column door Arnold Verplancke •
Nu het nieuwe concert- en theaterseizoen nog ver weg is, heb ik me weer eens bezondigd aan een concertreisje, dit keer gewijd aan de componist Richard Strauss (niet te verwarren met zijn naamgenoot Johann ‘van de walsen’). Maar voordat ik daarover begin, wil ik hier aandacht schenken aan Het Zuidelijk Toneel dat ook zijn programma voor 2024/25 heeft gepubliceerd. Het gezelschap is gevestigd in Tilburg, werkt met zes vaste spelers en vanaf 1 januari met Sarah Moeremans als eerste vrouwelijk artistiek directeur.
Aan nieuwe voorstellingen presenteert Het Zuidelijk Toneel niet alleen ‘Schopenhauer’, waarover ik vorige keer al in mijn column heb geschreven, maar ook ‘Reigen re/Erected’. en ‘We Are The World, We Are The Brabant’. Met Artemis maakt de groep bovendien nog een 8+ voorstelling, die simpel ‘De 8+’ heet, geregisseerd door Jetse Batelaan. In deze voorstelling over schaarste, raken juist mensen die eigenlijk nooit iets hebben moeten missen toch ook langzaam alles kwijt.
Een rood-wit-geblokt feestje
Begin 2025 nodigt Het Zuidelijk Toneel zijn publiek uit voor een Brabants feestje in de grote zaal met ‘We Are The World, We Are The Brabant’. Met deze debuutvoorstelling als artistiek directeur duikt Sarah Moeremans dan samen met de zes acteurs in ‘het Brabantse’, zoals ze dat noemt. Daarbij wordt ze geholpen door lokale amateurspelers. Het resultaat moet een verrassend, geestig, veelzijdig en honderd procent incompleet portret van Brabant, opleveren, hopen zij. ‘Een rood-wit-geblokt feestje over identiteit, gemeenschappelijkheid en verschillen.’
Het Zuidelijk Toneel brengt ook twee voorstellingen van nieuwe makers. Regisseur Ada Ozdogan maakt theater voor je oren, geïnspireerd door iconische films en soundtracks in ‘Holly Goosebumps’. En in ‘Humbert Humbert’ keert theater- en filmregisseur Silke van Kamp de schandaalroman Lolita uit 1955 binnenstebuiten en geeft zij het verhaal opnieuw vorm, radicaal vanuit het vrouwelijke perspectief.
Een langdurig opvoeringsverbod
De voorstelling ‘Reigen re/Erected’ noemt Het Zuidelijk Toneel een reprise omdat het stuk al op het Oerol te zien was in 2022. De voorstelling leunt in de verte op de historische tekst Reigen van Arthur Schnitzler (1862-1931) waarvoor in de twintigste eeuw een langdurig opvoeringsverbod gold van de schrijver zelf. Hij had de dialogen aanvankelijk geschreven om te lezen. Toen ze toch werden opgevoerd, zag men in de theaters tien verschillende erotische scènes aaneengeregen, waarin telkens de een zijn genot zocht ten koste van de ander. Schnitzler wilde zo aan de kaak stellen hoe in zijn tijd erotiek in het geniep werd misbruikt. Zijn stadgenoot Sigmund Freud (1856-1939) was een groot bewonderaar van de schrijver.
De uitvoeringen zorgden voor stormen van verontwaardiging en protest in Wenen, Berlijn en overal. Zozeer dat Schnitzler verbood het stuk ooit nog op te voeren. Dat bleef van kracht tot vijftig jaar na zijn dood. Zijn zoon Heinrich hief het verbod op en zo kwam ‘Reigen’ in 1982 wereldwijd terug op het repertoire. In Nederland verscheen dat jaar een vertaling met als titel ‘Reidans’, door Martin van Amerongen met tekeningen van Kurt Löb. Overigens had de Haagse Comedie zich in 1971 al stiekem gewaagd aan een opvoering die allerwegen werd geprezen, uitgezonderd in Vrij Nederland dat het een onwaardig ‘erotisch abbatoir’ noemde. Ik herinner mij zelf later een geslaagde voorstelling door het Noord Nederlands Toneel in 1995 van wat toen ook ‘Reidans’ heette.
Reigen kluchtig avondje uit
Gezien de promotiefoto die Het Zuidelijk Toneel van ‘Reigen re/Erected’ levert – twee acteurs en een actrice met potsierlijke kledij en pruiken – zal deze Oerol-versie weinig meer met Schnitzler te maken hebben, maar eerder een kluchtig avondje-uit worden. Het Dagblad van het Noorden kopte in 2022: ‘Oerol-hit van 2022 lijkt al bekend. “Rijgen” is een hilarische klapper met tien soorten seks waarna je een uur later nog pijn van het lachen hebt.’ De tekst Reigen verandert als een kameleon van Reidans naar Rijgen. De hoer, de soldaat, het kamermeisje, de echtgenoot, het lieve kind, de actrice en de graaf van begin vorige eeuw maken plaats voor een tinderdate, een langgehuwd stel, webcamgirls, een aseksueel, een happy single en een open relatie.
De componist Richard Strauss (1864-1949) was een tijdgenoot van Schnitzler en Freud. Hij woonde een groot deel van zijn leven in Garmisch-Partenkirchen waar zijn landhuis nog steeds staat. In die Zuid-Duitse stad worden jaarlijks de Richard Strauss Tage georganiseerd met concerten en lezingen en ook enkele exclusieve bezoeken aan de villa waar Strauss onder meer de opera’s ‘Der Rosenkavalier’ en ‘Ariadne auf Naxos’ schreef. Het festival duurde dit jubileumjaar, vijfenzeventig jaar na de dood van de componist, twee weken. Hoogtepunten waren ongetwijfeld de concertante uitvoering van ‘Ariadne auf Naxos’ en een kamerconcert waarin heckelfoons de hoofdrol speelden.
Een zeldzaam instrument
De heckelfoon is een vrij onbekend en zeldzaam instrument. De componist Richard Wagner (1813-1883) zocht er eigenlijk al naar. Hij miste een klank die tussen de Engelse hoorn en de fagot zou liggen, met het karakter van de hobo en de krachtige toon van de alpenhoorn, zoals hij het zelf omschreef. Wagner uitte zijn wens in 1879 tegenover de instrumentbouwer Wilhelm Heckel. Die ging ermee aan de slag, maar pas ver na de dood van Wagner presenteerde hij in 1904 de ‘heckelfoon’. Dat deed hij overigens wel in Villa Wahnfried in Bayreuth als eerbetoon aan Wagner.
Het instrument bestaat nu dus honderdtwintig jaar en dankt zijn bekendheid in de wereld van de symfonische muziek vooral aan Richard Strauss die het prominent gebruikte in onder meer zijn opera’s ‘Salome’ en ‘Elektra’ en in ‘Eine Alpensinfonie’. Na hem componeerden bijvoorbeeld ook Delius en Hindemith werken waarin dit instrument een rol speelt. De heckelfoon is ongeveer 1,4 meter lang en levert soms wel een probleem op voor kleine musici. Soms redden zij zich door drie stoelen op elkaar te stapelen. De heckelfoon wordt met een dubbelriet aangeblazen, behoort tot de familie van de hobo en zou tussen de bariton- en bashobo passen. Hij heeft een peervormige klankbeker.
Zes heckelfoons in hetzelfde concert
Toch blijft het een zeldzaam instrument. Sinds 1904 blijken er slechts honderdvijfenzeventig te zijn gebouwd. Dat er nu honderdtwintig jaar na de doop van de heckelfoon zes in hetzelfde concert waren te beluisteren in Garmisch-Partenkirche mag dus een unicum heten. De bespelers kwamen uit alle windstreken. De Finse Amelia Coleman, die wat kleiner van stuk was, behielp zich met een soort hoge barkruk.
Speciaal voor deze gelegenheid schreef componist Werner Schulze (1962) ‘Strauss-Studien voor heckelfoon en piano’, waarin vier heckelfoons samenklonken in thema’s van Strauss die hij aaneengeregen had. Maar ook in bewerkingen van eeuwenoude composities van Hildegard von Bingen en van Vivaldi kreeg het instrument alle kans zich te bewijzen. De bezoekers raakten gecharmeerd van de krachtige, warme, maar doordringende klank van de heckelfoon.
Volgens violist en reisleider Wouter Schmidt die de concertreis naar Garmisch-Partenkirche begeleidde, zijn er in Nederland waarschijnlijk niet meer dan drie van die instrumenten beschikbaar, in Amsterdam, Rotterdam en bij de omroeporkesten. Hij kon de deelnemers aan deze trip uitgebreid vertellen over de geprogrammeerde composities, de instrumenten, maar ook over het leven van de musici en de binnenwereld van de grote orkesten.
Ondergrond beeld voorpagina: de kopergravures Before and After van William Hogarth (1736)
Eerdere columns van Arnold Verplancke op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024