Jarenlang kwamen drie grafici onder de naam BHK Drukkers regelmatig bijeen om op ambachtelijke wijze drukwerk te verzorgen. Daar komt nu een eind aan want de Grafix proefpers die daarvoor tot hun beschikking stond verhuist van Tilburg naar de grafische werkplaats ‘Raaf’ in Breda.
door Joep Eijkens (tekst & beeld)
Aan de achterkant van ateliercomplex NS 16 in Tilburg bevindt zich een werkplaats waarin een kleine drukkerij is gevestigd die met zijn hoogdrukpers en ladekasten vol loodzetsel aan de jaren vijftig doet denken. De tientallen prenten aan de muur dateren echter uit het afgelopen decennium. Deze met tl-lampen verlichte ruimte is het domein van drie drukkers die hier tweemaal per week bij elkaar komen.
De afgelopen negen jaar hebben zij in totaal vierendertig zogeheten ‘Vermijspersprenten’ geproduceerd die van 5 tot en met 7 april 2024 tentoongesteld worden. En wel onder de de titel ‘Tot slot’. De expositie markeert namelijk tevens het einde van deze serie prenten in hoogdruk. Want de Grafix proefpers waarop ze gedrukt werden, eigendom van de familie Vermijs, verhuist in mei naar de grafische werkplaats RAAF in Breda. ‘Om financiële redenen’, aldus de Tilburgse drukkers die daarover ‘niet nodeloos’ in detail willen treden.
Het trio opereert onder de naam BHK Drukkers. Die drie hoofdletters staan voor Paul Bogaert (1953, graficus en schilder), Cees Hamann (1940, typograaf) en Frans de Kock (1940, typograaf). De laatste is degene met de langste drukkerservaring, beginnend in 1983. Als leraar tekenen op het Cobbenhagencollege richtte De Kock toen samen met zijn collega Jos Kerkhof de Cobbenhagenpers op. Zij werkten aanvankelijk met een Johannesberger stopcylinderpers uit 1906, maar kregen enige jaren later de beschikking over de eerder genoemde Grafix proefpers van de Bredase drukker Louis Vermijs. Tot de uitgaven van de Cobbenhagenpers horen onder meer Klassieke erotische gedichten (oplage vijfenzeventig exemplaren) en de bundel Ziekenhuisteksten van de Tilburgse kunstenaar Luc van Hoek (inclusief een ets van zijn hand).
Boeken en boekjes in kleine oplages
In 2000 verhuisde de pers van Vermijs naar het pand van de Tilburgse fotograaf en cultureel ondernemer Ernest Potters in de Telexstraat. Daarmee werd de basis gelegd voor een nieuwe uitgeverij: teleXpress. Er verschenen diverse boeken en boekjes in kleine oplages van voornamelijk Tilburgse schrijvers, dichters en beeldende kunstenaars. Om een greep uit die uitgaven te doen: Varkens in binnenstebuitenland ( Albert Megens, Walter Kerkhofs, Kees Reijnen en Ingrid Luyckx), In de ban van de King (Hans d’Olivat en Sander van Bussel) en Dieper dan de vingers (Jasper Mikkers en Harry Vlamings).
In 2001 kreeg drukker De Kock gezelschap van zijn vriend Cees Hamann, ook een tekenleraar die met pensioen was gegaan. Het duo produceerde diverse boekjes waaronder Ode aan de Typografie (met een tekst van Pablo Neruda) en het curieuze typografische werk X en, helemaal opgebouwd uit – inderdaad – verschillende letters X. Vanwege de verkoop van het pand van Potters moest de Vermijspers in 2013 andermaal verkassen. In het ateliercomplex NS 16 bleek er plaats voor te zijn. Maar anders dan op het vorige adres moest er voortaan huur betaald worden.
Er kwam een mooie oplossing: voor vijftig euro konden mensen een abonnement nemen op vier verschillende prenten per jaar waarin literatuur en beeldende kunst gecombineerd werden, steeds in een oplage van vijftig gedrukte exemplaren. Met het abonnementsgeld zou niet alleen de huur bekostigd kunnen worden, maar ook het onderhoud van de drukpers.
En zo verschenen sinds 2015, toen ook Paul Bogaert het drukkersteam kwam versterken, tot halverwege vorig jaar in totaal vierendertig Vermijspersprenten. Daarbij werd gebruik gemaakt van verschillende technieken, van linosnede tot gelaserde hoogdruk. Het uitgangspunt om tekst en beeld te combineren is overigens in de loop der jaren losgelaten. Vanaf de vierde jaargang (2018) gaat het uitsluitend om beeldende kunst.
Zeer arbeidsintensief
Het produceren van de vierendertig prenten was zeer arbeidsintensief, aldus Bogaert. “Op de eerste plaats moet je een vertaalslag maken van ontwerp naar prent. Soms moesten we ingrijpen, bijvoorbeeld wat kleur betreft, maar altijd gebeurde dat in overleg.” Van routineus productiewerk was geen sprake. “We wilden vermijden dat het maken van de prent receptmatig werd, zodat het ook voor onszelf een avontuur bleef.”
Op de expositie in NS 16 is naast de serie Vermijspersprenten ook eigen werk van het drietal te zien. Daaronder Gefundenes Fressen van Bogaert, een boek dat geheel bestaat uit linosneden van wat hij omschrijft als ‘samengestelde gevonden beelden en tekst’.
Het vertrek uit de werkplaats van NS 16 betekent overigens niet het einde van de BHK Drukkers. Zij gaan weliswaar individueel verder, maar willen ook in de toekomst aan gezamenlijke producties werken – zonder drukpers en zetselmateriaal, maar er blijven voldoende grafische middelen over, ook digitaal. Niettemin blijft de gang van zaken knagen. Het niet meer kunnen werken met de drukpers waarmee ze zoveel mooie uren hebben beleefd, valt zwaar. “We stoppen ermee met pijn in het hart”, zegt De Kock. Hamann: “We hadden hier tot onze dood mee door willen gaan.” “We werken verder”, besluit Bogaert met een glimlach. “Alleen het behang verandert.”
Expositie ‘Tot Slot’, te zien op 5, 6 en 7 april 2024 in NS 16, NS Plein 16 in Tilburg. Open van 13.00 tot 17.00 uur.
© Brabant Cultureel 2024
Geweldig wat jullie allemaal voor elkaar hebben gekregen.
Jammer dat daar een einde aan is gekomen.
Maar …. wanneer houdt een kunstenaar op met werken?
Ik zou zeggen vier de mijlpaal die jullie samen hebben bereikt!