Op de landelijke Stripmakersdagen overheerst het optimisme en de passie

Een patiëntenwijzer in stripvorm, graphic novels, historische strips, politieke beeldverhalen, manga, cartoons in vakbladen of een strip over je eigen burn-out online. Stripmakers kunnen oneindig veel kanten op, maar dan moeten opdrachtgevers en makers elkaar wel vinden. Dat laatste was de insteek van de eerste landelijke Stripmakersdagen in Helmond op 12 en 13 oktober 2024.

door Anja van den Akker, tekst en foto’s

Stripwinkels en stripbeurzen hebben het allesbehalve gemakkelijk en de meeste stripmakers kunnen niet volledig van hun talent leven. Toch zijn er heel veel mogelijkheden in deze branche, mits stripmakers en bedrijven of instellingen tot elkaar weten te komen. Want een strip is niet alleen een beeldverhaal, maar ook een zeer krachtig communicatiemiddel in dit digitale tijdperk.

Tijdens het congres op de eerste landelijke Stripmakersdagen in De Cacaofabriek in Helmond, georganiseerd door Stripmaker des Vaderlands Jan Vriends, sprak Gerrit de Jager (1954) als schoolvoorbeeld van een striptekenaar die zijn talent commercieel succesvol weet in te zetten. 
Zijn creatie ‘De familie Doorzon’ werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw een doorslaand succes. “In de stripwereld hangt veel af van toeval”, stelt De Jager. Zo had hij nooit durven dromen dat Bijenkorf-beer ‘Bob de Beer’ hem zóveel bekendheid zou opleveren dat hij zelfs personeel moest aannemen om alles te kunnen behappen.

stripmakersdagen
Een strip van Maaike Hartjes.

Lettertype gejat

“Een kennis van mijn vriendin werkte toevallig bij De Bijenkorf en zodoende kreeg ik een beer op mijn bureau gezet met de opdracht: maak daar een verhaaltje bij voor Kerstmis.” De Jager noemde het knuffelbeest Bob (Bijzonder Ontwikkelde Beer) en deze Bob werd zo populair dat hij nog vele jaren meeging en tot leven kwam in de stripboekjes die De Jager als vervolgopdracht moest schrijven. Tot zijn verbazing werd later het lettertype dat hij voor Bob gebruikte ongevraagd overgenomen voor de Bob-campagne in het verkeer: Bewust Onbeschonken Bestuurder. “Nooit geld van gezien. Mijn advocaat zei: het gaat maar om een paar stripletters Gerrit, dat ga je niet winnen.”

Als je eenmaal ‘in beeld’ bent, wordt inkomen genereren met strips gemakkelijker. Maar, stelt De Jager: “Je moet altijd heel hard en gepassioneerd bezig blijven, ook al verdien je een keer weinig aan een opdracht. Zo is ‘De familie Doorzon’ uit een buurtblaadje voortgekomen. Bovendien moet je je eigen stijl ontwikkelen.”

stripmakersdagen
Strips met aandacht voor de queer-wereld.

Cartoons waren kennelijk te hard

Als stripmaker rol je soms in de meest onverwachte werelden. De Jager maakt bijvoorbeeld al twintig jaar stripverhalen voor het blad van de Technische Unie en inmiddels alweer vijftien jaar voor de Metaal Unie. “Ondanks een totaal gebrek aan technisch inzicht”, zegt hij lachend. De FNV-broodtrommel (‘Laat de kaas niet van je brood eten’) is ook van hem en ooit werd hij ingehuurd om de overlijdensrisicoverzekering van FBTO te promoten. “Maar die cartoons waren kennelijk iets te hard. Ik ben daarna nooit meer gevraagd.”

Informatieve strips voor PostNL en cabinepersoneel van vliegtuigen, strips voor een bouwmaterialenketen, patiëntenkaarten, tekenfilmpjes, beeldverhalen in bladen, illustratiewerk voor folders, een badlaken-ontwerp, kerstkaarten en een bieretiket. De Jager heeft het allemaal gedaan. Van het een komt vaak het ander, houdt hij zijn jongere collega’s voor.

Er was in De Cacaofabriek volop belangstelling voor het werk van de stripmakers dat opviel door de grote diversiteit.

Een nieuwe buur van Donald Duck

Ook Bas Schuddeboom van weekblad Donald Duck is allesbehalve somber over de strip. Veel striptekenaars werken daar al vele jaren in vaste dienst. “Maar je moet je strips wel blijven doorontwikkelen”. Zo riep het weekblad zijn lezers op ideeën aan te dragen voor een nieuwe buur van Donald Duck en zijn neefjes, Kwik, Kwek en Kwak. Uit de 7400 inzendingen kwam de stoere timmervrouw Eva Hamerslag en haar zoon Lex uit de bus.

“Een poppetje dat iets beleeft is tegenwoordig veel te weinig. De avonturen van figuren als Kuifje, Asterix, Mickey Mouse of Robbedoes worden niet bepaald door hun karakter maar door de omgeving eromheen. Donald Duck is veel gelaagder: hij is opvliegend, heeft altijd pech, is zorgzaam, wil iets bereiken maar die ambitie haalt hij nooit.”

Jeroen de Leijer, geestelijk vader van Eefje Wentelteefje.

Bij het meidenweekblad Tina draait het volgens Schuddeboom veel minder om avontuur, maar om de emotie, herkenning en de verbintenis met de lezer. Zo is Roos Vink, al ruim vijftien jaar de creatie van Jan Vriends, een brugpieper die altijd in een underdog positie zit.

Veel negatieve reacties op sociale media

Marc de Lobie, uitgever van historische strips, schetst talloze andere voorbeelden van hoe strips kunnen worden ingezet. Gaat het bij Donald Duck vooral om de ontspanning, De Lobie geeft informatieve beeldverhalen uit over historische gebeurtenissen zoals de Bataafse Opstand, de slag om Grolle of het Vredespaleis. Ze worden vaak verspreid op scholen.
Van een geheel andere orde is Maaike Hartjes, die autobiografische strips maakt, veelal online. Zo bedacht zij een burn-out dagboek in stripvorm. “Ik had niet verwacht dat dit item zo herkenbaar zou zijn.” Ook maakte ze strips over racisme en andere actuele zaken die haar raken. Sociale media leveren Hartjes soms erg veel negatieve reacties op, maar dat betekent ook veel interactie met het publiek.

Journalist en striprecensent Stefan Nieuwenhuis betreurt dat de meeste stripmakers puur voor zichzelf werken en er weinig sprake is van krachtenbundeling. “En dat terwijl stripmakers veel belangrijker zijn dan we vaak denken.” Op de stripbeurs in Helmond, waar (jonge) stripmakers hun werk konden verkopen en in contact komen met potentiële opdrachtgevers, collega’s en publiek, overheerste het enthousiasme en de passie voor het vak.

Irene Schiphorst (1998) vertelt hoe zij via haar opleiding bij ArtEZ hogeschool Zwolle voor de kunsten werd gevraagd om een strip over palliatieve zorg te maken en dat ze soms tekenles geeft als bijbaan. Voor haar strip Vis wist ze uiteindelijk toch een uitgever te vinden en daarnaast heeft ze mokken, stickers, kaarten en andere spin-offs van haar stripfiguren te koop. Melanie Kranenburg (1997) mocht via uitgeverij Scratch meewerken aan een stripboek over de holocaust en nazi-misdaden. Zij deed ook mee met een stripverhaal over mantelzorg in de laatste fase, getiteld Naasten. Dat was een gezamenlijk project van het Radboud universitair medisch centrum in Nijmegen en ArtEZ.

Irene Schiphorst

We vormden een soort tegencultuur

Jeroen de Leijer (1969), geestelijk vader van ‘Eefje Wentelteefje’, onderschrijft de verbreding van de stripwereld met steeds meer digitale en persoonlijke verhalen zoals bijvoorbeeld eetstoornissen. “In mijn jeugd waren er veel verhalende strips. Je eigen magazine maken was toen de uitgelezen manier voor het creëren van een platform. We vormden een soort tegencultuur: ‘do it yourself’. In tijdschriften en kranten stonden volop strips. Die nemen tegenwoordig veel minder risico. Onlangs heb ik een graphic novel uitgegeven die ik samen met mijn zoon heb gemaakt. Dat heeft me twee jaar werk gekost. Ik teken voor bedrijven, ben ook autonoom kunstenaar en geef les op de kunstacademie. Dus zo lukt het wel. Maar de strip is toch altijd nog de negende kunst (een geuzennaam voor de strip; avda). Het is allesbehalve een hobby.”

Ter gelegenheid van de Stripmakersdagen is tot en met 30 oktober 2024 een expositie van jonge stripmakers te zien, alsmede autonoom werk van stripmaker Typex (1962). Typex werkt als illustrator onder meer voor VPRO, Vrij Nederland, OOR, Volkskrant en NRC. In 2013 won hij de Willy Vandersteenprijs voor zijn graphic novel over Rembrandt, een eer die dit jaar de Helmondse stripmaker Jan Vriends te beurt viel voor zijn graphic novel De Kosmonaut.

Bob de Beer, de Bijenkorf-mascotte die door Stripmaker Gerrit de Jager tot leven kwam en zo populair werd dat De Jager personeel moest aannemen.

.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *