Veertig jaar romancyclus De tandeloze tijd, A.F.Th. van der Heijden schrijft door

Op 9 december 1983 publiceerde A.F.Th. van der Heijden (Geldrop 1951) de eerste boeken van de romancyclus De tandeloze tijd: de proloog ‘De slag om de Blauwbrug’, en deel 1 ‘Vallende ouders’. Een literaire legende werd geboren en viert vandaag zijn veertigste verjaardag. Ter gelegenheid van dit jubileum verschijnt als verrassing ‘Zogkoorts’, deel 13 van de cyclus. Een ander deel, ‘De IJzeren Man’, verschijnt in het begin van het volgende jaar. Want de schrijver schrijft.

door Han Roijakkers

Sander Bax, hoogleraar en literatuurhistoricus, overviel mij met de expliciete vraag naar de thema’s in De tandeloze tijd. Deze vraag overrompelde mij voor de tweede keer. De eerste keer hield ik me de vraag van het lijf met een vurig exposé over verhalenpracht en literaire grandeur. Nu besefte ik dat ik had willen ontsnappen aan de verwarrende kwestie: Waarover schrijft A.F.Th. van der Heijden? Zelfs al ken je zijn boeken van buiten, dan kun je noch de steekwoorden, noch een formule vinden waarmee je De tandeloze tijd in één gedachte karakteriseert.

Zoeken naar een kader om de schrijver in te passen

Daarmee ben ik terug in de begintijd van de romancyclus waarin lezers en critici naar een kader zochten om de jonge schrijver in te passen. Was het nou een kroniek van een tijd, een autobiografische roman, een sociale roman, een psychologische roman, een existentiële roman, een symbolistische roman, of zelfs, was het een variant op de grote Proustroman Op zoek naar de verloren tijd? Maar niemand kreeg die eerste geschiedenis van Albert Egberts in een genre ondergebracht: alles paste of niets paste.

A.F.Th. van der Heijden – toen nog Adri – schreef zijn oerboek van De tandeloze tijd in 1971.

Misschien zit daarin wel de schok die A.F.Th. van der Heijden met de eerste cyclusdelen teweegbracht. Het was een literaire schok. Het was een emotionele schok. De Geldropse jongen, die in 1978 onder een elegant pseudoniem Patrizio Canaponi met verhalen en een kleine roman debuteerde, publiceerde nu onder zijn eigen naam een eigengereid, een ongehoord nieuw verhaal. Maar, wat was er zo baanbrekend in deze romans die toch over levens vertellen die we kenden of konden kennen?

Vele fervente Van der Heijdenlezers identificeerden zich met de nestgeur van een plaats of met de geest van een rumoerige opstandige tijd. Ik niet. Ik bewonderde wat de schrijver in de geschiedenis van Albert Egberts opriep. Hij schiep een mens als mens die ziet wat hij ziet, die zegt wat hij denkt, dwars tegen alle eufemistische omgangscodes in. Wat een moed. Wat een bevrijding.

Van der Heijdens hoofdpersoon spreekt ongegeneerd over zijn afkomst uit een schamel arbeidersmilieu, over zijn alcoholische vader, over familieruzies en schandalen, over God, angst, dood, seks, geweld, over meisjes en vriendschappen, over schaamte en mislukking, maar ook over grote gedachten tegenover de kleinzieligheden van alledag. De schrijver maakt er geen leerstuk van. Geen moralistisch vertoog. De schrijver maakt er verbeeldingsrijke verhalen van. Daar begint Van der Heijdens krachttoer.

De cyclus De tandeloze tijd valt op door bijzondere covers. Later zijn de romans ook van andere covers voorzien. Rechts de cover van het nieuwste deel ‘Zogkoorts’, uitgeven door Stichting De tandeloze tijd.

De trilogie is het fundament van de cyclus

De cyclus De tandeloze tijd begint als trilogie over de geschiedenis van Albert Egberts tot zijn dertigste jaar. Albert is een jongen uit een eenvoudig Geldrops milieu. Hij gaat in Nijmegen en later in Amsterdam studeren en daar raakt hij verslaafd aan heroïne. Op het einde van deel drie wil hij zijn heldin Heroïne vermorzelen en een nieuw leven beginnen. Deze geschiedenis is het fundament van de cyclus. Alle verhaallijnen, alle thema’s en motieven zijn al in meer of minder uitgewerkte vormen in de eerste drie delen klaargelegd.

Van der Heijden begint Alberts geschiedenis op zeventienjarige leeftijd te schrijven. Na de proloog en deel één in 1983, en deel twee, De gevarendriehoek, in 1985, verschijnen de twee boeken van deel drie, Het Hof van Barmhartigheid en Onder het plaveisel het moeras, elf jaar later in 1996. Echter in 1990 verschijnt, voor zijn beurt, het vierde deel, Advocaat van de hanen, de beroemde en virtuoze krakersroman.

Uit deze publicatievolgorde lezen we als het ware de ontwikkeling van de schrijver. Met Advocaat van de hanen doorbreekt de schrijver de particuliere geschiedenis van zijn hoofdpersoon en wordt de trilogie een romancyclus, een veelkleurige werkelijkheid van oude en nieuwe stemmen. In die cyclus is Albert Egberts soms hoofdpersoon, maar meestal bijpersoon, verteller of aangever van oude verhalen. Of toeschouwer dan wel getuige en zelfs gluurder in andermans verhalen. Op 9 december 2023 telt de cyclus zeven delen, een ongenummerd intermezzo en twee bibliofiele (helaas) niet-publieke uitgaven.

Even gewone als bizarre levens

In De tandeloze tijd schept Van der Heijden een eigen universum, bevolkt met personen die hun even gewone als bizarre levens leiden. De romans zijn, behalve de eerste drie delen, zelfstandige verhalen. Wel zijn ze verbonden door terugkerende of overlopende personen en hun herinneringen of ervaringen.

De romans lezen als picareske avonturen. Maar onder de oppervlakte, zeg maar het plaveisel, wringen de frustraties, conflicten en beroeringen. Zo verhaalt Alberts geschiedenis het belemmerde opgroeien, gefnuikte relaties met ouders, familie, geliefden, vernietigende verslaving, onmacht om grip op het leven te krijgen, angst voor seks en evengoed het verlangen naar seks, angst voor de dood, een onbruikbare god, en ook dat: De wording van een schrijver.

A.F.Th. van der Heijden gefotografeerd door zijn zoon Tonio in 2006.

Advocaat van de hanen toont de dipsomane advocaat die optreedt in de zaak van een in de gevangenis overleden kraker, maar zijn getuigenis verzaakt en daardoor zijn positie verliest. In het hartverscheurende intermezzo Weerborstels verongelukt Albert Egberts’ neefje Robby door zijn obsessie voor snelheid. De helleveeg, tante van Albert Egberts, gaat woedend ten onder aan haar geheim van seksueel misbruik, van verfoeide liefde en illegale abortus. Nico Dorlas, de destructieve psychopaat uit Kwaadschiks, schiet in zijn jaloerse jacht op zijn overspelige vriendin een onschuldige politieagente dood. In Stemvorken beleeft de vrouw van Albert Egberts, een lesbische amour fou met de vroegere vriendin van haar echtgenoot. De twee bibliofiele uitgaven Kastanje a/d Zee en Stultifera Navis brengen Albert Egberts terug als hoofdpersoon, verstrikt in vijandige jaloezie voor zijn levenslange rivaal Hans Krop.

Thema’s genoeg, zou je zeggen, maar de schrijver laat zich niet binnen grenzen vangen. Wat schrijver Van der Heijden wil, drukt junk Albert Egberts precies uit. Hij voelt zich, zegt hij, als een proefkonijn in een laboratorium met als enige uitkomst: De mens is het enige wezen op aarde met het vermogen tegen zichzelf te kiezen. Dat gebeurt er. Van der Heijden kijkt naar het zijn en worden van mensen; wat doet hij, wat kan hij in wat hem overkomt? Daarmee plaatst Van der Heijden zich in het klassieke drama waarin mensen aan zichzelf ten onder gaan.

Een meesterlijke literaire vorm

A.F.Th. van der Heijden hanteert een meesterlijke literaire vorm. Ik noem het verhaal in verhaal. In de lijn van zijn roman daalt hij voortdurend af naar een ander verhaal, en in weer een verhaal alsof hij zijn eigen Decamerone maakt. In die cadans ontstaat een filmische wisseling van personen, van plaats, van tijd, van perspectief. De afdalende verhalen zijn kinderherinneringen, familiegeschiedenissen, ontmoetingen in vriendschappen en liefdes, erotische avonturen, traumatische ervaringen, portretten van sturende of verdervende personen. De ingelegde verhalen fungeren als verbindingen met de belevenissen, gedachten en emoties van de hoofdpersoon.

Een ander belangrijk vormprincipe zit in de vertekening van de werkelijkheid – om de werkelijkheid te negeren, of om de werkelijkheid naar eigen hand te zetten. Op dat niveau zet Van der Heijden uitvergrotingen, symbolen, mythologiseringen in, maar ook het spel met dualisme, filosofische (schijn)theorieën, opstandige tirades, en absurdistische hersenspinsels.

A.F.Th. van der Heijden in 2016 door Omroep Brabant geïnterviewd over de verschijning van de film ‘De Helleveeg’ naar het gelijknamige boek.

Merkwaardig genoeg doet de vermenging van werkelijkheid en onwerkelijkheid geen afbreuk aan de karakters in De tandeloze tijd. Bij Van der Heijden blijven alle personen geloofwaardig en menselijk. Misschien omdat hij hun drama’s dempt met onbevangen neutraliteit, met satire en ironie soms, met humor vaker dan je denkt, en met een verbluffende vertelkunst.

De literaire schok van de toekomst

Stemvorken, deel acht van De tandeloze tijd, bevat een ingelegd verhaal dat refereert aan Van der Heijdens tweede romancyclus Homo duplex. Deze cyclus, bestaande uit twee romans en meerdere novellen, bergt een grote belofte in zich. Misschien wordt dit Het Onmogelijke Boek dat Van der Heijden ooit wil schrijven. In elk geval intrigeert het mij dat het gezichtspunt van mens tot mythe van De tandeloze tijd wordt omgedraaid tot het gezichtspunt van mythe tot mens in Homo duplex. Misschien wordt deze cyclus de literaire schok van de toekomst. Of zouden beide cycli later samenvloeien tot Van der Heijdens Onmogelijke Boek? De schrijver heeft het laatste woord.

Feestelijke uitgaven
Stichting De tandeloze tijd viert 9 december 2023 met twee bundels gedenkartikelen van kenners, lezers en liefhebbers. De eerste bundel verscheen op 8 december en de tweede volgt in januari 2024. De prijs van de bundels is € 15,95. Ook de verrassingsroman Zogkoorts, deel dertien van De tandeloze tijd, is een uitgave van de stichting en is dus niet in de boekhandel te koop. De prijs is: € 24,95. Alle uitgaven zijn te bestellen bij afthvanderheijden.info

Reacties (1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *