door JACE van de Ven
Ooit heb ik de Oosterhoutse beeldhouwer Niel Steenbergen (1911-1997) geïnterviewd, het zal begin jaren tachtig van de vorige eeuw zijn geweest. Het ging over een glyptiek van zijn hand in de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch. Op een hardstenen rand rondom het nieuwe, naar de mensen toegekeerde, altaar in de kathedraal had hij allerlei Bijbelse taferelen uitgefreesd. We voerden een bijzonder aardig gesprek waarbij we ook de nodige door hem gesneden penningen bekeken en waarbij hij aan het eind nog op zoek ging naar door hem getekende cartoons die hij nooit gepubliceerd had. Ook heb ik eens enkele columns gewijd aan zijn werk over de Bosschenaren die ooit naamloos begraven zijn rondom de Sint Jan en voor wie Steenbergen aan een zijingang van de kerk hardstenen gedenkstenen heeft neergelegd.
Ik was dus onmiddellijk geïnteresseerd toen mijn vriend Jan Schippers, tot voor kort voorzitter van de Niel Steenbergen Stichting, mij vertelde dat ze bezig waren een vergeten Kruisweg van Steenbergen geplaatst te krijgen in de Sint-Jansbasiliek in Oosterhout. Jan vertelde er met liefde over. Ze wilden iets bijzonders doen bij de vijfentwintigjarige herdenking van het overlijden van Steenbergen in 2022. Ze hadden gehoord dat de kerk van de Sint-Jozefparochie in Kaatsheuvel een stenen kruisweg van Steenbergen had gehad. Maar die kerk is allang geen kerk meer. Waar was die kruisweg gebleven?
Kruiswegstaties in de wijnkelder
Het toeval wilde dat een meneer Grootzwagers van de heemkundekring in Kaatsheuvel bij de Steenbergenstichting informeerde naar de betreffende kruisweg. ‘Wij hebben hem aan foto’s kunnen helpen en hij wist ons na enige tijd te vertellen dat de kruisweg nog bestond. Wij erachteraan! En, ja hoor, daar onder de statige pastorie aan de Hoofdstraat in Kaatsheuvel, in een wijnkelder waarin je zou kunnen verdwalen, in de nissen waar ten tijde van het rijke roomse leven de wijn lag opgeslagen die pastoors buiten de eucharistievieringen dronken, stonden nu tussen schoonmaakspullen en verfblikken veertien staties van Niel Steenbergen, alleen de Ontmoeting met zijn Moeder ontbrak.’
Voor de vijfentwintigjarige Steenbergenherdenking mag de stichting twee staties lenen, de Spolatio, dat is de ontkleding van Jezus, en de Piëta, moeder Maria die treurt om een gestorven zoon. Kenners van kerkelijke kunst zullen opmerken: De Piëta, dat is helemaal geen tafereel uit de kruisweg. En dat klopt. De Kaatsheuvelse kruisweg van Niel Steenbergen bestaat uit vijftien staties, eentje meer dan gebruikelijk. Tel daarbij dat hij het gebruikelijke tafereel van De Derde Val onder het Kruis heeft weggelaten, dan moet de Oosterhoutse beeldhouwer twee extra staties hebben toegevoegd. Ook dat klopt. Eentje is dus de genoemde Piëta, statie dertien. En na deze moeder met de gestorven Christus in haar armen volgt na de Graflegging nog Christus die opstaat uit de dood. Het is een kruisweg met een positief einde.
Wachten op het bisdom
Jochem van Velthoven, de pastoor van de Sint-Jansbasiliek van Oosterhout die graag de devotie terug in zijn kerk wil krijgen, zou de kruisweg van Steenbergen wel willen. Jelle Steendam, kleinzoon van Niel Steenbergen en ook beeldhouwer, bood aan een nieuwe Ontmoeting met Maria te hakken en oud-gemeenteambtenaar Rien van Noort zocht naar mogelijkheden om de staties in de Oosterhoutse Sint-Jan te kunnen ophangen. Kortom, enthousiasme alom, maar kennelijk kon het kunstwerk niet zo maar weg uit Kaatsheuvel, want het bisdom Den Bosch wilde het eerst registreren. Een jaar later was dat nog niet gebeurd, maar plotseling, begin dit jaar, mocht Schippers de stenen taferelen gaan ophalen. Dat deed hij samen met zijn vriendin. Hun beider auto’s zakten zowat door hun veren nadat ze de stenen platen van 48 bij 64 centimeter geladen hadden.
‘Maar we kwamen glunderend terug, niet met veertien, maar met vijftien staties, want wat stond er achter de statie van de Kruisafname? De Ontmoeting met Maria. Kruisweg compleet!
We exposeerden de stenen tijdens de Goede Week op tafeltjes, maar voor de Goede Week van komend jaar zouden ze op de pilasters in de zijbeuken van de Sint Jan bevestigd moeten zijn. Dat moet op zo’n manier dat ze zonder iets te beschadigen ook weer weggehaald kunnen worden, want ze zijn geen eigendom maar in langdurig bruikleen. Onze eigen Oosterhoutse beeldhouwer Joep Struijk gaat zich met dat karweitje bezighouden.’
Onderschat Niel Steenbergen niet
Ik ben blij voor Oosterhout en het Brabants erfgoed dat de stenen kruisweg van Niel Steenbergen gered is. En terecht. Steenbergen moet als kunstenaar niet onderschat worden. In het begin van zijn carrière, in 1938, won hij de Prix de Rome met een bronzen beeld van een naakte Sint Franciscus die tegelijk naïviteit en onverzettelijkheid uitstraalt. Tijdens de oorlog durfde hij zowel het lidmaatschap van de Cultuurkamer als de opdracht om een buste van Mussert te maken te weigeren. Kort na de bevrijding was hij medeoprichter van de Vrije School voor Beeldende Kunsten, de latere kunstacademie Sint-Joost.
In de naoorlogse jaren maakte Steenbergen oorlogsgedenktekens in vele plaatsen, onder meer in Breda (Judith) en Veghel (Airborne monument). Hij voorzag onze bisschoppen van borstkruizen en bisschopsstaven en leverde beeldend werk voor tal van kerken, waaronder de bronzen deuren voor de Annunciatiekerk in Nazareth. Tal van gebouwen in Nederland hebben van pakweg 1950 tot medio 1980 reliëfs of andere met de architectuur verweven ornamenten van Niel Steenbergen gekregen. In 1974 maakte hij nog een kruisweg, bestaande uit veertien ajourreliëfs in brons, die bij de zusters van de Sociëteit van Jezus, Maria en Jozef in huize De Bongerd in Heeswijk-Dinther hangen. Een hoogtepunt in zijn werk is ongetwijfeld ook de tweeëneenhalve meter hoge beeldengroep ‘Het Gesprek’ dat aan de Carnegielaan in Den Haag staat. Ook sneed de kunstenaar in zijn leven zo’n honderdvijftig gedenkpenningen. In 1957 won hij de Biënnale te Salzburg.
Meer respect voor kunst uit wederopbouwperiode
Maar niet alleen omdat Niel Steenbergen een succesvol beeldhouwer is, ben ik blij dat zijn Kaatsheuvelse kruisweg behouden blijft. Ook omdat het tijd wordt om met wat meer respect te kijken naar wat architecten en beeldhouwers tijdens de wederopbouwperiode vaak met klein budget gepresteerd hebben. Ik heb het altijd een immense belediging gevonden dat het hoofdpostkantoor van Tilburg (1963), getekend door Bureau Kraaijvanger, enkele decennia later, ommanteld werd met kapitalistisch spiegelglas, alsof het als architectonische entiteit anders niet zou voldoen. Ik heb slopers glas-in-betonramen van nog geen twintig jaar oud uit gevels zien rammen, omdat behouden teveel werk zou kosten. En ik kan zelfs huilen om iets simpels als het bakstenen muurtje van wel honderd meter lang langs de voortuin van de voormalige textielschool in Tilburg, waar men een hiaat van twintig meter uitgekapt heeft om er een paar auto’s te parkeren.
Laten we zuinig zijn op het werk van Niel Steenbergen en verschillende van zijn tijdgenoten. Steenbergen was een vakman die zich niet gek liet maken door allerlei trends. Hij is erin geslaagd op kundige wijze een vertaling van romaanse en byzantijnse kunst te maken naar zijn eigen tijd en dat op en wijze dat die vertaling nog wel enige decennia meekan. Proficiat Oosterhout! En mensen daar, als u niks met devotie hebt, beschouw de kruisweg van Niel Steenbergen gerust als kunst.
© Brabant Cultureel 2024
Meer columns van JACE van de Ven op Brabant Cultureel
Dankjewel, JACE, voor dit mooie verhaal. En wat een prachtige kruisweg!
Boven de deur van het inmiddels afgebroken wijkhuis Heidehof in Oosterhout hing ook een plaquette van Niel Steenbergen. Ik hoop dat die bewaard is gebleven.
Op Facebook reageren lezers met aanvullende informatie:
Yvonne Welings wijst op beeldmateriaal over Niel Steenbergen in het Regionaal Archief Tilburg
Guus Koenraads
Schitterend werk van Niel. Via broeder Leo Disch in de Abdij Sint-Benedictusberg te Lemiers kwam ik zo’n vijfentwintig jaar geleden voor het eerst in contact met zijn werk.
Jeroen Grosfeld
Wijst op beeldmateriaal in de collectie van het Stedelijk Museum Breda.
Beste Joke, de drie plaquettes die op Heidehof hingen zijn bewaard gebleven. Joep Struijck heeft ze vakkundig van de gevel genomen en ze hangen nu in het Sint Oelbert Gymnasium, in bruikleen.