Fred de la Bretonière, een autodidact, is een van de bekendste Nederlandse schoenontwerpers. Onder zijn trouwe aanhang zijn de ‘Fredjes’ een begrip. In het Schoenenkwartier in Waalwijk is de overzichtstentoonstelling ‘Typisch Fred’ te zien over zijn werk. Dat is vooral een grote uitstalling met weinig achtergrondinformatie.
door Corien Ligtenberg • Beeld > Het Schoenenkwartier
Fred de la Bretonière (Amsterdam 1944) was in de jaren zeventig het gezicht van de bekende Grolschreclame ‘Vakmanschap is meesterschap’. De foto van een jonge, zelfverzekerde De la Bretonière met schort in zijn atelier, die recht in de lens kijkt, een paar schoenen in zijn hand, is geschoten door fotograaf Paul Huf. In 2015 maakte Huf diezelfde foto nog eens met de weliswaar oudere, maar nog net zo trotse en zelfverzekerde schoenontwerper. Op de expositie ‘Typisch Fred’ in het Schoenenkwartier hangen de twee foto’s fraai uitgelicht naast elkaar tegen een bakstenen wand, als illustratie van een lange, succesvolle carrière.
Handeltje in leren bandjes
De la Bretonière is een autodidact. Hij leerde het vak in de praktijk en zijn carrière begon rond 1970. Om als gemankeerd kunstschilder wat bij te verdienen begon hij een handeltje in leren bandjes die hij verkocht op het Waterlooplein. Hij vlocht er ook riemen en armbanden van. Al snel daarna ontwierp hij zijn eerste tassen. Dat was een succes; de Bijenkorf nam zijn tassen op in de collectie.
De la Bretonière bleek de tijdsgeest haarfijn aan te voelen. Zijn ontwerpen voor riemen, tassen, schoenen en laarzen sloegen aan en al in 1971 opende hij in Amsterdam zijn eerste winkel, met zijn naam op de pui. Al snel volgden er meer. Hij zette echt een merk neer, had niet alleen talent voor ontwerpen, maar ook gevoel voor ‘branding’. Niet voor niets worden zijn ontwerpen door de trouwe aanhang ‘Fredjes’ genoemd. Met Jan Jansen en Charles Bergmans behoorde hij tot de bekendste Nederlandse schoenontwerpers uit die tijd en in 1976 werd hij uitgeroepen tot beste Nederlandse schoenontwerper.
Een partij pythonhuiden
De la Bretonière was wars van modieuze grillen. De vitrines en uitstalkasten in het Schoenenkwartier getuigen daarvan: veel bruine schoenen, laarzen en tassen, geen extravagante ontwerpen, maar bescheiden, ambachtelijk, tijdloos. Zijn eerste ontwerpen waren, best ongebruikelijk, gemaakt van gelooid tuigleer, materiaal dat destijds voornamelijk werd gebruikt voor zadels en halsters. Toen hij in de jaren zeventig een partij pythonhuiden kon kopen, volgden ook ontwerpen in slangenleer. In 2002 introduceerde het bedrijf succesvol het merk Shabbies Amsterdam, met de kenmerkende ‘afzakkende’ laarzen. In 2014 – De la Bretonière werd toen zeventig – werd Bretoniere Group (waar ook Shabbies Amsterdam onder viel) verkocht. Vijf jaar later ging het bedrijf failliet, werd overgenomen en maakte een doorstart.
In het Schoenenkwartier zijn veel schoenen, laarzen en tassen van Fred de la Bretonière uitgestald, maar voor een overzichtstentoonstelling van decennia werk is de informatie erbij nogal summier. De tekstborden zijn beknopt en vrij algemeen, meer specifieke informatie bij de verschillende uitstallingen ontbreekt grotendeels. Voor achtergronden over het leven en de carrière van de ontwerper verwijst een tekstje in de tentoonstelling naar het boek Fred de la Bretonière. Soul for every Sole van Bianca Bartels dat in oktober, rond de opening van de expositie, uitkwam en in de museumwinkel te koop is. De titel verwijst naar de lijfspreuk van De la Bretonière: ‘A soul for every sole’.
‘Typisch Fred’, tot en met 21 april 2025 in het Schoenenkwartier in Waalwijk.
Bianca Bartels, Fred de la Bretonière. Soul for every Sole. Zwolle: Waanders 2024, 432 pp., ISBN 9789462625778, hb., € 39,95.
Beeld voorpagina: Fred poseert zelf met zijn Shabbies, circa 2007 | Fred kust een espadrille met hak. Fotocollage > Brabant Cultureel
Lees meer over het Schoenenkwartier op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024