Wethouder Hendrickx: ‘Bezuiniging voelt als minachting voor kunst en cultuur’ 

Dertien jaar geleden schokte staatssecretaris Zijlstra de kunst- en cultuursector met keiharde bezuinigingen, zo’n tweehonderd miljoen. Nu zet de artistieke sector zich opnieuw schrap voor een grote bezuiniging door het kabinet Schoof. Kaalslag dreigt, vreest de sector. Voor wethouder Marcelle Hendrickx voelt dit beleid als ‘minachting’ voor kunst en cultuur.

door Emmanuel Naaijkens  

De kunst- en cultuursector krijgt het de komende jaren hard te verduren. Het nieuwe kabinet gaat flink bezuinigen op de uitgaven. Culturele instellingen, artiesten, beeldend kunstenaars en andere creatievelingen krijgen het voor hun kiezen. Het zou gaan in het ongunstigste geval gaan om een bedrag van driehonderdvijftig miljoen euro wat er wegvalt aan inkomsten. Volgens een consortium van belanghebbenden leiden de voorgenomen maatregelen – minder subsidie, minder inkomsten, hogere kosten – tot een kaalslag. In het consortium bundelen culturele sector, private financiers en gemeenten hun krachten.

Hendrickx
Wethouder Marcelle Hendrickx. Foto > Merel van Dooren

Je zou kunnen zeggen dat de culturele sector inmiddels wel wat gewend is als het gaat om slecht nieuws. In 2011 schokte staatssecretaris Halbe Zijlstra de culturele wereld met het bericht dat het Kabinet Rutte I tweehonderd miljoen ging bezuinigen. In Noord-Brabant probeerden provincie en grote gemeenten de effecten te temperen. “We zijn met elkaar tien jaar bezig geweest om de kaalslag die in 2011 is aangericht te repareren”, aldus de Tilburgse wethouder Marcelle Hendrickx (D66, cultuur). Het beleid van het kabinet Schoof ten aanzien van kunst en cultuur maakt dat weer ongedaan. 

“Dit snap ik gewoon niet. En dan komt het andere gevoel om de hoek kijken. Namelijk dat het eigenlijk een soort onderwaardering is. En misschien zelfs hier en daar wel minachting voor kunst en cultuur. Weet je, dan komen dat soort gevoelens naar boven. Dat je denkt ‘het kan toch niet waar zijn’.”

Landelijke analyse

Wethouder Hendrickx heeft binnen het bestuur van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) kunst en cultuur in haar portefeuille. Ze deed haar ontboezeming tijdens een persconferentie waar een landelijke analyse werd gepresenteerd van de negatieve effecten van het nieuwe beleid van het rijk. Bezuinigingen die komen op een moment dat de cultuursector langzaam weer is opgekrabbeld van de ingrijpende gevolgen van de coronapandemie. Een crisis die volgens Hendrickx aan het licht heeft gebracht hoe kwetsbaar culturele instellingen zijn. 

Maar ook op een moment dat sommige bestaande gezelschappen in nood verkeren omdat ze in de periode 2025 – 2028 minder of geen subsidie meer krijgen van rijk, provincie of gemeente. Zoals de Stilte en Bureau Pees (Breda), Katja Heitmann, Lustwarande (Tilburg), United Cowboys, BioArt Laboratories (Eindhoven) en Festival Cement, Bosch Parade (Den Bosch).  

Voorstelling van de King Sisters op Festival Cement in Den Bosch

Donkere wolken

En nu doemen er opnieuw donkere wolken aan de horizon als aankondiging van een perfect storm. Het kabinet Schoof vindt dat er enerzijds minder geld naar cultuur kan, en anderzijds dat er meer van de inkomsten naar de staatskas moeten vloeien. Dat laatste door de btw op toegangskaartjes te verhogen van 9 naar 21 procent. Een verhoging die overigens ook voor boeken, kranten en tijdschriften geldt. Maar dan weer niet voor pretparken en bioscopen.

Het gaat om vijf verschillende maatregelen die volgens een breed front van kunst- en cultuursector, gemeenten en private financiers grote gevolgen gaan hebben. 

Dit zijn de maatregelen:

  1. Verlaging van subsidies die het rijk verstrekt via verschillende fondsen zoals Fonds Podiumkunsten
  2. Verlaging van de algemene bijdrage van het rijk aan het zogeheten Gemeentefonds. Dat dwingt gemeenten tot bezuinigen. Omdat ondersteuning van kunst en cultuur voor gemeenten geen wettelijke verplichting is, bestaat de vrees dat lokale overheden op deze post bezuinigen
  3. De btw op tickets gaat van 9 naar 21 procent. Die prijsverhoging schrikt een deel van de bezoekers van culturele activiteiten af. Bovendien zien instellingen zich geconfronteerd met o.a. hogere loonkosten en exploitatiekosten. 
  4. De belastingaftrek van culturele giften (burgers mogen, onder voorwaarden, 125 procent van de gift aftrekken van hun inkomstenbelasting) gaat op de helling. Inmiddels is overigens duidelijk dat deze maatregel afgezwakt wordt.
  5. De kansspelbelasting gaat omhoog. Veel instellingen krijgen steun van onder meer de Postcodeloterij en de Vriendenloterij. Door verhoging van deze belasting komt er netto minder beschikbaar.

Het is vooral de stapeling van deze maatregelen die volgens de sector tot een kaalslag leidt. 

Scène uit de kindervoorstelling ‘De bellende engel’ van het gezelschap Pelgrim Maakt. Foto > Bart Grieten

Minder kans voor jong talent

Het zijn niet alleen de gesubsidieerde instellingen en producties die de gevolgen ondervinden van deze maatregelen. Ook zogeheten vrije producties, zoals cabaret, merken het effect. Niet alleen door duurdere kaartjes, maar ook omdat theaters jong talent niet zo snel meer een kans willen geven vanwege het financiële risico.    

Het consortium wijst er ook op dat het nog maar de vraag is of de verhoogde btw de staatskas zal spekken. Omdat theaters door de prijsverhoging minder kaartjes verkopen, levert dat per saldo minder belasting op. Ook wijst men op het verlies van werkgelegenheid als gevolg van de ingreep van het kabinet.  

Cathelijne Broers, directeur van het Cultuurfonds en woordvoerder namens alle betrokken partijen: “Onderschat de maatschappelijke waarden van kunst en cultuur niet. Het brengt mensen samen, zet aan tot kritisch denken en heeft een positieve invloed op onze gezondheid. Onze geschiedenis wordt in musea door heel Nederland in leven gehouden, zodat elke generatie kan leren over de Nederlandse kunst en cultuur, gebruiken en innovaties. Dat moeten we toch behouden en juist in investeren in plaats van op bezuinigen?” Broers voorziet een verarming van de culturele infrastructuur die ‘nu al tastbaar is buiten de Randstad en in grote kerngemeenten’. 

Brabant protesteert in 2011 tegen de bezuinigingsplannen van staatssecretaris Halbe Zijlstra.

Hendrickx: Dat willen we toch niet?

Wethouder Hendrickx betoogt dat het belang zich niet beperkt tot sec de kunst- en cultuursector. Ook andere delen van de samenleving hebben er volgens haar baat bij. “Die impact gaat verder dan de kunst en cultuursector. Het gaat ook over talentontwikkeling van onze inwoners, over het tegengaan van eenzaamheid en het bevorderen van welzijn van mensen. Toegang tot kunst en cultuur heeft daar een heel positief effect op”. Ook waardevolle samenwerkingen binnen culturele regio’s komen op de tocht te staan. Kunst en cultuur worden al met al minder toegankelijk voor mensen met een kleine portemonnee, constateert de wethouder. “Dat willen we toch niet?”  

Reacties (2)

  1. Lauran Toorians schreef:

    Wat moeten musea, theaters, podia en bibliotheken doen om te worden aangemerkt als pretpark?

  2. Peter van den Besselaar schreef:

    Een kabinet dat zichzelf ambitieus noemt, bezuinigt op onderwijs en cultuur… Dat is al gek. Álle drie de planbureaus (Centraal Planbureau, Sociaal Cultureel Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving) hebben kritiek en duiden dat er geen prioriteit ligt bij de brede welvaart later. Dat is ongerijmd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *