Leed en lief van ruziënde tweeling in ‘Bloedzus’ van Matzer

Theatergezelschap Matzer speelt ‘Bloedzus’, een nieuw stuk geschreven door Maaike Bergstra en geregisseerd door Madeleine Matzer, de oprichtster die binnenkort afscheid neemt van de groep. Het gaat over twee zussen die flink met elkaar overhoop liggen. Ondanks dat zij een eeneiige tweeling zijn, hebben ze elkaar al zeventien jaar niet meer gezien. Iedere kijker zal er wel iets in herkennen.

door Arnold Verplancke scènefotografie > Karin Jonkers

De eerste scène: zus Stella in het keurige rode pak komt aan bij de zieke Tara in de stoel. Tussen hen in de grote foto van het jongetje bij de wilde bergstroom.

De achterwand in het vrij simpele decor van ‘Bloedzus’ valt onmiddellijk op. Sanne Danz, ontwerper van het toneelbeeld, toont daar een grote foto van jongen die aan de rand van een wilde bergstroom staat. Een ouderwets petje op het hoofd, zo weggelopen uit een Oostenrijks plaatje. Als het spel vordert, wordt de foto onscherp en even later blijkt waardoor. Het zijn twee schermen met identieke beelden die uit elkaar schuiven. En zie: nu staan er twee jongetjes naar diezelfde kolkende rivier te staren.

De zussen drinken thee als in hun kindertijd: als twee deftige dames. Met op de achtergrond de verschoven decorpanelen met de twee jongetjes bij de rivier.

Onbekende tante Stella

Heel toepasselijk als decor voor een stuk dat over een tweeling gaat, allebei geobsedeerd door de indringende kracht van het gezamenlijke verleden dat hen nog steeds overspoelt. Dat het jongens en geen meiden zijn, doet onwillekeurig denken aan de zoon van Tara die bij toeval in contact is gekomen met zijn onbekende tante Stella aan de andere kant van de wereld. Dankzij hem onderneemt Stella de stap om na zeventien jaar scheiding haar ernstig zieke zus op te zoeken. De zoon blijft in de voorstelling buiten beeld. Maar de vage jongen op de schuivende panelen roept ook een associatie op met de vader van de tweeling die al jong uit hun leven is verdwenen.

Wendell Jaspers en Lotte Dunselman spelen de twee zussen voortreffelijk. Al vanaf het eerste moment dat de geslaagde schrijfster Stella onverwacht het huis van zus Tara binnenkomt, staat hun relatie onder stroom. Zij is niet gewenst en niet nodig. Tara herhaalt de laatste zin die haar zus zeventien jaar geleden zou hebben geroepen. Woorden en zinnen gaan een eigen pijnlijk leven leiden als iemand er jarenlang op kauwt en ze als een definitieve breuk beschouwt. Dat was altijd al zo en zeker als ze in een brief of appje zwart op wit eeuwig voortleven.

De toenadering tussen de twee vrouwen die hun hele jeugd samen hebben gedeeld, gaat moeizaam. Het overlijden van hun moeder ligt moeilijk. Woorden kunnen oude wonden openrijten of als ‘trigger’ een ruzie verder doen oplaaien. Zoals in echtelijke meningsverschillen de woorden ‘weer’ en ‘altijd’ dodelijk kunnen zijn. Evenals in dat soort twisten kan een goedbedoelde herinnering van de een bij de ander een beerput van opgespaarde verwijten openen.

Herinneringen afgepakt

Stella heeft in haar boek, waarvoor ze mogelijk een prijs krijgt, de herinnering opgehaald hoe zij vroeger ziek en kwetsbaar in bed zou hebben gelegen terwijl haar zus samen met hun moeder aan het schilderen was. Tara blijkt daar laaiend over. Want zij was het die eenzaam op dat bed lag en niet Stella. Nu pak je me zelfs mijn herinneringen af, verwijt ze haar zus, die hun ervaringen kennelijk onbedoeld heeft verward.

Ik geloof dat. Het deed me denken aan toen wij pubers waren, mijn bijna anderhalf jaar jongere broer en ik. Hij raakte zo boos op mij dat hij een professioneel zakmes van mijn vader pakte en met de priem ervan naar mij uithaalde. Slechts een schram op mijn borst, maar we schrokken alle twee even erg. Hij is een halve eeuw geleden al overleden, maar als hij nu zou beweren dat ik naar hém had gestoken en niet andersom, zou ik aan mezelf gaan twijfelen. Want de gevoelens en de reactie van de ander zijn inmiddels evenzeer de mijne geworden. Machteloosheid en onrecht deden hem uithalen om tot een ander door te dringen. Of was het toch andersom. De panelen verschuiven gemakkelijk.

Hoe ze elkaar spiegelen

Zo zitten er in ‘Bloedzus’ meer momenten waarop mensen veel van hun jeugd of binnen hun huidige relatie kunnen herkennen, ook zonder deel van een tweeling te zijn. Leuk is te zien hoe de twee zussen graag even in hun kinderlijke patronen terugvallen. Bijvoorbeeld als ze samen als twee kleintjes zogenaamd thee drinken en proberen te klinken als twee deftige Engelse dames. Of hoe ze elkaar spiegelen met bewegingen en dansposes, of met de ruggen tegen elkaar zich samen omhoog drukken.

Hoe het tussen de twee zussen afloopt, zal ik niet vertellen, om de onverwachte ontwikkelingen niet te bederven. Maar het is zeker de moeite waard om vijf kwartier naar het overtuigende spel van Wendell Jaspers en Lotte Dunselman te kijken.

Bloedzus. Tekst: Maaike Bergstra. Regie: Madeleine Matzer. Spel: Lotte Dunselman en Wendell Jaspers. Toneelbeeld: Sanne Danz. Muziek: Helge Slikker. Gezien: Première 19 oktober 2024 in De Verkadefabiek, ’s-Hertogenbosch.

Nog te zien:
7 november > De Groene Engel Oss
16 november > Lux Nijmegen
11 december > Schouwburg Tilburg 
12 december > De Leest Waalwijk
14 december > De Bussel Oosterhout 
21 december > ’t Mozaïek Wijchen

Beeld voorpagina > Campagnebeeld Bloedzus van Eva Roefs

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *