Prentbriefkaarten van Berkers Verbunt tonen nostalgie en het moderne leven

De prentbiefkaarten van Berkers Verbunt uit 1906 van dorpen en steden in Noord-Brabant en Limburg zijn geliefde verzamelobjecten. De reden is dat ze in kleur zijn verschenen. Met een lijvig boek en een presentatie in Museum Klok & Peel in Asten wordt aandacht besteed aan de initiatiefnemer van deze bijzondere prentbiefkaarten, Janus Berkers.

door Irma van Bommel

In 1906 adverteerde de firma Jos. Nuss te Haarlem met prentbriefkaarten met ‘kleurenfoto’s’ van stads- en dorpsgezichten met ‘het wondereffect van ’s avonds als de zon gaat dalen’. De advertentie noemt de techniek Tinto-Novum. Dat maakt nieuwsgierig, want het maken van kleurenfoto’s was technisch nog niet mogelijk, laat staan het afdrukken van kleurenfoto’s op papier. Wel werden zwart-wit foto’s en ook zwart-wit prentbiefkaarten met de hand ingekleurd.

Het blijkt te gaan om twee drukgangen

De Tinto-Novum techniek lijkt wel wat op de ingekleurde prentbriefkaarten, omdat de prentbriefkaarten die in genoemde techniek zijn gedrukt ook kleuren bevatten. Maar van kleurenfotografie is hier geen sprake. Het blijkt te gaan om twee drukgangen. Eerst wordt het papier bedrukt in twee of drie kleuren, blauw, geel of oranje, die in elkaar overlopen. Dit wordt de irisdruk genoemd, naar de iris in het menselijk oog. Op dit papier worden zwart-wit foto’s gedrukt in de lichtdruktechniek. De lichtdruk is een fotomechanisch procedé waarbij met inkt een fotoafdruk op papier gemaakt kan worden.

Twee hondenkarren in Swalmen. (klik op afbeelding voor een groter beeld in nieuw venster)

De uitvinding van Jos. Nuss bracht Janus Berkers (1874-1950) in Asten op het idee een grootscheeps project op te zetten voor de uitgave van prentbriefkaarten. Berkers runde met zijn vrouw Anna Kuipers (1872-1940) begin twintigste eeuw in Asten een boekhandel en drukkerij. In 1904 begon Berkers samen met Aloïsius Verbunt (1876-1942) uitgeverij Berkers Verbunt en in 1906 kondigden zij aan meer dan één miljoen prentbriefkaarten van Noord-Brabant en Limburg op de markt te willen brengen. Een ambitieus plan dat goed van start ging, maar uiteindelijk te hoog gegrepen bleek.

Prentbriefkaarten waren populair

Prentbriefkaarten, ook wel ansichtkaarten genoemd, waren begin twintigste eeuw populair voor het sturen van een korte groet vanuit het dorp of de stad waar men verbleef naar het thuisfront of naar vrienden en familie. Er was dus een markt voor en verschillende ondernemers sprongen in dat gat. Berkers Verbunt ging met drie fotografen aan de slag die ieder een eigen route volgden om dorpen en steden in beeld te brengen. Zij gingen op stap met een driewiel motor van Simplex met een kist waarin zich een platencamera, glasnegatieven en een statief bevond. Dat moet een bezienswaardigheid zijn geweest. Leuk is dat dit vervoermiddel op verschillende prentbriefkaarten staat afgebeeld.

Het kasteel in Heeze met de driewielmotor van de fotograaf.
Internaat De Ruwenberg te St. Michielsgestel.

Wie deze drie fotografen waren, is niet helemaal zeker. Waarschijnlijk was Janus Berkers zelf een van die drie. Vermoedelijk werkte ook fotograaf Nard Coolen (1865-1947), eveneens uit Asten, voor Berkers Verbunt en zeker is dat de Amsterdamse fotograaf August Vogt (1871-1922) aan dit project meewerkte. Op zijn bagagekist stond het opschrift ‘Ansichten Berkers Verbunt Asten’ en ‘Photograph’. Wie welke foto’s voor zijn rekening nam, staat helaas niet op de prentbriefkaarten vermeld.

Ambities leidden tot failliessement

Het lijkt erop dat ze vanuit Asten zijn begonnen en van daaruit hun actieradius hebben vergroot. Daarbij deden zij tachtig dorpen en steden aan in Oost-Brabant en Noord-Limburg. Van Horn in het zuiden tot Lith in het noorden en Capelle in het westen. Toen stopte het project. Het bleek te ambitieus. Berkers Verbunt ging failliet. Een van de redenen kan zijn geweest dat de belangrijkste opdrachtgever van Janus Berkers, zuivelfabrikant Bluyssen, voor wie hij verpakkingen bedrukte, failliet was gegaan en hij zo zijn voornaamste bron van inkomsten kwijtraakte. Berkers vertrok naar Amerika om aan zijn schuldeisers te ontkomen. Enkele jaren later volgden zijn vrouw en kinderen. In Amerika blijkt hij in een andere onderneming wel succesvol te zijn geweest.

Zuid-Willemsvaart met fabriek in Beek en Donk.
De Markt in ‘s-Hertogenbosch.

De serie bestaat toch nog uit maar liefst 675 genummerde prentbriefkaarten en die zijn allemaal opgenomen in een boek dat nu is uitgebracht. Wie ze in het echt wil zien, kan terecht in Museum Klok & Peel in Asten. Daar liggen zeven originele prentbriefkaarten in een vitrine. Ze komen uit de verzameling van Frans van Lierop uit Eindhoven, gastcurator en een van de auteurs van het boek. De andere auteurs zijn Jac. Biemans, Johan Pullens en Jan Spoorenberg, allen kenners op het gebied van prentbriefkaarten. Het boek gaat uitgebreid in op de prentbriefkaart en de ondernemer Janus Berkers. Waardevol is dat in het boek alle prentbriefkaarten zijn voorzien van achtergrondinformatie.

Vlnr: Frans Eliëns (directeur Museum Klok & Peel), mevrouw Berkers (achternicht van uitgever Janus Berkers) en Frans van Lierop (verzamelaar en gastcurator) tijdens de opening.

Prentbriefkaarten in beperkte oplage

In de tentoonstelling is op panelen een selectie van de beelden te zien. In de presentatie is ook een Simplex motor opgenomen, evenals een platencamera en een cassette met een glasnegatief waar fotografen in die tijd mee werkten. Camera en cassette zijn afkomstig van een andere maker van prentbriefkaarten uit de regio, Jan Bijnen (1874-1959), fotograaf te Waalre. Hij was in 1905 begonnen met het uitgeven van prentbriefkaarten en richtte zich op het Brabantse dorpsleven, maar ook op stadsgezichten en het moderne leven. Zijn prentbriefkaarten en apparatuur zijn nu ondergebracht bij de Brabant-Collectie van de Universiteit van Tilburg.

De prentbriefkaarten van Berkers Verbunt verschenen elk in een oplage van vijfhonderd en geven een beeld van het leven van begin twintigste eeuw. Dat was, net als bij Bijnen, voor een deel nostalgie met boeren voor hun boerderijen, vrouwen met Brabantse poffers op en kinderen met hondenkarren. Voor een deel geven de prenten ook een beeld van katholieke instellingen. Maar ook het moderne leven wordt belicht, met fabrieken, telefoon- en elektriciteitskabels, straatverlichting, nieuwe bruggen en sluizen en een boortoren voor de zoektocht naar steenkool. Die stond verrassend genoeg niet in Limburg maar in Helenaveen. De vraag is of de mensen op de foto’s nieuwsgierig op de fotograaf afkwamen en toevallig in beeld zijn gekomen of dat zij werden gevraagd te poseren. Aardig is dat op enkele foto’s de bakmotor van de fotograaf in beeld werd gebracht.

De boortoren voor de zoektocht naar steenkool in Helenaveen.

‘Noord-Brabant en Limburg in 1906. De beroemde prentbriefkaarten van Berkers Verbunt’, tot en met 30 juni 2024 in Museum Klok & Peel in Asten.

Jac. Biemans e.a., ‘Noord-Brabant en Limburg in 1906. De beroemde prentbriefkaarten van Berkers Verbunt’. Woudrichem: Pictures Publishers 2023, 416 pp., ISBN 978-94-92576-72-9, hb., € 39,95.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *