De verdeling van de cultuursubsidies voor de periode 2025 – 2028 houdt de gemoederen bezig in de culturele sector van Brabant. Belangenorganisatie de Kunst van Brabant kreeg tientallen klachten. Sommige instellingen die geen subsidie meer krijgen, dreigen ten onder te gaan. Zoals Theaterfestival Cement in Den Bosch.
door Emmanuel Naaijkens
Bij De Kunst van Brabant, belangenorganisatie van de cultuursector, zijn enkele tientallen reacties binnengekomen op de verdeling van de provinciale cultuursubsidies voor de periode 2025-2028. De toekenning én afwijzing van de aanvragen is donderdag 4 juli bekendgemaakt door de Provincie Noord-Brabant.
Niet alle aanvragen van de culturele instellingen zijn gehonoreerd. Dat heeft te maken met het beschikbare budget van de provincie, maar ook met de adviezen die zijn uitgebracht door een speciale beoordelingscommissie van experts. In het culturele veld zijn kritische geluiden te horen over de kwaliteit van de adviezen. De Kunst van Brabant (dKvB) verzamelt die reacties en wil daarover in gesprek met gedeputeerde Bas Maes (onder andere van cultuur).
Volgens Ap de Vries, voorzitter van dKvB, is er in een aantal adviezen sprake van onzorgvuldigheden en soms van pertinente onjuistheden die tot een negatief advies hebben geleid. Het is dKvB ook opgevallen dat er aanvragen voor cultuursubsidies zijn beoordeeld op criteria die vooraf niet zijn gecommuniceerd.
Wat er mis zou zijn gegaan
De Vries wil geen namen van gedupeerde instellingen noemen, maar hij kan wel enkele voorbeelden geven van wat er mis zou zijn gegaan. Zo is een instelling verweten dat die in de schulden zou zitten, terwijl er sprake was van een positief saldo. Een andere aanvraag is afgewezen omdat een bijlage zou ontbreken, terwijl die wel is meegestuurd.
Een jong gezelschap kreeg te horen dat het weerstandsvermogen te klein is. Daarbij is volgens De Vries niet meegenomen dat beginnende initiatieven altijd een klein vermogen hebben. Zij zijn nog ‘in de groei’. Weer een andere instelling kreeg te horen dat er ‘te veel geld op de bank stond’, maar het ging hier om coronagelden. Een opvallende opmerking in een van de adviezen is volgens De Vries dat de aanvragende instelling werd verweten dat de directeur al te lang op zijn post zit.
Culturele instellingen kunnen op drie niveaus subsidie aanvragen: rijk, provincie en gemeente. Vorige week is door het rijk en de zes landelijke cultuurfondsen bekendgemaakt hoe zij de aanvragen voor cultuursubsidies verdelen. Ook enkele tientallen culturele instellingen uit Noord-Brabant hebben een aanvraag ingediend. Daarvan is een deel gehonoreerd, maar er zijn ook instellingen buiten de boot gevallen. Bijna alle grote gemeenten in Noord-Brabant hebben de aanvragen voor cultuursubsidies voor 2025-2028 ook al beoordeeld, en toegekend of afgewezen.
Kamerorkest Kamerata met lege handen
Het Eindhovense jeugdtheatergezelschap Oortwolk, opgericht in 2020, kreeg op alle drie de niveaus een positief advies van de afzonderlijke beoordelingscommissies. En dus drie keer subsidie. Maar het befaamde kamermuziekorkest Kamerata Zuid uit Tilburg kreeg tweemaal een afwijzing en staat nu met lege handen. Bureau Pees in Breda kan alleen rekenen op subsidies van de gemeente en moet de ambities naar beneden bijstellen.
Festival Cement in Den Bosch, dat zich richt op theater door jong talent, dreigt ten onder te gaan door een afwijzing van de provinciale subsidie. De instelling kreeg wel een positief advies, maar geen geld omdat het budget ontoereikend is. Het pijnlijke voor Cement, dat vijfentwintig jaar bestaat, is dat door dit besluit ook de wel toegekende landelijke subsidie aan hun neus voorbij gaat. Dit is het gevolg van de voorwaarde van het landelijke Fonds Podiumkunsten dat de subsidie alleen wordt uitgekeerd als ook Brabant subsidie verstrekt. Cement voert nu actie onder het motto ‘Huilen mag’.
Vraagtekens bij systeem van cultuursubsidies
De Kunst van Brabant vraagt zich af of het huidige subsidiesysteem wel helemaal adequaat is. Doordat er geen onderlinge afstemming is tussen de subsidieverstrekkers (rijk, provincie, gemeente) kan het gebeuren dat er verschillende uitkomsten zijn. De ene culturele instelling wordt ‘overgesubsidieerd’, en een andere instelling niets krijgt waardoor het voortbestaan in gevaar komt. Ook komt het voor dat een instelling op het ene niveau uiterst positief wordt beoordeeld en op een ander niveau juist niet. De motivatie is dan lang niet altijd duidelijk.
Voorzitter de Vries verwacht dat de instellingen die bot hebben gevangen bij de provincie een bezwaarprocedure zullen starten. De Kunst van Brabant is er overigens zeer positief over het besluit van de provincie om het cultuurbudget voor de hele periode 2025-2028 met drie miljoen extra te verhogen. Dat is bovenop het eerder vastgelegde budget van afgerond 30,5 miljoen. Daardoor kwamen elf instellingen meer voor subsidie in aanmerking dan aanvankelijk was voorzien. De belangenorganisatie gaat zich bij de provinciale politiek nog wel sterk maken voor een verdere verhoging van het budget.
Tweemaal gemeentelijke cultuursubsidies voor Playgrounds
Culturele instelling Playgrounds, dat zich richt op de digitale culturele wereld, krijgt subsidie van de provincie Noord-Brabant en van thuisstad Eindhoven en Breda. Een woordvoerder van de gemeente Breda licht dit toe:
“Eind vorig jaar heeft de gemeente Breda een nieuw cultuurbeleid vastgesteld. In dit beleid wordt de focus gelegd op talentontwikkeling en de inzet voor en door jeugd en jongeren. In het beleid is ook opgenomen dat de culturele basisstructuur van vier naar vijftien instellingen wordt uitgebreid. Playgrounds is een van de instellingen die vanaf 2025 tot die basisstructuur behoort. Zij ontvangt vanaf dat moment een begrotingssubsidie van 150.000 euro per jaar voor de periode 2025-2028. Met deze subsidie gaat Playgrounds activiteiten ontwikkelen gericht op games, die passen bij de infrastructuur van de stad, en de talentontwikkeling van Breda. Playgrounds geeft hiermee invulling aan de Bredase ambities op het gebied van gaming, die niet alleen voortkomen uit het cultureel, maar ook het economisch beleid van de gemeente. Playgrounds gaat hiervoor samenwerken met het onderwijs (MBO en HBO, waaronder de game-opleidingen van BUAS), de cultuursector en het bedrijfsleven. Voor de basisinstellingen geldt dat ze statutair gevestigd moeten zijn in de provincie Noord-Brabant en een vast programma hebben in Breda. En dat is het geval bij Playgrounds.”
Lees meer over De Kunst van Brabant op Brabant Cultureel
Reacties (1)