Een huwelijk in 1477 bracht de Bourgondische bezittingen in Habsburgse handen. In een vervolg op zijn boek ‘De Bourgondiërs’ reist Bart Van Loo zijn helden achterna, ook door Noord-Brabant. Met als titel ‘Stoute schoenen’. De hoofdpersonen in het verhaal zijn daar vooral ‘late’ Bourgondiërs, ofwel Habsburgs. Een buitenechtelijke dochter van keizer Maximiliaan I sleet haar dagen in ’s-Hertogenbosch.
door Lauran Toorians
Het in 2019 verschenen boek De Bourgondiërs van Bart Van Loo was meteen een bestseller en met de daarop voortbouwende podcasts was het hek helemaal van de dam. Het gebeurt vaker dat mensen mij – ik studeerde geschiedenis – vertellen dat geschiedenis zo’n mooi vak is en dat zij dat zo graag hadden gestudeerd. Maar dat mocht niet van hun ouders, want die vonden dat je beter iets kunt worden waarmee je de kost kunt verdienen. Nu valt daar best iets voor te zeggen, maar vaak zijn (of waren) het diezelfde ouders die betoogden dat je je hart moet volgen om gelukkig te worden. Van Loo deed dat blijkbaar ook en hij werd schrijver van doortimmerde historische boeken die lezen als romans. Gezien het onderwerp deze keer een beetje als een nieuwe Huizinga, al beschreef die alleen het herfsttij. Van Loo begon zijn verhaal in de prille lente. Of in de herfstdagen van het Romeinse Rijk, net hoe je het wilt zien.
Niet iets om je op te laten voorstaan
Met De Bourgondiërs laat Van Loo niet alleen zien dat geschiedenis een meeslepend verhaal kan zijn, maar ook dat het behoorlijk onzinnig is dat (Noord-)Brabanders zichzelf nu als ‘echte Bourgondiërs’ afficheren. Een simpele blik op het kaartje van de Bourgondische vorstendommen achterin het boek leert dat vrijwel heel het huidige Nederland en België en een flink deel van Frankrijk ooit Bourgondisch was. Dus niet echt iets om je als Brabander op te laten voorstaan. Bovendien werden we domweg ingelijfd, net zoals dat eerder ook in het hertogdom Brabant was gebeurd. Als we dat ‘vertalen’ naar 1940-’45 krijgt de trots een wrange bijsmaak. Maar het is dan ook de winnaar die de geschiedenis schrijft.
Het succes van De Bourgondiërs vroeg natuurlijk om een vervolg, en na de podcast die nog meer een uitbreiding was dan een vervolg is er dan nu een tweede boek: Stoute schoenen. Waar het eerste boek al een dikke pil is met 604 bladzijden, telt deze sequel er 848. En ook dit boek kent een digitale evenknie met nog meer informatie plus een oproep aan lezers om met aanvullingen te komen. Geschiedenis is nooit af. De ondertitel ‘In de voetsporen van de Bourgondiërs’ maakt duidelijk dat het hier om een reisboek gaat. Niet meteen een gidsje dat je in je rugzak stopt, maar wel een boek vol inspiratie om plekken te bezoeken die op de een of andere manier zijn te verbinden aan de Bourgondiërs, plekken die in goed Frans lieux de mémoire kunnen worden genoemd, herinneringsplekken.
Aaneengeregen tot een kronkelend lint
In Stoute schoenen reist Van Loo ‘dwars door België’ ‘naar Nederland’ en dan ‘door Vlaanderen en Artesië naar Bourgondië’. Aan het eind daarvan hebben we zo’n vijfhonderd pagina’s gehad en daarna gaat het verder door Bourgondië naar Zwitserland en de Franche-Comté. Steden en dorpen, historische gebouwen, grafmonumenten en musea worden aaneengeregen tot een kronkelend lint. Niet een route die ooit door enige Bourgondiër is afgelegd, maar wel allemaal plekken of museumstukken waarvan we kunnen aannemen dat een Bourgondiër er ooit stappen achterliet, een vingerafdruk op zette of er op zijn minst naar heeft gekeken. Of dat de geschiedenis – en daarmee die Bourgondiërs – dichterbij brengt, is natuurlijk sterk afhankelijk van de mate waarin de lezer/kijker zich daarvoor openstelt. Toch lijkt wel vast te staan dat plaats en tijd door een gebeurtenis met elkaar worden verbonden. Denk maar aan de Grebbeberg, de Waalsdorpervlakte, het Capelse Veer of, in een andere sfeer, de Hervormde kerk in Nuenen.
Allemaal plekken of museumstukken waarvan we kunnen aannemen dat een Bourgondiër er ooit stappen achterliet, een vingerafdruk op zette of er op zijn minst naar heeft gekeken.
Herinneringen aan de late middeleeuwen is bijna een contradictio in terminis. Het is te lang geleden en er staat uit die periode ook niet heel veel meer overeind, al helemaal niet in oorspronkelijke staat. Zelfs het middeleeuwse Slot Loevestein, met een oorsprong in 1358, associëren we eerder met Hugo de Groot die hier in 1621 wist te ontsnappen dan met bouwheer Dirk Loef van Horn. De Bourgondiërs kwamen in het huidige Noord-Brabant in gebouwen die toen vaak vrij nieuw waren of nog volop in aanbouw. Soms staan die er nog, veelal hevig verbouwd.
Lyrisch over het Markiezenhof
Met Van Loo begint het bezoek aan het huidige Noord-Brabant in Bergen op Zoom, waar we vanuit Lier en Antwerpen aankomen. Waarschijnlijk werd die reis in de late middeleeuwen gemaakt per schip over de Schelde die toen nog dichter langs Bergen op Zoom stroomde. De stad had een haven die van belang was voor de grote jaarmarkten die rond Pasen en Allerheiligen in Bergen op Zoom plaatsvonden.
Vanuit de haven betreden we de stad dan via de nog steeds bestaande Lievevrouwepoort en de straat die leidt naar het Markiezenhof, het stadspaleis van de heren van Bergen. Deze heren uit de familie van Glymes behoorden tot de hoge adel en waren op allerlei manieren verknoopt met de Bourgondiërs. Van Loo schrijft lyrisch over het Markiezenhof.
Aanleiding voor dit deel van de reis in Stoute Schoenen is dat de broers Jan III en Hendrik van Bergen (dus van Glymes) in 1496 waarschijnlijk ook zo vanuit Lier via Antwerpen naar Bergen reisden. Hendrik van Bergen was bisschop van Kamerijk en was in 1493 benoemd tot kanselier van de Orde van het Gulden Vlies en tot eerste raadsheer van Philips de Schone. Hij was het die in 1496 in de Gummaruskerk in Lier het huwelijk van Philips de Schone met Johanna van Castilië (later ‘de Waanzinnige’) inzegende. Zijn broer Jan, ook Vliesridder, was daarbij vanzelfsprekend aanwezig.
Kasteel van Wouw niet genoemd
Vanuit Bergen op Zoom gaat het naar Breda, waarbij Van Loo de kans mist om ook iets te zeggen over het grote en (toen) prachtvolle kasteel van Wouw dat in die tijd ook tot het bezit van de van Glymes behoorde. Recent archeologisch onderzoek zette dit kasteel opnieuw in de schijnwerpers. In Breda waaiert het verhaal uit met wetenswaardigheden over het kasteel van Breda en de Grote Kerk en natuurlijk de Nassaus. Dit lijkt een uitstapje, want vervolgens keren we terug naar Bergen op Zoom.
Ook Filips de Schone en zijn kersverse echtgenote Johanna van Castilië kwamen na de huwelijkssluiting in Lier naar Bergen op Zoom om van daaruit de verschillende steden en gewesten in het huidige Nederland te bezoeken en zich daar als nieuwe vorsten te laten inhuldigen. Dat voerde hen naar Middelburg en Breda en aansluitend naar ’s-Hertogenbosch, de vierde stad van het hertogdom Brabant en een belangrijke vesting bij de grens met Gelre. Ook hier waaiert het verhaal uit, van de stichting van de stad in een jachtgebied (bos) van de hertog tot de verheffing van de Sint-Jan tot kathedraal en naar Jeroen Bosch wiens werk bij de machthebbers erg in de smaak viel. Opvallend is hier eigenlijk steeds dat de hoofdpersonen in het verhaal inmiddels veel meer Habsburger zijn dan Bourgondiër. Zij bouwen weliswaar voort op het imperium en de pracht en praal van de Bourgondiërs, maar er ontstaat toch een andere dynamiek. Filips’ vader Maximiliaan van Habsburg was in 1477 getrouwd met Maria van Bourgondië en voegde met grof geweld Vlaanderen toe aan zijn niet verworven bezittingen.
Buitenechtelijke dochter in ‘s-Hertogenbosch
Tijdens het bezoek van Filips de Schone aan ’s-Hertogenbosch in december 1496 voegde vader Maximiliaan zich bij hem. Dat deed hij niet alleen om daar zijn zoon te zien, maar ook om een buitenechtelijke dochter te bezoeken die hij hier in 1481 had verwekt. Het veertiende kapittel van de Orde van het Gulden Vlies had toen plaatsgevonden in de hertogstad en daarbij had Maximiliaan zich blijkbaar een uitstapje veroorloofd. De dochter, Barbara Disquis, was in 1496 inmiddels ingetreden in het Geertruiklooster waar zij met enige regelmaat bezoek ontving van haar hoogadellijke familieleden. Dat klooster is al lang verdwenen, maar de naam van de Barbaraplaats herinnert nog aan haar bestaan.
Gelogeerd werd er in ’s-Hertogenbosch in het Hof van Zevenbergen, een toen nieuw stadspaleis dat was gebouwd door Cornelis van Glymes, heer van Zevenbergen, die ook Vliesridder was. De Orde van het Gulden Vlies fungeerde voor de Bourgondiërs en de Habsburgs als een soort Rotary vol standsgenoten waarop steeds een beroep kon worden gedaan. Dat Hof van Zevenbergen onderging later tal van verbouwingen zodat nu niet veel meer dan een binnenplaatsje met een arcade van het oorspronkelijke paleisje rest.
Oogst is wat mager
De reis van Van Loo gaat hierna in één ruk door naar Nijmegen en dan zijn we Noord-Brabant alweer uit. De oogst is daarmee wat mager en zoals gezegd gaat het meer over Habsburgs dan over Bourgondiërs. Dat is geen ramp, maar het valt op dat Van Loo hiermee de geschiedenis wat verder heeft opgerekt dan hij in De Bourgondiërs deed. Misschien komt hij nog toe aan een vergelijkbaar boek ‘De Habsburgs’ waarin zeker de periode van Maximiliaan I tot en met diens kleinzoon Karel V volop vertelstof biedt. Het was een culturele bloeiperiode, juist ook voor het hertogdom Brabant.
Het boek is rijk geïllustreerd. Met foto’s van Geert van de Velde, meldt de titelpagina, maar ook met veel foto’s die zijn aangeleverd door bijvoorbeeld musea en bibliotheken en door Wikipedia. Een groot deel van die foto’s lijkt door een bewerkingsprogramma te zijn gegaan waarbij de kleuren zijn ‘verhard’ en de contrasten verscherpt. Je moet ervan houden, maar het draagt wel bij aan de eenvormigheid door het hele boek.
Bart Van Loo, Stoute schoenen. In de voetsporen van de Bourgondiërs. Amsterdam: De Bezige Bij 2024, 848 pp., ISBN 978-94-031-4791-8, hb., € 45,00 (e-boek € 22,99).
Op 10 december 2024 lezing van Bart Van Loo in Theater De Maagd in Bergen op Zoom
Meer over de middeleeuwen op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024