Kathy Mathys is schrijver en schrijfdocent. Eind augustus 2024 verscheen haar derde boek, de roman ‘Tot het glinstert’. Zij is geboren in Vlaanderen, groeide op onder de rook van Gent en woont al vijftien jaar in Breda. Een interview over wat haar inspireert als schrijver.
door Hein van Kemenade • portretfoto’s > Kees van Dongen
In de roman Tot het glinstert van Kathy Mathys (Gent 1972) is schrijfdocent Anna Kuycken de verteller van het verhaal. De roman gaat over schrijflessen aan studenten. Er is sprake van een groep van vier die in 1996 masterclasses volgt. Hun verhalen worden afgewisseld met dat over een schrijfgroep uit 2018. Van de vier uit de eerste groep zijn er twee die een relatie beginnen en een kind krijgen. Dat kind, Billie, duikt op in de groep van 2018. Zij is nieuwsgierig naar haar vader, Bruce Brannaman, die een succesvol boek schreef dat wereldwijd een cultstatus veroverde. Brannaman is op jonge leeftijd gestorven. Dit gegeven maakt nieuwsgierig naar wat er is gebeurd. Reden genoeg voor een interview.
Je kwetsbaar opstellen
“Ik hou van kostschool- en campusverhalen, zegt Kathy Mathys, bijvoorbeeld dat van Donna Tartt De verborgen geschiedenis. Ik hou van verhalen die in een kleine groep spelen, verhalen die zowel psychologisch geraffineerd als spannend zijn. In een schrijfclub heerst een specifieke sfeer van intimiteit. Conflicten, spanningen en vriendschappen zijn een interessant gegeven om mee aan de slag te gaan. Mensen die een schrijfcursus volgen, moeten een drempel over. Het gaat erom je kwetsbaar op te stellen. De leerlingen moeten gerustgesteld worden door de docent en de sfeer in de groep moet goed en veilig zijn.”
Kun je schrijven leren?
“Het schrijfambacht kan je leren, net zoals je piano kunt leren spelen. Natuurlijk heeft niet iedereen evenveel talent, maar iedereen kan beter worden in schrijven. Hoe zet je een dialoog op? Hoe diep je personages uit, hoe zet je de structuur op en hoe kun je een boek levend en pakkend maken? Daar zijn oefeningen en hulpmiddelen voor. Je gebruikt dan signalen en aanwijzingen om buiten je eigen manier van denken en kijken te treden en anders dan je gewend bent een verhaal te vertellen.”
In hoeverre is je boek autobiografisch? Jij geeft ook schrijfles.
“De verbeelding is zeer belangrijk. Tot het glinstert is tot op zekere hoogte autobiografisch. Schrijfdocent Anna Kuycken heeft raakvlakken met mijn karakter. Ook haar ideeën over schrijven komen overeen met die van mij en ik heb ooit lesgegeven aan een internationale groep, in het Engels. Wel heb ik onder mijn leerlingen nog nooit een wereldberoemde schrijver gehad, of iemand die op een dramatische manier sterft. Dat gegeven is compleet verzonnen.”
Alles kan inspireren
“Ik vind het fijn om dingen uit mijn omgeving te gebruiken voor mijn romans, maar laat er wel de verbeelding op los. Ik ben echt een fictieschrijver met een sterke fantasie. Ik maak gebruik van mijn dromen, van wat ik lees bij anderen, alles kan inspireren. Soms hoor ik dat mijn boeken lezen als Angelsaksische romans. Dat snap ik wel. Een boek dat mij voor Tot het glinstert heeft geïnspireerd, is Kattenoog van Margaret Atwood. Ook dat gaat over een dramatische gebeurtenis uit het verleden die in het heden doorspeelt. De wisselwerking die dit spel oplevert, fascineert me.
Kan je iets vertellen over de plekken waar Tot het glinstert speelt?
Een deel van mijn boek speelt in Cornwall. Andere locaties zijn Brussel en Normandië. Het landschap zet voor mij dikwijls de toon, het bepaalt de sfeer van een boek. Ik was in Cornwall en werd begeesterd door het zeelandschap. De moeder van Anna woonde in de kustplaats St Ives in Engeland. Ik vind het fascinerend om andere landschappen te gebruiken dan de huizen en straten hier. Niet dat er iets mis is met Breda. Sterker nog, het zou me niet verbazen als mijn volgende boek ten dele in Breda speelt.
Een kantelpunt in haar kinderjaren
Een belangrijk thema in Tot het glinstert is dat van jonggestorven ouders. Anna zoekt naar wie haar moeder was. Zij is gestorven toen Anna nog te klein was om goede gesprekken met haar te hebben en is voor Anna een mysterie. Anna wil haar moeder beter leren kennen en gaat daarom naar Engeland. Het overlijden van haar moeder was een kantelpunt in haar kinderjaren. Zij bleef alleen achter met haar vader die sociaal onhandig was en zijn eigen verdriet had. Hij was wel lief voor Anna, maar kon niet praten over zijn overleden vrouw.
Anna moet er op een andere manier achter zien te komen hoe haar moeder was. Billie heeft ook vragen over haar overleden vader en zoekt daarom contact met Anna. Net omdat Anna weet hoe het is om een ouder te missen, leeft ze mee met Billie.
Bruce is onder verdachte omstandigheden gestorven. De vraag of het kwaad opzet was, of suïcide, zingt door het boek.
“Bruce is een getormenteerde kunstenaar. Ik liet me onder meer inspireren door verhalen over de dood van Kurt Cobain en de rol die zijn vrouw daarin mogelijk gespeeld heeft. Ik vond het leuk om daarmee te spelen en zodoende een spannend element in de roman te brengen. Bruce heeft Anna gevraagd om zijn biografie te schrijven. Hij is paranoïde en Anna is iemand die hij kan vertrouwen. Hij weet dat zij als schrijver met het biografische genre vertrouwd is. Bruce is bang voor de pers en wil liever zelf zijn verhaal naar buiten brengen in een boek waarover hij zeggenschap heeft.”
Autobiografische verhalen zijn populair
Bij de schrijfgroep uit 1996 ontstaat er vriendschap onder de twintigers. Docent Anna is van dezelfde leeftijd als haar leerlingen en een beetje eenzaam. Ze zoekt aansluiting. Schrijven geeft verbinding. De anderen hebben ook allemaal een eigen reden om vriendschap te sluiten en een hechte groep te vormen. Wat sprak je aan in dat gegeven?
“Vriendschappen die ontstaan tijdens een zomerkamp of cursus kunnen heel betekenisvol en intens zijn. Toch gaat na afloop iedereen meestal zijn eigen weg. Sommige vriendschappen blijven, zoals die tussen Anna en Bruce. De relatie tussen Anna en Emily is gecompliceerd. Anna is bezitterig naar Emily toe. Eigenlijk heeft hun band iets toxisch.”
Bruce gebruikt donkere herinneringen aan zijn vader in de roman die hij over hem schreef. Dat wordt zijn grote succes. Waarom willen mensen lezen over de drama’s en ellende van andere mensen?
“Het is moeilijk om daar een sluitend antwoord op te geven. Sowieso zitten we nu in een tijdperk waarin autobiografische verhalen als zoete broodjes over de toonbank gaan. Het is een en al memoires en autofictie wat de klok slaat. Misschien zijn mensen vooral op zoek naar herkenning? Enige sensatielust is de mens natuurlijk ook niet vreemd.”
Dan is er nog de vraag hoe de herinnering werkt en hoe betrouwbaar of onbetrouwbaar die is. ‘Onthoud dat het geheugen net zo kwetsbaar is als onze spieren. Het kan haperen en bedriegen’, staat op de achterflap van het boek. Hoe denk jij daarover?
“Herinneringen kunnen zeker onbetrouwbaar zijn. Vraag maar eens aan een broer of zus hoe zij zich een gebeurtenis van vijf jaar geleden herinneren. Je komt vast op verschillende versies uit. Tot het glinstert gaat daar ook over. De manier waarop je ergens op terugkijkt bepaalt hoe je het vertelt. Je vertelt een verhaal anders wanneer je in de put zit. Er zijn geen objectieve verhalen, het is altijd subjectief. Autobiografieën waarin alles als De Waarheid gepresenteerd wordt, roepen bij mij argwaan op. Is er dan geen enkel spatje van twijfel? Dat kun je toch nooit stellig beweren?
Hoe kijk je tegen het genre van de biografie aan?
“Ik citeer in de roman Virginia Woolf, die beweert dat een biograaf een ambachtsman is en een romancier een kunstenaar. Daar is Anna het niet mee eens. Ik ook niet. Er zijn prachtige biografieën verschenen die het etiket ‘kunstwerk’ verdienen. Ook een levensverhaal kan je op een beeldende en fantasierijke manier vormgeven.”
Kathy Mathys, Tot het glinstert. Amsterdam: Ambo | Anthos 2024, 328 pp., ISBN 9789026366017, pb., € 22,99. Ook beschikbaar als luisterboek en als Ebook.
Meer over literatuur op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024