Voorstelling ‘De steen in mijn mond’ schetst overtuigend moreel dilemma van verzet

‘De steen in mijn mond’ is een nieuwe voorstelling van Matzer over de dramatische belevenissen van een gewone Eindhovense familie in de Tweede Wereldoorlog. Actrice Juul Vrijdag vertelt door de ogen van puber Marietje indringend het verhaal, dat ook gaat over een moreel dilemma van verzet. De eerste reeks voorstellingen is in Kamp Vught, gevolgd door een tournee naar onder meer Best, Eindhoven en Veghel.

door Emmanuel Naaijkens scènebeelden > Karin Jonkers

Het is een kennelijk universeel verschijnsel: na een traumatische ervaringen zwijgen betrokkenen als het graf terwijl anderen niet ophouden om te vertellen wat hen is overkomen. In het eerste geval gebeurt het niet zelden dat op het eind van het leven alle opgekropte angsten als lava uit een vulkaan naar buiten komen. In het andere geval is juist veel praten een manier om overeind te blijven, of om mensen te waarschuwen dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Ook volgende generaties delen in het leed, zelfs wanneer er in de familie niet over is gesproken. Het zwijgen is veelzeggend genoeg.

In de familie van mijn vaderskant was de tweede wereldoorlog op de achtergrond aanwezig. Als ooms en tantes op visite kwamen, kwam die even op de voorgrond, maar vooral in grappige anekdotes. Hoe ze die Duitsers toch maar mooi te pakken hadden genomen. De oorlog als een spannend avontuur. Dat in hun omgeving mensen waren opgepakt en naar concentratiekampen weggevoerd – waar ze de dood vonden – daar zweeg men over. Hetzelfde gebeurde met belevenissen van de mannen die in Indië hadden gevochten in wat men toen verhullend ‘politionele acties’ noemde en wat tegenwoordig als een koloniale oorlog te boek staat.

Men liet nare herinneringen achter zich

Zo ging het in veel gezinnen, de olifant in de kamer werd niet benoemd. Zoals wel is geschreven, liet men de nare herinneringen liever achter zich. De schouders moesten onder de wederopbouw worden gezet. Maar een verschil van toen en nu is dat er na de oorlog niet of nauwelijks niet-materiele slachtofferhulp bestond. Nu zijn we gezegend met een heel stelsel om hulp te geven aan mensen in psychische nood.

dilemma

De voorstelling ‘De steen in mijn mond’ van Matzer Theaterproducties gaat over het leven van een gewone Eindhovense familie in de Tweede Wereldoorlog. Vader Simon van Hapert werkt bij Philips, moeder doet het huishouden en ogenschijnlijk raakt de bezetting hen niet echt. Dat neemt een dramatische wending als hun zoon Jan in juni 1944 bijna terloops bij een actie van het verzet betrokken raakt. Als kassier van een bureau in Bladel waar duizenden distributiebonnen zijn opgeslagen, geeft hij mensen uit het verzet toegang tot de kluis.

De Duitsers openen een klopjacht op de daders en de kassier moet onderduiken. Bij wijze van represaille pakken ze zijn vader en zijn zuster Ann op en zetten hen op transport naar concentratiekamp Vught. Als de geallieerden oprukken, worden vader en dochter afgevoerd naar respectievelijk de concentratiekampen Sachsenhausen en Ravensbrück in Duitsland. De vader zal niet terugkeren. Zijn dochter komt wel thuis, maar is zwaar getraumatiseerd door alle ontberingen en gruwelijke mishandelingen.

De last van het trauma was altijd voelbaar

‘De steen in mijn mond’ is van de hand van toneelschrijver Peer Wittenbols (Bergen op Zoom 1965). Hij baseerde het relaas op wat zijn moeder Marie van Hapert op latere leeftijd zo af en toe aan herinneringen naar boven haalde. Want echt praten over ‘d’n oorlog’ vond ze eigenlijk onzin en wuifde ze weg met een opmerking als ‘wat zijn nou vèf jaarkes op ’n hul mensenleven’. Maar het was een periode die het hele gezin Van Hapert met een trauma heeft opgezadeld dat onbesproken bleef, maar waarvan de last altijd voelbaar was.

dilemma
De opvoering van ‘De steen in mijn mond’ is in Vught in een barak op het voormalige concentratiekamp.

In het stuk wordt het verhaal verteld door de ogen van de dan veertienjarige Marietje. Het is alsof ze de toeschouwer laat meelezen in haar denkbeeldige dagboek. In kleurrijke taal – soms dialect – schetst Marietje de dagelijkse gang van zaken van het doorsnee gezin in de wijk Woensel. De gezinsleden worden naar goed Brabants gebruik met ‘ons’ aangeduid: ons vader, ons moeder, onze Jan, ons Ann, et cetera. Haar observaties van het gezinsleven zijn doorspekt met lichte ironie waar je als toeschouwer om moet grinniken.

Maar juist deze benadering maakt dat het loodzware onderwerp van de voorstelling te behappen is. Het gaat over het morele dilemma waar veel mensen in het verzet voor stonden. Mag je met je verzetsdaden het leven van andere, onschuldige mensen, onder wie je eigen familie, in gevaar brengen? Het lijkt erop dat kassier Jan zich daar niet van bewust was, maar hij heeft zijn hele leven geleden onder een zwaar schuldgevoel.

Op aansprekende wijze vormgegeven

Het is de verdienste van auteur Wittenbols en regisseur Madeleine Matzer dat zij in ‘De steen in mijn mond’ dramatische gebeurtenissen van tachtig jaar geleden op aansprekende wijze hebben vormgegeven. En de toeschouwer het morele dilemma voorhouden, waarover het gemakkelijk oordelen is als je in volledige vrijheid leeft. Mede dankzij het overtuigende spel van actrice Juul Vrijdag die, zevenenzestig jaar oud, geloofwaardig de rol vertolkt van de veertienjarige Marietje. Haar monoloog duurt ruim anderhalf uur, nu en dan ondersteund door pianospel en zang, en als toeschouwer zit je al die tijd op het puntje van je stoel.

Dat heeft er misschien ook mee te maken dat de eerste reeks van het stuk wordt opgevoerd in een barak op het terrein van Nationaal Monument Kamp Vught. Een beladen omgeving door wat zich daar allemaal heeft afgespeeld. Dichter bij de geschiedenis kun je bijna niet komen. Tegelijkertijd dringt de actualiteit van al het oorlogsgeweld zich op: elke dag ontstaan er nieuwe trauma’s in gezinnen in oorlogsgebied.

Voorstelling: De steen in mijn mond. Spel: Juul Vrijdag. Tekst: Peer Wittenbols. Regie: Madeleine Matzer. Compositie: Helge Slikker. Dramaturgie: Martine Manten. Decorontwerp: Sanne Danz. Lichtontwerp: Tim van ’t Hof. Techniek: Casper Vriens, Bo van Vliet. Regieassistentie: Sybe Gratama. Kostuumontwerp: Patricia Lim. Muzikant: Charlie Bo Meijering. Productie: Rick Hooijberg. De voorstelling is een coproductie van Matzer Theaterproducties, Nationaal Monument Kamp Vught en de Verkadefabriek. Gezien 6 mei 2024.

De eerste reeks voorstellingen in Vught is uitverkocht. Daarna is het stuk te zien in Best, Eindhoven, Amersfoort, Oss, Veldhoven, Veghel, Amstelveen en Arnhem. In september is er een extra reeks voorstellingen in kamp Vught. Zie speellijst voor nadere informatie.

Foto voorpagina: campagnebeeld De steen in mijn mond > René van der Hulst

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *