kennen, althans wij realiseerden ons hun problematiek niet. Gangmaker van CATPC is de bioloog en milieuactivist René Ngongo (Goma 1961). Hij strijdt al jaren voor de bescherming van natuurlijke bronnen in de Democratische Republiek Congo.
Plantages van multinationals als Unilever hebben door monocultuur de bodem uitgeput. Nu probeert men de biodiversiteit te herstellen door daar bomen te planten die er oorspronkelijk stonden. Het Brits-Nederlandse bedrijf Unilever legde plantages aan voor de productie van palmolie, voornamelijk voor de zeepindustrie. Dat gebeurde in de tijd dat Congo nog een kolonie van België was, tot 1960. De ouders van de plantagekunstenaars, zoals zij zichzelf noemen, hebben op de plantages gewerkt.

Philomène Lembusa, Ange Monnaie (Geld Engel), 2023. Op de achterkant van de vleugels van de vogel zijn diverse valuta vermeld.

De Eindhovense contacten met CATPC zijn drie à vier jaar geleden gelegd. Afgelopen zomer was het werk van dit kunstenaarscollectief al te zien op de Biënnale van Venetië. Samen met beeldend kunstenaar Renzo Martens, die zo’n tien jaar geleden betrokken raakte bij het initiatief van CATPC, en curator Hicham Khalidi verzorgden zij de Nederlandse inzending. De tentoonstelling trekt de wereld over en is nu te zien in het Van Abbemuseum. Met de opbrengst uit verkoop van de werken wil CATPC grond terugkopen van de multinationals en gereedschap en werktuigen zoals tractoren aankopen voor onderhoud van de bossen.

Verstrikt in zijn eigen systeem

De figuratieve beelden vertellen elk een verhaal dat te maken heeft met uitbuiting, onderdrukking, ongelijkheid door het kapitalistische systeem, maar ook met de tegenstelling tussen het individualisme van de westerse mens en het Afrikaans collectivisme. Een van de beelden stelt een blanke kunstverzamelaar voor die verstrikt zit in zijn eigen systeem. Houdt hij zijn kapitaal voor zichzelf of geeft hij het terug aan het volk? Delen is immers een van de christelijke deugden? Het beeld staat pontificaal tussen kunstwerken van het Van Abbe, die met het door Henri van Abbe verworven kapitaal zijn aangeschaft.

Djonga Bismar & Jérémie Mabiala, Bailleur de Fonds (De Kunstverzamelaar), 2015. De Kunstverzamelaar staat prominent in het midden van de White Cube, tussen kunstwerken van het Van Abbemuseum die zijn verworven met geld dat Henri van Abbe verdiende aan de sigarenproductie, met tabak afkomstig van plantages als grondstof. Het beeld is, evenals de andere beelden van CATPC, opgebouwd uit een mengsel van cacao, suiker en palmolie, die eveneens verwijzen naar de productie op plantages.

Dat heeft iets paradoxaals, want kunstverzamelaars maken immers musea mogelijk. Het probleem wordt aangeduid met de term ‘White Cube’. Die term verwijst niet alleen naar de witte muren van de museumzalen maar ook naar de westers georiënteerde kunstgeschiedenis waarin geen plaats is voor tribale kunst die als volkskunst wordt bestempeld. Als reactie hierop is op de voormalige palmolieplantage van CATPC een White Cube gebouwd.

Met een 3D-printer gemaakt

De in het Van Abbe getoonde beelden zijn in Lusanga gemaakt van plaatselijke klei. Vaak hebben meerdere kunstenaars gelijktijdig aan een beeld gewerkt. Zodra een beeld af is, wordt het van alle kanten gefotografeerd en wordt er een 3D-scan van gemaakt. In Amsterdam worden de beelden met een 3D-printer gemaakt van een mengsel van cacao, suiker en palmolie.

Matthieu Kasiama & Ced’art Tamasala, Crucifixion du Bailleur (Kruisiging van de Kunstverzamelaar), 2023

Bijzonder in het Van Abbemuseum is de toevoeging aan de tentoonstelling van een ouder, gestileerd beeld van hout. Het stelt de Belgische koloniale officier Maximilien Balot (1890-1931) voor. Hij werd in 1931 gedood in een opstand van het Pende-volk dat onder mensonterende omstandigheden moest werken op de plantages. Het beeld zal in of kort na dat jaar zijn gemaakt en wordt gezien als symbool van verzet. Het beeld is in de jaren zeventig door de Pende verkocht om geld te krijgen om dorpskinderen naar school te kunnen sturen. Het bevindt zich sindsdien in de collectie van het Virginia Museum of Fine Arts in de Verenigde Staten. De plantagekunstenaars hebben het nu in bruikleen, maar zouden het beeld het liefst terugkrijgen. Niet alleen omdat het symbool staat voor verzet, maar ook opdat ‘de geest niet opnieuw uit de fles kan’. Het is uniek dat het beeld nu in het Van Abbe is te zien.

Fundji, houten beeld dat de Belgische koloniaal officier en opzichter Maximilien Balot voorstelt. Balot werd in 1931 gedood tijdens een opstand van plantagearbeiders van het Pende-volk. Het beeld is korte tijd daarna gemaakt door een Pende kunstenaar werkzaam op de plantage en geldt als symbool voor de verzetsdaad. 

De films van CATPC die hier en daar in Dwarsverbanden zijn te zien, zijn van toegevoegde waarde. We zien plantagekunstenaars klei halen en beelden maken. We zien de ceremonie van de terugkeer van het beeld van Balot en in een andere film zien we dat enkele plantagekunstenaars de voormalige tabaksplantage in Deli op Sumatra hebben bezocht. Het plan van CATPC is om meerdere plantages op te zoeken om zo een netwerk te verwezenlijken en ideeën uit te wisselen. Deli was niet toevallig gekozen, het is het gebied waar Henri van Abbe de tabak voor zijn sigarenfabriek van betrok. Ook in Deli zijn nu andere plantages, waaronder voor palmolie. De geschiedenis herhaalt zich.

Zaal met diverse beelden van CATPC en aan de wand van geborduurde portretten op jute. Het beeldscherm toont de terugkeer van het beeld van Maximilien Balot naar Lusanga.

Solidariteit en saamhorigheid

Naast de beelden zijn in de tentoonstelling recente op jute geborduurde portretten te zien van verzetshelden, plantagearbeiders en kunstenaars die zijn opgestaan tegen ongelijkheid in delen van de wereld met een koloniale geschiedenis, onder andere Congo, Haïti, Suriname en Indonesië. Enkele portretten zijn vervaardigd naar foto’s die te zien zijn in de tentoonstelling ‘Verborgen Verbanden’, dus van de plantage van Deli op Sumatra die enkele kunstenaars van CATPC hebben bezocht. Met deze portretten willen de kunstenaars van CATPC hun solidariteit en saamhorigheid tonen met mensen op andere (voormalige) plantages met een vergelijkbaar koloniaal verleden. Het materiaal jute verwijst naar de jutenzakken die worden gebruikt voor het transport van cacaobonen.

Ced’art Tamasala, Comment Mon Grand-père a Survécu (Hoe Mijn Grootvader Overleefde), 2015

Tijdens de perspreview kort voor de kerstdagen gaf directeur Charles Esche (Harrogate 1962) acte de présence. Het bleek niet alleen de laatste tentoonstelling waaraan hij heeft meegewerkt, maar ook zijn laatste werkdag. De tentoonstelling is al te zien, maar de officiële opening met een uitgebreid programma is gepland op zaterdag 18 januari 2025. Ook daarbij zal Esche aanwezig zijn. Twintig jaar was hij directeur van het Van Abbemuseum. In een interview in de Volkskrant van 6 december 2024 vertelde hij dat hij het museum ‘anders, experimenteler, meer bij de tijd, maatschappelijker betrokken en geëngageerd heeft gemaakt.’

Door de vele tentoonstellingen in het buitenland die hij naast zijn werk als directeur maakte, ontmoette hij vele kunstenaars en onderzoekers. En haalde hij het buitenland naar het museum. Daarbij legde hij meer de nadruk op de verhalen die werden verteld dan op de kunst zelf. Maar met ‘Two Sides of the Same Coin’ wordt met een groot aantal kunstwerken een duidelijk verhaal verteld over dekoloniaal denken en de kritiek op het museum als instituut, twee thema’s waarvoor Esche zich jarenlang heeft ingezet.

Drie plantagekunstenaars rondom het beeld van Maximilien Balot tijdens de inrichting van de tentoonstelling. V.l.n.r. Mbuku Kimpala, Ced’art Tamasala en Matthieu Kasiama. 

‘Two Sides of the Same Coin’, tot en met maart 2025 in het Van Abbemuseum, Eindhoven.

Patricia Kaersenhout, Open-Ended Visions of Possibilities. Prinsenbeek: Jap Sam Books 2023, 256 pp., ISBN 978-94-92852-91-5, pb., € 35,00. (Best Dutch Book Designs 2023).

Reacties (1)

  1. Jan Verheugt schreef:

    Mooie recensie.
    Jan Verheugt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *