Hoe komt iets tot leven? En wanneer ervaren we iets als levend? Die vragen liggen ten grondslag aan de textiele installaties in de expositie ‘Is it alive?’ die te zien is in het TextielMuseum in Tilburg. De deelnemende kunstenaars en ontwerpers hebben gemeen dat zij gefascineerd zijn door natuurlijke processen en technologie gebruiken om processen en bewegingen uit de natuur te reproduceren.
door Corien Ligtenberg
Een rustige donderdagochtend in het TextielMuseum. Ik ben de vriendinnengroepjes voor en sta alleen in een van de zalen van de expositie ‘Is it alive?’. In een glazen vitrine ligt een installatie – metalig glanzende, grijszwart geschubde vormen verbonden door koorden – die door zijn vorm en schikking nog het meest aan een ribbenkast doet denken. Ik buig me over de vitrine en fluit zachtjes. De installatie antwoordt met een vloeiende beweging, subtiel, verlegen bijna, als een zucht. Ik fluit harder, nu lijkt er een siddering door het werk te trekken.
De interactieve installatie komt uit de serie STIMULUS:cord flexes (2016) van Bart Hess. Als ik me omdraai en verder loop, komt op een plateau in de hoek van de zaal een heel ander werk uit de serie tot leven: daar bewegen schokkerig vervreemdende, lichaamsdeel-achtige vormen. De siliconen huidflappen zijn net echt, het grillige zwarte haar op de verbindende koorden draagt bij aan de fysieke associatie. Ook deze installatie is interactief en reageert op geluid en beweging in de omgeving. Ze roept sterke reacties op, afkeer ook, en intrigeert tegelijkertijd. Het is het moeilijk om eraan voorbij te lopen. ‘Hess zoekt hier naar een intense, fysieke ervaring, die licht ongemak opwekt, maar ook grenzeloos fascineert’, aldus de toelichting bij het werk. Dat is niets teveel gezegd.
Uitgangspunt is de vraag hoe iets tot leven komt
De installaties van Hess zijn onderdeel van de expositie ‘Is it alive?’ in het TextielMuseum in Tilburg. Uitgangspunt van deze tentoonstelling is de vraag hoe iets tot leven komt, wanneer iets als levend wordt ervaren. Wat de deelnemende ontwerpers en kunstenaars – Bart Hess, DRIFT, Philip Beesley/LASG, Iris van Herpen, Tanja Smeets – bindt, is dat zij zijn gefascineerd door natuurlijke processen. Ze zetten in hun werk technologie in om processen en bewegingen uit de natuur te reproduceren.
Beeld met de klok mee: Nebula and the soft Machine van Tanja Smeets; Poietic Veil van Philip Beesley/Living Architecture Systems Group; I am Storm van DRIFT; Lucid Look 2 van Iris van Herpen. Fotografie > Josefina Eikenaar en Patty van den Elshout
Een deel van het geëxposeerde werk is ontstaan in opdracht van het TextielMuseum en/of in nauwe samenwerking met TextielLab. In de laatste zaal belichten fascinerende filmpjes, textielstalen en prototypes de zoektocht van de kunstenaars om hun inspiratie en ideeën met behulp van innovatieve technologie te realiseren. Zo is te zien hoe Hess, die zijn installaties in TextielLab ontwikkelde, materialen onderzoekt en technieken toepast om de interactieve, siliconen huiden te creëren, elektriciteitskabels te omvlechten et cetera. Daar is ook te zien – en te voelen – dat de ‘ribben’ van de installatie in de vitrine weliswaar metalig ogen, maar wel degelijk textiel als basis hebben.
Subtiel kinetisch effect voegt een extra laag toe
Ook een deel van de installatie Inside the Blooming Surface (2023) van Tanja Smeets, een organisch, vervreemdend landschap dat de ruimte langzaam over lijkt te nemen, is ontwikkeld in TextielLab. Met een subtiel kinetisch effect voegt Smeets een extra laag toe aan het werk Nebula and the Soft Machine dat ze eerder, in 2016, in opdracht van het TextielMuseum maakte. Het geknisper en geritsel van de zacht bewegende bladvangers maakt dat het lijkt alsof de installatie, mysterieus en tevreden, leeft.
Kunstenaar/architect Philip Beesley geeft leiding aan LASG (Living Architecture Systems Group), een groep die onderzoek doet naar toekomstige architectuur die kan bewegen, reageren en leren. Zijn interactieve, conceptuele installaties ‘vormen met behulp van innovatieve technologie intrigerende, levende omgevingen’. Voor Tilburg ontwierp hij samen met studenten van TU Delft de installatie Poietic Veil Tilburg (2023), een zwevend, interactief kantwerk dat een virtuele schaduwwereld verbeeldt. Onderdeel van deze installatie is een surrealistisch ogende jurk van Iris van Herpen uit de collectie Lucid, die zij in samenwerking met Beesley maakte. De jurk lijkt te sprankelen en krijgt door projectie, spel van licht en schaduw, een extra, geactiveerde laag.
Er gaat iets vreemds kalmerends van uit
De eerste expositiezaal is volledig overgenomen door de poëtische installatie I am Storm (2023) van kunstenaarsduo DRIFT bestaande uit Lonneke Gordijn en Ralph Nauta. Bezoekers lopen tussen twintig witte, geweven elementen, meer dan manshoge sprieten, die wuiven als grashalmen in de wind, oplichten, zwiepen, terugzwaaien en weer tot rust komen. Je voelt je in het werk opgenomen, er gaat iets vreemds kalmerends van uit. Veel bezoekers blijven hier wat langer hangen.
I am Storm is het resultaat van onderzoek dat DRIFT in een project van TextielLab deed naar geweven, staande structuren die met behulp van technologie tot leven komen. DRIFT laat zich inspireren door natuurlijke vormen en gedragingen. ‘Dit kunstwerk verwijst naar de invloedrijke rol die de wind in onze ecosystemen speelt’, aldus DRIFT op Instagram. I am Storm reageert op beweging van de bezoekers die hier de rol van de wind op zich nemen en zo de installatie activeren. Alsof zij die leven inblazen.
‘Is it alive?’, tot en met 7 april 2024 in het TextielMuseum in Tilburg.
Is it alive? – TextielMuseum
Videomateriaal bij de tentoonstelling Is it alive?
Lees meer over het TextielMuseum op Brabant Cultureel
Foto voorpagina: detail jurk van Iris van Herpen uit de collectie Lucid, die zij in samenwerking met Beesley maakte.
© Brabant Cultureel 2023