Al vanaf de jaren zestig maakt graffiti deel uit van het straatbeeld in Nederlandse steden. De ‘tags’ en ‘pieces’ op trams, treinen en gebouwen ervaren de meeste mensen als vandalisme. Tegelijkertijd verschijnen er werken in overzichtsboeken en zelfs in musea. Daarmee lijkt de graffitiscene te worden ingelijfd door de kunstgeschiedenis. De unieke expositie ‘With One Eye Open’ bij Pennings Foundation laat dat zien.
door Herman Fitters • fotografie > Peter Cox & Herman Fitters
Impressie With One Eye Open > Peter Cox
De expositie ‘With One Eye Open’ bij Pennings Foundation in Eindhoven laat niet alleen zien hoe graffiti tot kunst wordt, maar doet daar een schepje bovenop. Om precies te zijn volgt deze tentoonstelling de ontwikkeling van de fotografie binnen deze kunstvorm. Het gaat dus niet zozeer om de ‘pieces’, maar meer om de vastlegging ervan. Het creatieve documenteren heeft zich, net als de graffiti zelf, doorontwikkeld. De foto’s en films zijn kunstwerken op zichzelf geworden. Het is daarom dat curator Jasper van Es onderscheid maakt tussen graffitischrijvers en graffitifotografen en filmmakers. Het zijn allen kunstenaars en ze werken samen.
Een extra risico voor de graffitischrijver
Het maken van graffiti – letterlijk ‘het geschrevene’ – is per definitie een vluchtige vorm van cultuur. De schilderwerken zijn vaak illegaal en tijdelijk. Ondergronds, bij wijze van spreken. Fotografie en film bewaart de kunstvorm door niet alleen het eindresultaat vast te leggen, maar ook het proces en de makers zelf. Zowel de schrijvers als de vastleggers lopen hierbij gevaar; fysiek gevaar, maar ook juridisch. Foto’s en films laten maken tijdens een illegale actie is gewoon een extra risico voor de graffitischrijver. Dat risico wordt echter welbewust genomen. Het is een opmerkelijke tegenstrijdigheid. Aan de ene kant je werk doen met gezichtsbedekking, aan de andere kant je graag laten vastleggen. Tegenwoordig wordt natuurlijk veel online gedeeld. Het documenteren en delen is een onlosmakelijk onderdeel geworden van de kunstvorm.
Al zou je dat misschien niet verwachten, van oudsher is het de graffitischrijvers te doen om naamsbekendheid. De schrijvers laten altijd een ‘tag’ achter. Dat is een stijlvolle, persoonlijke handtekening van de maker. Heel vaak is het zelfs alleen maar een tag die je op straat aantreft, tamelijk klein (dat is sneller gezet) of juist heel groot. Traditioneel is de grote tag zwart omlijnd en met zilver ingekleurd (dat kost dus wat meer tijd). U en ik, de passant, weet niet wie de maker is, maar binnen de scene is dat wel degelijk bekend. En het is een sport om zoveel mogelijk tags achter te laten in de stad. Het is dus een competentiestrijd. Maar het is niet de bedoeling over elkaars tags heen te ‘taggen’. Gevolg is dat je soms heel veel tags bij elkaar ziet, vooral onder bruggen en op andere afgelegen plekken.
Een geslaagde gok
Bekende ‘memes’ of tags uit de graffitigeschiedenis zijn ‘Kilroy was here’ (VS), ‘Blek le Rat’ (Frankrijk) en uit Nederland ‘Ces53’ en ‘Laser3.14’. In Eindhoven was ‘Freaky’ (later: ‘Phet’) toonaangevend. Wat Noord-Brabant betreft is Eindhoven toch wel de graffitistad bij uitstek, of de gemeente dat nou leuk vindt of niet. Lokale graffitifotografen zijn Ralph Roelse, Luke da Duke, Our side of the Story, Bryan Stoel en Stijn van Leest. Overigens vertoont de expositie nog werken van tal van andere Nederlandse fotografen.
De titel van de tentoonstelling, ‘With One Eye Open’, heeft een dubbele betekenis. Hij verwijst naar de manier waarop een fotograaf door de lens kijkt, maar ook naar de alertheid die vereist is vanwege de risico’s aan het werk – zowel tijdens als na het fotograferen of filmen. Volgens Petra Cardinaal, directeur van de expositieruimte Penning Foundation, is deze tentoonstelling de eerste ooit, wereldwijd, die volledig is gewijd aan het documenteren van de graffitiscene. De stichting heeft hiermee een gok genomen. Maar wel een geslaagde gok.
Bijbel van de graffiti
De eerste die begon met het documenteren van graffiti was Martha Cooper in de jaren zeventig in New York. Zij gaf er in 1984 een boek over uit met de titel Subway Art, ook wel bekend als de bijbel van de graffiti. Hoe verrassend was het dat de eenentachtigjarige Cooper in september bij de opening van de expositie in Eindhoven hoogstpersoonlijk langs kwam. De organisatie en de bezoekers wisten niet wat hen overkwam.
In het midden van de tentoonstelling is een heuse skate ramp neergelegd, vol met graffiti natuurlijk. Er mag echt gebruik van worden gemaakt, en dat gebeurt ook.
Bent u niet meer de jongste, dan is het aanbevelenswaardig gewoon eens bij te dragen aan het documenteren van graffiti. Dat kan door mee te doen aan de fotowedstrijd die aan de expositie is gekoppeld. Geïnspireerd door de tentoonstelling heb ik alvast mijn best gedaan, langs ons Brabantse Wilhelminakanaal.
‘With One Eye Open’, tot en met 16 november 2024 bij Pennings Foundation in Eindhoven.
Meer over fotografie op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024