Tien keer per jaar mag een groepje van maximaal zeven bezoekers mee met een rondleiding door het zwaarbeveiligde depot van Museum Helmond. Daarin zijn achtduizend objecten – inclusief zevenhonderd werken op doek – onder strikte condities opgeslagen. Slechts tien procent daarvan haalt ooit de museumzaal.
tekst en foto’s Anja van den Akker
De weg naar het depot van Museum Helmond voert langs trapjes en gangetjes en zware hekken waarvan maar drie sleutels in omloop zijn. Museum Helmond wil geen enkel risico lopen en bezoekers moeten zich dan ook ruim van tevoren aanmelden. Om meer mensen te laten zien wat zich zoal achter de schermen van een museum afspeelt, valt sinds kort een rondleiding door het museumdepot te boeken.
Museum Helmond binnenste buiten
Deze rondleiding is een idee van directeur Esther Hartzema dat volgens conservator Sophie Beekelaar past binnen een bredere visie: het museum binnenste buiten keren. Het begon met een proef voor Vrienden van het Museum en dit beviel zo goed dat nu ook andere bezoekers mogen komen. De tour duurt ongeveer een uurtje.
Om te beginnen is daar de lift. De afmeting hiervan bepaalt of een kunstwerk in zijn geheel naar binnen kan, in delen of helemaal niet. Vooral de 3D-prints van tegenwoordig zijn vaak aan de grote kant, vertelt museumdocent Maartje van Wulfften Palthe. Denk bijvoorbeeld ook aan de vijf meter hoge sculptuur ‘De Tankman’ van Fernando Sanchez Castillo die hier onlangs te zien was in de tentoonstelling ‘Resilient Rebels’. Museum Helmond heeft aanzienlijk minder mogelijkheden dan nieuwere museumdepots waarbij dat van Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam de kroon spant. Daar past volgens de museumdocent zelfs een complete vrachtwagen in de lift.
De rekken waaraan de opgeslagen schilderijen zijn bevestigd, hebben een vaste omvang. Het is daarom vaak passen en meten om de schilderijen netjes weg te werken. De kunst hangt met slechts twee haken vast aan de bovenkant, zo hebben de schilderijen nog wat bewegingsvrijheid als er aan de rekken wordt getrokken.
Een aantal rekken blijft standaard dicht
Er is het museum alles aan gelegen om zo weinig mogelijk frictie te veroorzaken. Overigens wordt er niet regelmatig aan alle rekken getrokken om de doeken te tonen. In verband met de trillingen en het licht waaraan de werken dan worden blootgesteld, blijft een aantal rekken standaard ‘dicht’. De temperatuur in het depot is altijd tussen de negentien en twintig graden Celsius, de luchtvochtigheid vijfenvijftig procent. Dat luistert nauw en daarom mogen er niet te veel mensen tegelijk in de opslagruimte binnen.
Het depot heeft een aantal functies: beheer en onderhoud van de collectie, registratie van werken en de opslag van expositiemateriaal van het museum. Wie denkt dat een museum gemakkelijk wat spullen uit de voorraad kan verkopen, heeft het mis. Dat ligt moeilijk, omdat verkoop aan allerlei regels is gebonden. Dit om te voorkomen dat kunst naar het buitenland verdwijnt of dat er ‘even’ financiële tekorten worden gladgestreken. Het laatste wat uit het depot is verwijderd, was een installatie met PET-flessen uit de jaren negentig van de vorige eeuw. Simpelweg omdat ze waren vergaan. Ze konden niet eens meer in hun geheel worden verplaatst. Het depot wordt dus eerder voller dan leger.
Vanwege de historie als industriestad
De Helmondse collectie heeft een duidelijk thema en dat is ‘mens en werk’, vanwege de historie als industriestad. En daarnaast beeldende kunst uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw waarvoor Jan Bongaarts en Henk Pijnenburg de basis hebben gelegd. Tussen 1978 en 1988 kochten zij veel kunst gebaseerd op de populaire beeldcultuur in die tijd en uit de postindustriële samenleving. Sindsdien is er flink doorverzameld op deze thema’s die later door Frank Hoenjet, conservator moderne en hedendaagse kunst, uit de aankopen van beide heren gedestilleerd zijn.
Er zijn objecten uit de middeleeuwen, een Romeinse riolering en flink wat archeologische voorwerpen, maar het oudste bekende werk in bezit is van de laatmiddeleeuwse schilder Lucas Gassel die in Helmond is geboren. Het depot omvat werken met molens, heidelandschappen en dergelijke, maar ook erotisch getinte kunst. En er zijn allerlei oude gebruiksvoorwerpen, kruisbeelden en vaandels afkomstig van het iets verderop gelegen Kasteel van Helmond waar alles over de stadshistorie is te zien.
Soms geeft de achterkant van een schilderij waardevolle informatie over de herkomst. Zoals bij een prachtig klein doek van Edward Portielje (1856-1929) met als titel ‘De Spinster’, dat in een hoekje staat opgesteld. Sophie Beekelaar heeft het even op een schildersezel gezet vanwege het verhaal erachter. Het schilderij is afkomstig uit Duitsland en is vermoedelijk roofkunst: onvrijwillig afgestaan in de Tweede Wereldoorlog. ‘De rechtmatige eigenaar moet nog worden gevonden’, aldus de conservator.
Info over de rondleidingen: www.museumhelmond.nl
Meer over Museum Helmond op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024
Jammer dat in dit artikel weer de mythe in leven wordt gehouden dat Lucas Gassel geboren is in Helmond. Hij is in de omgeving geboren, vermoedelijk in Deurne, en als jongen naar Helmond verhuisd. Dit is uit archiefonderzoek gebleken.
Het schilderij van Portielje is geen bezit van Museum Helmond maar een bruikleen van de Rijksdienst Beeldende Kunst. Deze overheidsorganisatie voert op actieve wijze herkomstonderzoek uit naar de werken die zij beheert. Het werk behoort waarschijnlijk tot de categorie roofkunst. Helaas heeft onderzoek van de RCE nog niet geleid naar de oorspronkelijke eigenaar. Het is daarom niet aan Museum Helmond om dit onderzoek te doen. De opmerking dat het schilderij afkomstig is uit Duitsland is niet correct. Het zal tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland zijn gebracht. Het vermoeden bestaat dat dit vanuit Nederland is gebeurd. Daarom is het werk na 1945 teruggezonden naar Nederland.
Beste redactie,
Een boeiend aspect waar menig museum mee van doen heeft: roofkunst. Dat bleek ook tijdens een recente tentoonstelling van roofkunst in de Bergkerk in Deventer. Ik vind de reactie van mevrouw Hogervorst, voormalig conservator, nogal bevreemdend. Om te beginnen zegt het door haar bekritiseerde fragment in het artikel niets over de oorspronkelijke eigenaar van het schilderij, maar uitsluitend iets over de route die het werk in laatste instantie heeft afgelegd.
Daarnaast begrijp ik weinig van haar standpunt dat het niet aan het museum is om
onderzoek naar de oorspronkelijke eigenaar te doen, maar de taak van de RCE.
Het blote feit dat 80 jaar na de oorlog nog steeds geroofde kunst in allerlei musea in binnen- en buitenland hangt en sommige musea ( bijvoorbeeld het British Museum) zich van de meest vergezochte argumentatie bedient om artefacten binnen de eigen muren te houden, is schrijnend. Elke bijdrage , van welke kant ook, is welkom als het leidt tot opsporen van eigenaren en teruggave van werken.