Twee mannen wachten op iemand en die komt niet. Korter heb ik het inmiddels klassieke toneelstuk ‘Wachten op Godot’ van Samuel Beckett nooit horen omschrijven. Volgens sommigen gaat het nergens over en anderen zien er het gehele mensenleven in weerspiegeld. Het Nationale Theater gaat met een nieuwe versie op reis, ook door Noord-Brabant.
door Arnold Verplancke • scènefoto’s > Salih Kilic
Om met lof te beginnen: de vier acteurs spelen voortreffelijk. Jaap Spijkers en Mark Rietman laten alle uiteenlopende emoties en twijfels van de haveloze mannen Vladimir en Estragon haarscherp zien. Verwarring, misverstanden, verrassingen, wanhoop en berusting, ze komen allemaal langs. Hun mimiek spreekt boekdelen. Rietman kan in één tekst zijn gezicht laten plooien van aandoenlijk kinderlijk tot oerdom clownesk en dan weer gewiekst.
Onbegrijpelijk maar hoogdravend klinkend
Bram Coopmans en Joris Smits komen in beide bedrijven langs als het ongrijpbare stel Pozzo en Lucky. Een sadistische slavendrijver met zijn dierlijk gehoorzame dienaar aan een leidsel. Maar ook hún personages vallen van het ene uiterste in het andere. De irritant dominante Pozzo kan ook grienend medelijden opwekken voor zijn positie en de slaafse Lucky kan een onbegrijpelijk maar hoogdravend klinkend betoog afsteken. Smits kreeg er tijdens de première zelfs tussentijds applaus voor. Spijkers en Rietman kiezen ondertussen als de twee zwervers net zo gemakkelijk partij voor de een als voor de ander. Hun sympathie gaat ongeveer naar de laatste spreker, zoals in de werkelijkheid ook vaak het geval is. En Pozzo relativeert zijn bovengeschikte rol in het leven: ‘Natuurlijk had ik in zijn plaats kunnen zijn en hij in de mijne. Als het toeval anders had gewild.’
De regie van Erik Whien geeft de vier acteurs alle ruimte om de absurde situaties in het stuk en de snedige tekst van Beckett volledig uit te buiten. Waar het maar mogelijk is, houdt hij de dialogen speels, lichtvoetig en komisch. Dat werkt, want er wordt veel gelachen in de zaal. Een paar jaar geleden deed hij dat ook met de regie van Eindspel, eveneens van Beckett, waar René van ’t Hof alle kans kreeg op de lach te spelen. Wachten op Godot wordt zo wel toegankelijk voor een breed publiek, maar of de diepte van het stuk blijft doordringen, weet ik niet.
We doden de tijd met nutteloze dingen
De Ier Samuel Beckett (1906-1989) schreef met En Attendant Godot (de oorspronkelijke tekst is in het Frans) eigenlijk helemaal geen opwekkend drama. Pozzo schetst zo tegen het einde een beeld van het menselijk leven: een vrouw baart schrijlings boven het graf een mensenkind. Het ziet even het licht en daarna sluit het donker zich weer. Het leven zit geklemd tussen de twee enige zekerheden: geboorte en dood. En wat doen we in de tussentijd? We doden de tijd met uiteindelijk nutteloze dingen. We kletsen wat en wachten op Godot, net als de twee zwervers. ‘Hé ja, laten we een beetje converseren’, zegt Estragon. Of: ‘Hè ja, laten we elkaar tegenspreken.’ ‘We vinden toch iedere keer iets dat ons het idee geeft dat we leven.’
Vladimir en Estragon zitten gevangen in een eindeloze herhaling. Ze moeten wachten op Godot, die voor hen redding of uitkomst zal betekenen. Wie of wat Godot is? Is het God of de dood? Beckett heeft zelf op die vraag natuurlijk nooit antwoord gegeven. Als ik dat wist, had ik het wel geschreven, zou hij hebben gezegd.
“We vinden toch iedere keer iets dat ons het idee geeft dat we leven.”
Elke dag komen ze terug op dezelfde plaats bij die dode boom om te zien of hij nu wél verschijnt. Maar elke keer weer komt er een jongetje met de mededeling dat meneer Godot vandaag niet kan komen, maar morgen zeker wel. En dan zijn ze er opnieuw, twijfelend en wachtend en het besef van tijd verliezend. Ze spelen met de gedachte aan zelfmoord, om zich op te hangen aan de takken van de miezerige boom. Maar ach, ze hebben geen touw en wie moet er dan het eerst?
Beckett bespaart hen de wanhoop
Beckett beent het menselijk leven tot het bot uit. Van de twee wachtende mannen komen we bijna niets te weten. En wat we over Pozzo en Lucky horen, kan zomaar verzonnen zijn. Positief is wel dat ze samen zijn, zowel de twee zwervers als de twee vreemde passanten. Beckett bespaart hen de wanhoop en uitzichtloosheid van de eenzaamheid, die in ander werk van hem wel doorklinken. In het samenzijn kun je nog enige zin geven aan het leven.
Afgezien van mijn onzekerheid of alle vrolijkheid de diepte van het absurdistische stuk niet dempt voor menigeen, moet ik erkennen dat ik opnieuw heb genoten van Wachten op Godot. Ik denk dat ik het stuk voor het eerst recenseerde bijna een halve eeuw geleden. De toen nog jonge acteurs Theu Boermans en Hans Hoes speelden de hoofdrollen bij het Zuidelijk Toneel Globe.
Daarna heb ik het meermalen gezien, van het Fringe Festival in Edinburgh tot het Noord Nederlands Toneel in Groningen. Het behoort tot de toneelstukken die ik niet kan overslaan, omdat het telkens weer tot nadenken aanzet, evenals Gelukkige Dagen en Eindspel van Beckett. Je weet wat er gaat gebeuren, hoe het ritueel er ongeveer uit zal zien, je herkent teksten en toch blijft er iets ongrijpbaars bovenuit stijgen.
Stuk: Wachten op Godot. Tekst: Samuel Beckett (1952). Vertaling: Jacoba van Velde. Regie: Erik Whien. Spel: Jaap Spijkers, Mark Rietman, Bram Coopmans, Joris Smit. Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck. Gezien: première Koninklijke Schouwburg Den Haag, 9 maart 2024.
Wachten op Godot is nog te zien o.m. in:
Tiel • Agnietenhof > 16 maart
Eindhoven • Parktheater > 21 maart
Bergen op Zoom • Theater De Maagd > 20 april
Breda • Chassé Theater > 23 april
Tilburg • Schouwburg > 24 april
Den Bosch • Theater aan de Parade > 30 april
Nijmegen • Stadsschouwburg > 15 mei
Lees meer Beckett-recensies van Arnold Verplancke op Brabant Cultureel:
Eindspel (Theater Rotterdam), Happy Days (Het Nationale Theater)
© Brabant Cultureel 2024