Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier omarmt de schoonheid van oude dingen

In Museum Slager in ’s-Hertogenbosch is een fototentoonstelling te zien van fotografe Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier. De Amsterdamse met Oost-Brabantse wortels toont foto’s waarin perfectie, schoonheid en harmonie de boventoon voeren.

door Henk van Weert

Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier probeert zich af te sluiten van de vele duizenden foto’s die elke dag weer de wereld bestormen. Zij heeft ook een hekel aan de aanstellerij en extraversie op sociale media, op tv en in de bladen. Allemaal onecht gedoe, vindt ze. Liever sluit Marie-Jeanne van Hövel tot Westerflier zich op in haar eigen wereld. Daarin heerst stilte, mag schoonheid nog bestaan en mag de fotografe nog een vakvrouw zijn. Zij fotografeert oude interieurs waarin ze op statige wijze haar modellen plaatst, details van oude gebouwen, stillevens en modellen in eenvoudige poses. Haar foto’s ademen de sfeer van Downton Abby.

Raspaard van de analoge fotografie

Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier (1953) groeide op in Erp en Helvoirt. Haar vader was in beide gemeenten burgemeester. Pas op latere leeftijd begon zij te fotograferen. Al tientallen jaren gebruikt ze dezelfde camera: een Zweedse Hasselblad, raspaard van de analoge fotografie, bekend van zijn zes-bij-zes negatieven. Ze maakt er voornamelijk haar zwart-wit foto’s mee. Voor haar kleurenfoto’s schroeft ze een digitale achterwand op het oude beestje. Het digitale kleurenbeeld corrigeert ze hooguit een beetje in Lightroom. Ze haalt niks weg en voegt niets toe.

Kasteel Hasselholt.

In ’s-Hertogenbosch exposeert zij vooral interieurs van statige huizen, pronkstillevens en zwart-wit details van herenhuizen. Haar beelden getuigen van een nauwgezette voorbereiding. Dat begint met de compositie van het tafereel, meestal een man of vrouw in een oud vertrek, bij een raam waardoor licht naar binnen valt. De zonnestralen dwarrelen door het vertrek. Vervolgens wacht zij op het moment waarop de lichtinval optimaal is. Dan maakt ze de foto. Hooguit een paar per sessie. Die werkwijze dwingt tot concentratie. Fotografie mag bij haar geen toeval zijn. Het is nu of nooit.

At the Window Teylers Museum.
At the Window Bartolottihuis.

De interieurfoto’s springen eruit. Het pronkstuk van de expositie is een opname die gemaakt is in het Bartolottihuis in Amsterdam. Het is een prachtig voorbeeld van haar uitgebalanceerde aanpak. De vrouw op de foto kijkt niet in de lens, maar is in zichzelf gekeerd, verstild, anoniem, slechts toevallig aanwezig. Van Hövell tot Westerflier stelt haar in dienst van de ruimte die de hoofdrol mag spelen. Er zijn maar twee kleuren: allerlei schakeringen in groen en bruin. De druiven in de hand van het model corresponderen met de motieven op de muur. Het licht reist rond, zonder dat er lelijke vlekken ontstaan. Hoeveel meer harmonie kun je van een beeld verlangen?

Nooit foto’s gemaakt tussen november en maart

Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier maakte meer van zulke foto’s. In Museum Van Loon in Amsterdam, Teylers Museum in Haarlem en in oude herenhuizen. Telkens klopt de mix van kleuren en steeds is er die wisselwerking tussen het in zichzelf gekeerde model en de ruimte, die met licht begoten is, de ene keer meer dan de andere. Tekenend voor haar aanpak is dat ze zulke foto’s nooit tussen november en maart maakt, omdat het licht dan te hard is.

At the Window Teylers Museum.

Te zien zijn ook pronkstillevens in ouderwetse stijl. Zo’n stilleven lijkt een stuk gemakkelijker te fotograferen, maar dat is schijn. De fotografe gebruikt ook hier nooit kunstlicht. Ze wacht totdat het natuurlijk licht precies daar op het stilleven valt waar zij het wil hebben. Als er een vlinder in het tafereel voorkomt, is die niet in Photoshop toegevoegd – zoals vaak gebeurt – maar is het een echt dood vlindertje dat ze gevonden heeft.

Contemplation Still Life 8.

De vergelijking met schilderkunst wordt vaak gemaakt

De expositie draagt de titel ‘Fotografie met een schildersziel’. Die vergelijking met schilderkunst wordt vaak gemaakt. Als je een model naast een raam met een mooie lichtinval plaatst is de associatie met Johannes Vermeer snel gemaakt. De stillevens rieken naar die van de schilders van de Gouden Eeuw. En zijn al die inerte mensen op haar foto’s misschien weggelopen uit de schilderijen van Edward Hopper?

Hoogwoud.

Zelf maakt de fotografe de vergelijking met schilderkunst niet. Het speelt in de beleving van beschouwers, maar op de keper beschouwd is het een vreemde vergelijking. Alsof de fotografie een afgeleide is van de hogere schilderkunst. De foto is juist goed omdát hij op een Vermeer lijkt. Teun de Nooijer hockeyt als Johan Cruyff.

At the Window Huis Barnaart.

Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier heeft die connectie niet nodig. Haar foto’s spreken voor zichzelf. Zij gaat volstrekt haar eigen weg in de artistieke fotografie waarin zovelen zwaarwichtig conceptueel denken en waar beelden niet per se mooi en perfect hoeven te zijn.

Contemplation Still Life 7.

‘Fotografie met een schildersziel van Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier’, tot en met 14 april 2024 in Museum Slager, ’s-Hertogenbosch.

Zondag 14 januari houdt kunsthistoricus Titus Eliëns in Museum Slager een lezing over het werk van Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier. Aanvang 12.00 uur, gevolgd door een ontmoeting met de fotografe. Aanmelden via de website van het museum.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *