column door JACE van de Ven •
“Door het vinden van een loopgraaf met soldaten ben ik erachter gekomen dat ik niet op zoek was naar spulletjes, maar naar mensen.” Jean-Paul de Vries (55) zit op het terras van zijn museum War for Peace in Romagne sous Montfaucon, vijfendertig kilometer ten noordwesten van Verdun. Tijdens het beleg van die stad in de Eerste Wereldoorlog lag dat dorp net achter de Duitse linies. Duitse soldaten leefden er op de momenten dat ze vrij waren. Pas in 1918 werd er vreselijk gevochten tussen Duitsers en Amerikanen.
Jean-Paul de Vries ging met zijn ouders vanaf zijn zevende jaar jaarlijks in Romagne sous Montfaucon kamperen. Als puber sjeesde hij er elk weekend naartoe om met zijn maten in de velden rond het dorp naar oorlogstuig te zoeken, geweren, helmen, al dan niet ontplofte granaten. Hij zat toen in Eindhoven op de havo, nadat hij zijn lagere schooljaren had doorgebracht in Alphen en in Breda waar hij op het Ginneken geboren was. Sedert dertig jaar is Romagne sous Montfaucon zijn woonplaats.
Al in Eindhoven had hij zo’n grote collectie Eerste-Wereldoorlogspullen dat leraren van zijn school met klassen bij hem langskwamen om aanschouwelijk onderwijs te geven. Het was in die tijd dat hij op een dag geen roestige geweren of helmen vond, maar enkele soldaten in een ingestorte loopgraaf. Hij was negentien, de jongens die hij opgroef uit het zand precies even oud als hij.
Jean-Paul de Vries vond op een dag een gesneuvelde soldaat
De vondst van de jongens veranderde de aard van zijn fascinatie voor de Eerste Wereldoorlog essentieel. Zoals gezegd kwam de mens daarin centraal te staan, niet de mens als soldaat van de een of andere partij, maar de mens die de pineut is, offerdier van de waanzin die met fanatisme uitgedragen ideologieën voortbrengt. Jean-Paul de Vries kijkt sindsdien niet meer naar het uniform dat een militair aan heeft, maar naar diens ogen. Wat leest hij in de ogen van een soldaat, de zucht naar oorlogsroem, angst, afkeer of berusting.
Extra reden om niet meer naar partijen te kijken, was de houding van de burgemeester van Romagne sous Montfaucon bij wie hij zijn lugubere vondst kwam melden. Toen die er achter kwam dat het om Duitse soldaten ging, maakte hij zich er niet druk meer om, terwijl De Vries tot op de dag van vandaag de namen van de jongens die hij vond bij zich draagt, Paul Rosteck en Wilhelm Brinkmann.
In hetzelfde jaar van zijn lugubere vondst moest De Vries in militaire dienst. “Maar dat kon ik niet meer”, herinnert hij zich nu, zesendertig jaar later. “Daarbij was ik hevig verliefd op Jacqueline die heel mijn leven mijn muze is gebleven. Ik wilde bij haar zijn.” Het werd dan ook niks daar in dienst en na drie weken werd hij met S5, ‘psychisch ongeschikt’, naar huis gestuurd. Daar zat hij. Havo weliswaar voltooid, maar de pabo niet afgemaakt en de Ziekte van Bechterew die voor vergroeiingen zorgde en vreselijke rugpijnen. De Vries dronk teveel en blowde teveel, maar vond uiteindelijk weer richting in zijn leven: aandacht vragen voor de mens achter de oorlogsellende.
Op zoek naar identiteit van militairen
Nog steeds is dat een hoofdtaak van zijn museum War for Peace. Via gevonden identiteitsplaatjes van soldaten of de namen op de graven van eerste provisorische begraafplaatsen die er waren, probeert hij, met hulp van een aantal vrienden, de families van nooit getraceerde, gesneuvelde soldaten te achterhalen. Om ze thuis te brengen. Dat is inmiddels al heel wat keren gelukt.
In het museum War for Peace zie je geen keurige, naar type gerangschikte uniformen, geweren, granaten of helmen. Ze zijn er wel, maar dan verfomfaaid of verroest, net als de schoppen waarmee de soldaten de loopgraven groeven of er een graf mee maakten voor hun maten. Je ziet etensbakjes waar ze hun naam in hebben gekrast, of prullaria die door hen versierd zijn. Ergens ligt een uit zink geknipt hartje met de naam Simone Lotte erin gegraveerd. Jean-Paul de Vries heeft ontdekt dat Simone Lotte het jonge dochtertje was van de bakker van Romagne en denkt dat een Duitse soldaat met heimwee naar zijn eigen kinderen het hartje gemaakt heeft.
“Hier wordt niks gepoetst”, zegt De Vries, “en alles mag worden aangeraakt. De spullen die hier als achtergelaten liggen, zijn van mensen die ooit leefden. Ik hoop dat de scholieren die hier komen hun schietcomputerspelletjes onderbreken en in plaats daarvan een helm met kogelgaten oppakken.” In de dertig jaar dat het museum bestaat, heeft het zich ontwikkeld tot een actief instituut van waaruit – de naam War for Peace zegt het al – een oproep tot vrede uitgezonden wordt. De Vries heeft die onder meer verpakt in een heel persoonlijke voorstelling ‘Hoe heeft het zover kunnen komen?’ waarmee hij optreedt in theaters. Zijn vriend, cabaretier Diederik van Vleuten, adviseert hem daarbij. Daarnaast doet hij begeleide wandelingen, geeft gastlessen op school, produceerde mede het prachtige boek Secrets of Romagne van fotograaf Marco Magielsen en werkt momenteel aan een biografie over hoe honderd jaar na dato een zinneloze oorlog zijn leven bepaalt.
Vlaggen voor Vrede
Ook is er het project ‘Vlaggen voor Vrede’ dat al enkele kleinere verschijningsvormen heeft gekend, maar dat in voorjaar 2025 de vallei van La Robinette bij Romagne zal overspoelen met vijftienduizend rode vlaggen. Elke vlag symboliseert het bloed dat vloeide, maar ook de liefde. “Elke soldaat werd thuis door zijn naasten geliefd”, veronderstelt De Vries. In Nederland zijn momenteel drie scholen bezig om de vlaggen te maken. Wie het project wil sponsoren? Dat kan door twee euro vijftig per vlag over te maken. Op de site van het museum staat precies hoe dat moet. Ook kan men het museum, dat zonder subsidie bestaat, steunen via de stichting Vrienden Museum Romagne.
In Museum War for Peace kun je de oorlog aanraken en met spulletjes van meer dan honderd jaar geleden in je hand de waanzin gewaar worden die in ons mensen huist en die om de zoveel jaar als bij een vulkaan naar buiten knalt. Wie weet gebeurt dat spoedig weer, aan alle kanten om ons heen is het al gevaarlijk aan het rommelen. Hoe dat te voorkomen? “Oorlog is mensenwerk”, besluit Jean-Paul de Vries, “het zijn mensen die een oorlog beginnen en het zijn ook alleen mensen die er een einde aan kunnen maken.”
Musee Romagne 14-18 War for Peace is te vinden achter de kerk van Romagne sous Montfaucon aan de Rue de l’Andon 2. Het is tot eind augustus 2024 open in de namiddagen van woensdag tot en met zondag. Over de openingstijden daarna en voor andere info: mail naar info@romagne14-18.com, of kijk op de website van het museum.
Bekijk de aflevering ‘Stille getuigen’ van het tv-programma Andere tijden
Lees meer columns van JACE op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024
Een museum zoals een museum hoort te zijn. “Rauwe werkelijkheid”. Dat maakt indruk…
Heel mooi en tevens treurig verhaal Jace, over een vreselijk verleden.
Ik bezocht het museum een paar jaar geleden en sprak met Jean Paul. Maakte heel veel indruk.
elke keer als ik in de buurt ben ga ik er heen. het oorlogsmateriaal fascineert me mn hele leven al enorm, waarom?? ben ik misschien een reïncanatie?? ik was te jong om te denken en het spul had mij al in zijn greep.
nu word ik 65 en kijk met heel andere ogen. ik begrijp de wereld niet meer omdat wij mensen te dom zijn om van onze geschiedenis te leren, of willen we dat misschien niet. morgen ga ik er weer heen en alweer voelen, snuiven en ervaren. ik ken de allerkleinste details van welk spul dan ook alsof ik er zelf mee gelopen heb. maar ik herken nog steeds de gevoelens en gedachten der mensheid niet. er kunnen niet genoeg plekken zoals die van de Vries zijn. wordt wakker en besef dat een stel idioten jou geen oorlog in kunnen sturen!!!