De P.C. Hooft-prijs is de belangrijkste literatuurprijs in het Nederlands taalgebied. Het is een oeuvreprijs die jaarlijks wordt toegekend aan een Nederlandse auteur, afwisselend voor proza, essayistiek en poëzie. In 2024 is het een poëzieprijs en die gaat dit keer naar Astrid Lampe (Tilburg 1955). Zij debuteerde met haar gedichten in 1993 op een poëziefestival in Tilburg.
Behalve dichter is zij ook acteur en regisseur en daarnaast begeleidt ze studenten van de afdeling Beeld en Taal aan de Rietveld Academie in Amsterdam. De prijs bedraagt zestigduizend euro en daarbij horen een oorkonde en een bronzen beeldje van P.C. Hooft. Dat laatste is een replica van een buste die is gemaakt door Frits Sieger en die staat in de Jan Luijkenstraat in Amsterdam. De prijsuitreiking vindt plaats in mei, maar met de bekendmaking nu is de jury mooi op tijd, twee dagen voor Lampe’s verjaardag.
De P.C. Hooft-prijs is een staatsprijs en het Literatuurmuseum in Den Haag verzorgt de toekenning en de uitreiking ervan. De jury bestaande uit Tsead Bruinja, Kiki Coumans, Maarten van der Graaff, Alfred Schaffer en Kila van der Starre (voorzitter) schreef in haar rapport:
Astrid Lampe dicht met een diabolische intensiteit over het moderne leven, in zinnelijke en ontembare taal die vraagt om herlezing en herbeluistering. Ze laat lyriek en gevonden taal in elkaar overlopen, waarbij ze geen enkel register onbenut laat. Het resultaat is een open tekst, taal die zich bewust is van zichzelf en van haar grenzen. Lampe’s oog – en vooral ook oor – voor de invloed van digitale technologie op economie, klimaat en genderverhoudingen vallen op in haar oeuvre (…). Ze heeft de poëzie beïnvloed van veel jongere dichters in het Nederlands taalgebied.
De poëzie van Lampe is bijzonder klankrijk en associatief en daagt de lezer uit om mee op pad te gaan. Ook al begrijp je in eerste instantie de taal niet, dan nog nemen de klanken de lezer (of luisteraar) op sleeptouw. Haar poëzie is meteen herkenbaar als ‘Lampe’ en dat is vanaf haar allereerste publicaties zo geweest, wat niet wil zeggen dat er geen ontwikkeling in zit. Zelf omschrijft zij haar werk als radicaal lyrisch. Activistisch, dwars, energiek. Dichten is voor haar een manier om zich te verhouden tot de wereld, om alles van meerdere kanten te zien en te belichten en zo een positie te vinden zonder een kant te hoeven kiezen.
Astrid Lampe woont al erg lang in Utrecht, maar zij debuteerde in 1993 tijdens een open podium van de Tilburgse Stichting J.H. Leopold waarvoor zij vier gedichten inzond die werden gepubliceerd in Cafécahier 8 (Tilburg 1993) dat verscheen in een oplage van vijfenzeventig exemplaren, uitgegeven door de Stichting Leopold en Uitgeverij Opwenteling. Aansluitend verscheen bij Opwenteling in Eindhoven een aflevering van de reeks LIJN (26 nummer 2, Eindhoven 1994). Beide bundeltjes raakten vergeten en het landelijke debuut kwam met de bundel Rib die in 1997 verscheen bij uitgeverij Querido. (lt)