Pennings Foundation in Eindhoven is deze dagen overgenomen door vogels. Met de expositie ‘Ornithology’ vult kunstenaarsduo Anne Geene en Arjan de Nooy op hun eigen, licht absurdistische wijze de ruimte: een wand vol opgezette vogels, geduid met teksten van Aristoteles, willekeurige foto’s van vogels die door de kracht van groepering en suggestieve titels betekenis krijgen en fotoreeksen met pseudowetenschappelijke duiding.
door Corien Ligtenberg
Bij binnenkomst in de expositieruimte van Pennings Foundation zet ‘Blind Finch’ de toon, een opgezet vinkje op een tak, de dode oogjes gesloten. Het werk van Anne Geene (Breda 1983) en Arjan de Nooy (Goes 1965) lijkt vaak flauwigheid, gekte. Maar wel consequent uitgevoerde gekte en dat is de kracht. Het intrigeert, verwart en verrast, en zorgt ook voor een brede grijns. Het maakt dat de bezoeker twijfelt of de teksten bij opgezette vogels wel echt van Aristoteles zijn. Het antwoord is ja, ze zijn echt, maar wel licht uit hun verband gebruikt. Op de vraag of een doorsnee koekoeksei dan misschien toch echt bestaat, is het antwoord: absoluut niet, maar je wilt het wel geloven. En, met een blik op de serie ‘Territory’ en op reisfoto’s die op een oude landkaart van Europa zijn geprikt de vraag of vogels echt de wereld overnemen. In de meeste werken van ‘Ornithology’ is de mens afwezig of volkomen ondergeschikt.
Geene is geobsedeerd door duiven
Geene en De Nooy, ook in het dagelijks leven een stel, leerden elkaar kennen tijdens hun studie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Geene en De Nooy fotograferen al ruim tien jaar vogels – Geene is (inmiddels) geobsedeerd door duiven. In 2016 maakten zij samen de publicatie Ornithology, een alternatieve vogelaarsbijbel die internationaal werd bekroond. Onlangs verscheen bij hun eigen uitgeverij, Blind Finch Books, de derde herziene editie van die publicatie. Dat boek staat aan de basis van de expositie die nu bij Penning Foundation is te zien.
De Nooy speelt graag met foto’s, schrijft hij op zijn website. ‘Met behulp van mijn eigen foto’s en ook met gevonden foto’s bedenk ik verhalen en theorieën.’ Daarbij is hij beïnvloed door het werk van de Tsjechische filosoof Vilém Flusser (1920-1991). Omdat alles al wel eens is gefotografeerd, draait het spel van De Nooy om improviseren, context toe te voegen, nieuwe betekenis. Zoals in ‘Eerste foto van een vogel’. Het werk toont een oude foto van een majestueuze boom. Het is een zoutdruk, uit de tijd dat een scherpe foto maken wel even duurde. De Nooy ontwaart het silhouet van een duif op een van de takken. Uit het bijschrift: ‘We gingen op zoek naar de eerste foto van een levende vogel. Na een uitputtende zoektocht werd deze gevonden, genesteld in Henry Talbots beroemde ‘An Oak Tree in Winter’ (1841-1843). Hier zien we afgebeeld een houtduif, een vogel die gemakkelijk minuten bewegingloos blijft zitten.’ De Nooy zoomt erop in, vergroot het dier uit, neemt de vrijheid om een zwart-witfoto toe te voegen.
Een ander voorbeeld van De Nooys ‘spielerei’ is een wand vol opgezette vogels waarvan de meeste uit de collectie van het Vogelrevalidatiecentrum Zundert komen. In de bijschriften citeert De Nooy vrijelijk en met zichtbaar plezier uit Aristoteles’ Historia Animalium, een boek uit de vierde eeuw voor Christus. ‘De tekst van Aristoteles, die uitgebreid over vogels schrijft, kan gemakkelijk worden beschouwd als eerste ornithologische traktaat.’ Bij de wouw: ‘Er is wel eens gezien dat de wouw drinkt, maar hij drinkt beslist zeer zelden.’ En over de duif: ‘In verband met het grootbrengen van jongen is de vrouwelijke duif chagrijniger dan de mannelijke, zoals het geval is bij de meeste dieren na de bevalling.’
Een zorgvuldig gedeconstrueerd nest van een houtduif
Geene ontleedt en ordent/classificeert soms op het dwangmatige af en laat haar verbeelding los op de triviaalste zaken die door die aanpak (nieuwe) betekenis krijgen of juist hun oorspronkelijke betekenis verliezen. Zoals in ‘Nest’, een fotoreeks van een zorgvuldig gedeconstrueerd nest van een houtduif, een soort die bekend staat om haar slordige nesten. Geene heeft de takjes stuk voor stuk gerangschikt en gefotografeerd. Zo herhaald, uit hun context en tegen een spierwitte achtergrond, zijn het bijna abstracte vormen. In het bijschrift concludeert Geene met een knipoog: ‘Toch blijkt een compleet duivennest nog een relatief hoge mate van organisatie te hebben.’
Diezelfde benadering en dezelfde mate van abstractie heeft ‘Snelheid’, een collage van foto’s van vogelpoepjes: ‘Uit de vorm van hun uitwerpselen is af te leiden of en hoe snel de vogel in beweging was. Hier wordt een classificatie weergegeven voor hun snelheid, oplopend van nul tot zestig kilometer per uur, of van houtduif tot wilde eend.
Foto’s die vaak heel gewoon zijn krijgen lading doordat ze in een serie zijn geplaatst. Zoals in ‘Camouflage’ en in ‘Onverklaarbare fenomenen’ – een ekster op een verlaten bouwplaats, een eend die op het water landt, een gans die toilet maakt.
Op een vergeelde, blinde kaart van Europa
Waar de een vakantiekiekjes maakt van toeristisch trekpleisters, vormen die voor Geene en De Nooy tijdens hun reizen de achtergrond voor waar het ze echt om gaat: vogels. Op ‘Migratie van de zilvermeeuw’ zijn op een vergeelde, blinde kaart van Europa hun reisfoto’s geprikt: een meeuw met vaag op de achtergrond de Big Ben in Londen; een meeuw op de rand van de Trevifontein in Rome, waarvan slechts een detail in beeld is, een meeuw, prominent in beeld, met in de verte de Brug van de 25ste april in Lissabon, een meeuw voor de groene koepel van de kathedraal van Galway, Ierland.
Ook in de serie ‘Territory’ lijken vogels de wereld te hebben overgenomen. Een fiere haan waakt soeverein over een leeg parkeervlak, een vogeltje zit alleen en alert op een eeuwenoude zuil van een opgraving, een berglandschap op de achtergrond, drie duiven bezetten een lichtmast.
Het typische koekoeksei tot leven gewekt
De koekoek is een bijzondere vogel. Ze maakt zelf geen nest, maar legt haar eieren in nesten van andere soorten. De grootte en kleur van haar ei past ze aan aan de kleur van de eieren uit dat nest. Hoe het gemiddelde koekoeksei eruit ziet? Niemand wist het – want het bestaat niet – of niemand vroeg het zich af. Tot Geene en De Nooy het met ‘Holotype’ tot leven wekten. Een holotype is het kenmerkende, unieke voorbeeld, een model, van een (nieuwe) soort. Bij Pennings Foundation is de foto ervan meer dan levensgroot te bewonderen. Om ‘Holotype’ te produceren, heeft het duo alle koekoekseieren uit de collectie van het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam digitaal gecombineerd.
Bijzonder is ook de installatie van hangende vogelkooitjes waaroverheen op de muren filmpjes worden geprojecteerd van kanaries, ‘Pietjes’, zoals elke oma ze vijftig jaar geleden had, van mussen, duiven. De filmpjes geven de gekooide vogels hun autonomie terug. Door de projectie lijken ze in alle vrijheid vliegend, hippend of scharrelend in en uit de kooitjes te bewegen.
De expositie sluit geheel in stijl af met ‘Ornithologen’, een volkomen willekeurige verzameling van kiekjes uit oude fotoalbums waarop onbekende mensen met vogels zijn afgebeeld. Een groep vrouwen tussen de duiven op een plein, een man met een kanarie op zijn pet, een vrouw met een parkietje op haar borst. ‘De tentoonstelling wordt ten zeerste aangeraden door Charles Darwin, Harper Lee, Humphrey Bogart, Charlie Parker, Woody Woodpecker,’ aldus de flyer bij de tentoonstelling. Waarvan akte.
‘Ornithology’, tot en met 2 maart 2024 bij Pennings Foundation, Geldropseweg 63, Eindhoven.
Zaterdag 3 februari om 15.00 uur geeft Anne Geene een lezing over haar werk met aansluitend een rondleiding door de expositie Ornithology.
© Brabant Cultureel 2024