Nadat zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen in 1837 was overleden, voelde koning Willem I zich eenzaam en vreesde hij voor een liefdeloze oude dag. Al snel ontwikkelde hij warme gevoelens voor de hofdame Henriette d’Oultremont en die gevoelens bleken wederzijds. Hun beider voornemen om te trouwen bracht niet alleen de families, maar het hele land in rep en roer. Aan de hand van hun intensieve correspondentie reconstrueert Bob Duijvestijn de gebeurtenissen.
door Lauran Toorians
Bob Duijvestijn (Vleuten 1940) is een veelzijdig man. Ik kwam hem voor het eerst tegen toen hij leraar Duits was op de middelbare school waar ik – als stapelaar – lang leerling ben geweest. In de klas heb ik nooit bij hem gezeten, maar toch kende ik hem en tot mijn verbazing herkende hij mij vele jaren later ook als oud-leerling van diezelfde school. Hij was niet alleen leraar, maar droeg ook bij aan onderwijsmethoden en lesmateriaal voor het vak Duits. En naar ik later ontdekte, had hij net als ik een warme belangstelling voor de middeleeuwen en de literatuur uit die periode. Hij promoveerde in 1989 in Gent op het bekroonde proefschrift Madelgijs. De Middelnederlandse fragmenten en de overeenkomstige Hoogduitse verzen. Madelgijs is een soort legendarisch figuur uit de tijd van Karel de Grote, dus in de achtste eeuw. Duijvestijn publiceerde meer over literatuur in het Middelnederlands en in 2015 ook de roman Hou het zakelijk. Eerder verschenen verspreid ook gedichten en korte verhalen. Hij woont al vele jaren in Hilvarenbeek en ook zijn echtgenote Hilda Schalck schrijft romans.
En nu ontpopt Bob Duijvestijn zich als historicus met een boek dat evengoed stof bevat voor een roman, een speelfilm (of een soap) en een musical: Een koningsdrama. Het huwelijk van koning Willem I met gravin Henriette d’Oultremont op basis van hun brieven. De titel biedt meteen een korte samenvatting. In 1791 trouwde Willem I (toen nog Willem VI en nog geen koning) met Wilhelmina van Pruisen, zijn volle nicht en een zuster van koning Frederik Willem II van Pruisen. Ondanks dat dit huwelijk niet geheel vrijwillig tot stand zal zijn gekomen, bleek het liefdevol en beide echtelieden waren erg op elkaar gesteld. Toen Wilhelmina, Mimi, in 1837 na een slepende periode van ziekte en zwakte overleed, was dat een zware klap voor Willem.
Het bood hem ontspanning
Willem I, die als koning een echte workaholic was, hield na het overlijden van Wilhelmina vast aan het dagelijkse theedrinken met haar hofdames die hij – wat uitzonderlijk was – hiervoor aan het hof in dienst hield. Het bood hem ontspanning, maar zal hem ook voortdurend met de neus op het feit hebben gedrukt dat hij weduwnaar was geworden. Hij werd gekweld door de angst dat hij op zijn oude dag hulpbehoevend zou kunnen worden en dan afhankelijk was van ingehuurde, professionele hulp zonder te kunnen rekenen op een liefdevolle partner. Hij zocht dus een nieuwe levenspartner en zijn oog viel op de twintig jaar jongere hofdame Henriette d’Oultremont de Wégimont. En toen begonnen de problemen.
Zoals te verwachten speelde meteen jaloezie op onder de hofdames, door Duijvestijn in hun functie omschreven als handige duizenddingendoekjes aan het hof. De kinderen van Willem – met natuurlijk troonopvolger Willem II – reageerden in eerste instantie positief (‘fijn voor papa’) maar dat sloeg al snel om. Toen het trouwplan breder bekend werd, brak de hel helemaal los. Daarbij speelden drie zaken de hoofdrol: Henriette was Belgisch en België had zich afgescheiden van het koninkrijk en was dus ‘de vijand’, zij was katholiek, wat voor velen nog erger was, en zij was van lagere adel waardoor Willem zich zou vernederen door met haar te trouwen.
Vooral Willem II liet zich volledig meeslepen in deze stemmingmakerij en vreesde voor zijn eigen positie als opvolger in het koningschap. Behalve dat hij sowieso nogal een windvaan was, speelde daarbij een rol dat zijn wederhelft Anna Paulowna, tsarendochter en tsarenzuster, nooit zou buigen of zelfs maar knikken voor een armzalige gravin, zelfs niet als dat haar schoonmoeder was.
Elkaar volledig toegenegen
Willem I beet zich vast in zijn voornemen om Henriette te trouwen en probeerde alles en iedereen te overtuigen dat dit kon en moest gebeuren. Henriette was realistischer en begreep de tegenwerpingen, al wilde ook zij wel degelijk haar verdere leven met Willem delen. En dat niet als concubine. In de correspondentie is overduidelijk dat de twee elkaar volledig toegenegen waren en dat we best van verliefdheid mogen spreken, al gebruikt Duijvestijn dat woord in zijn boek niet.
Uiteindelijk koos Willem de vlucht naar voren. Hij besloot af te treden en dan als ‘vrij man’ met zijn Henriette te trouwen. Dat gebeurde in 1841, maar het huwelijksgeluk was van korte duur. Al in 1843 overleed Willem I in Berlijn in het bijzijn van Henriette. Hierna trok Henriette zich terug en verdween zij niet alleen uit beeld, maar ook uit de geschiedschrijving. Blijkbaar bleef het tweede huwelijk van Willem I een ‘faux pas’ die maar beter kon worden vergeten. Zij trok zich terug op een kasteel met landgoed bij Aken en landgoederen in Silezië (het zuiden van Polen) waar zij vooral veel goede werken deed totdat ook zij eenentwintig jaar later in 1864 overleed.
De stilte werd verbroken doordat Louis Roppe in 1962 Een omstreden huwelijk publiceerde met daarin opgenomen de kort daarvoor in het familiekasteel van d’Oultermont in Duras (bij Sint-Truiden) teruggevonden correspondentie. Roppe publiceerde de brieven echter in het oorspronkelijke Frans zoals deftige lieden dat in de negentiende eeuw schreven en daardoor bleef de inhoud toch nog lang een gesloten boek voor ‘de goegemeente’ die tegenwoordig geen Frans meer leest. Bob Duijvestijn heeft dat nu verholpen door een prachtig boek te schrijven over dit koningsdrama met daarin veel uitgebreide citaten uit de correspondentie in vertaling. Het is een mooie en vooral niet-sentimentele dubbelbiografie van twee verliefde mensen in een sociale en politieke mangel. Een aanrader, ook – of misschien juist – voor niet-royalisten.
Bob Duijvestijn, Een koningsdrama. Het huwelijk van koning Willem I met gravin Henriette d’Oultremont op basis van hun brieven. Hilversum: Verloren 2024, 184 pp., ISBN 9789464551211, hb., € 25,00.
Het portret van Henriette op de voorzijde van het boek is de ingekleurde versie van een zwart-witfoto van een schilderij waarvan de verblijfplaats onbekend is. Vervolgens is de afbeelding op de voorpagina door Brabant Cultureel weer bewerkt.
© Brabant Cultureel 2024