Protest wringt zich door de kieren van dictaturen, verspreidt zich over grote pleinen en wordt verwoord op vlaggen, borden of in levende blokkades. Maar ook kunstenaars mengen zich in de strijd, wat vaak verrassend werk oplevert. In Museum Helmond is nu ‘Resilient Rebels’ te zien: vormen van (massa)protest door de ogen van hedendaagse kunstenaars, verwijzend naar hoop en daadkracht.
door Anja van den Akker
Tientallen anonieme gezichten lijken in het niets te staren. Zwart-wit, in houtdruk op simpel ongebleekt katoen beslaan ze een complete museumwand. Aan ‘Het Papieren Monument voor de Papierlozen’ waaraan de conceptuele kunstenaar Himmelsbach al sinds 2013 werkt, valt in deze tentoonstelling niet te ontkomen.
Domenique Himmelsbach de Vries (1983) maakt samen met andere kunstenaars deze portretten van niet gedocumenteerde vluchtelingen om hen zo tóch een gezicht te geven. Ze waren al te zien van Boston tot Madrid en Himmelsbach hoopt dat ze gaandeweg worden verankerd in een collectief geheugen. “Een aantal mensen kom ik nog weleens tegen. De een ervaart vooral uitzichtloosheid, bij anderen zie ik toch ook wat houvast. Ik probeer met mijn sociale kunst-interventies de heersende dynamiek tussen ‘goed’ en ‘slecht’ te doorbreken.”
Middelen om nieuwe vormen van protest te creëren
Hoe anders is de grote zwarte ronde ‘tempel’ van Bambi van Balen (1983) die zowat de hele ontvangsthal van Museum Helmond vult. Van Balen is de man achter ‘Tools for Action’: middelen om nieuwe vormen van protest te creëren. Zoals opblaasbare sculpturen bijvoorbeeld. Sinds drie jaar is hij bezig met het thema ‘collectief dromen’. Dat ziet hij, naar eigen zeggen, als een politiek engagement.
Is dat niet wat te lichtvoetig in deze – voor velen – zware tijden?
“Er zullen altijd dringende zaken zijn die ons afleiden van de droom. Maar een droom is een verbinding met onszelf en met onze toekomst. Je moet ontspannen om je dromen en beelden te ontvangen.” Dat laatste kan in zijn ‘tempel’ waar je een mindful-achtige ervaring te wachten staat. Geïnspireerd op de ‘Dream Machine’ van beatdichter Brion Gysin en ingenieur Ian Sommerville uit de jaren zestig. Dat was een cilinder met daarin een gloeilamp die ronddraaide, waardoor een flikkerlicht ontstond. Dat zou een hypnotiserend en visionair effect hebben. Een droommachine in elk huishouden, in plaats van een televisie. Dat leek Gysin een nobel streven. Van Balen heeft dit idee op zijn eigen manier uitgewerkt.
Indrukwekkend zijn de zes bronzen maskers van de Spaanse kunstenaar Fernando Sánchez Castillo (1970). Ze zijn gemodelleerd naar maskers die daadwerkelijk zijn gebruikt tijdens protesten. Zoals bijvoorbeeld de Pussy Riot bivakmuts uit Rusland en het op Mickey Mouse geënte gasmaker uit Venezuela. Ze dienen om individueel niet herkend te worden, maar dragen juist bij aan de bredere (h)erkenning van het protest. Door de maskers in brons te gieten geeft de kunstenaar alles een meer permanent karakter.
Samen vormen ze twee grote gebalde vuisten
Even imposant is zijn vijf meter hoge beeld ‘The Tankman’, verwijzend naar de moedige Chinese man die in 1989 op het Plein van de Hemelse Vrede in zijn eentje een rij tanks staande hield. Nooit werd zijn identiteit bekend. Groots is ook het werk ‘The Light at the end of the tunnel has been turned off (up & down)’ van Anouk Kruithof (1981). Zij verzamelde meer dan tienduizend foto’s van protestacties tussen 2017 en 2022. Borden, groot en klein, handgeschreven, beschilderd, noem het maar op. Samen vormen ze twee grote gebalde vuisten. Daarmee laat ze zien hoe heel veel kleine protesten samen toch krachtig kunnen doorklinken als je ze bundelt.
Interessant is ook de video ‘anti_dog’ van Alicia Framis (1967) en met een hoofdrol voor dames in extravagante kleding. Tijdens een voetbalwedstrijd van Ajax stonden modellen in deze kleren bij de poorten van de Amsterdam ArenA. Er was geen hooligan die hen durfde aan te raken en ze liepen allemaal langs de vrouwen heen. Maar toen een van de dames plotseling in elkaar zakte, was er ook niemand die te hulp schoot. Kennelijk ben je ‘onzichtbaar’ als je duidelijk niet bij de groep hoort, ook al draag je een goudkleurige Dior-jurk.
Ook de Russische Gluklya (pseudoniem van Natalya Pershina-Yakimanskaya, 1969) gaat uit van kleding als protest. ‘Clothes for Demonstrations against False Vladimir Putin Elections’ (2011-2015) omvat drieënveertig kledingstukken op een stok die kunnen worden rondgedragen als banier. Kleding zegt iets over een individu en in deze vorm gaat het om non-verbale communicatie: een persoon die stilzwijgend zijn stem laat horen in een wereld waarin dat vaak nog amper mogelijk is.
Een poging om aandacht te vestigen
Mooi zijn de foto’s die Tina Farifteh (1982) maakte van Iraanse vrouwen – vooral schoolmeisjes – die strijden voor meer rechten. ‘Woman, Life, Freedom’ omvat Airtex prints en video’s. “Dat is wat ik kan doen: ik kijk, zoom in, maak screenshots en breng ze samen. Het is een poging om aandacht te vestigen op hun moed, solidariteit en zusterschap.”
Het fenomeen vlag als uiting van protest komt – hoe kan het ook anders – eveneens aan bod in deze expositie. De Iraanse kunstenares Golshan Azadokht (1995) maakte samen met haar moeder bijzondere vlaggen als protest tegen de heersende orde. ‘Beginnings without Endings’ toont een tijdlijn van gebeurtenissen. Traditionele herdenkingsvlaggen hebben beide vrouwen ‘herzien’ met slogans van demonstranten die door het regime zijn opgesloten.
Ook Sarah van Sonsbeeck (1976) is aan de slag gegaan met de vlag. Haar ‘World Flag Attempt’ uit 2020 is een eerbetoon aan de wereldvlag die Paul Carroll maakte in 1988 en waarbij hij alle vlaggen van de VN verwerkte. Dit als reactie op de beurscrash in het jaar ervoor. Van Sonsbeeck maakte haar vlag – met daarin de kleuren van alle vlaggen ter wereld – tijdens de coronapandemie als teken dat crisis ontwrichtend werkt, maar ook ruimte kan maken voor nieuw gedachtengoed. De kleuren van haar vlag lopen door elkaar en vervagen alle grenzen.
Het protest komt niet alleen van ‘ver weg’. Ook het Van Gogh Museum krijgt ervan langs. In 2017 was daar een expositie over Nederlanders in Parijs tussen 1789 en 1914. Van de achtenzestig Nederlandse vrouwelijke kunstenaars in die stad kwam er maar één voor in deze tentoonstelling. Het bekende kunstenaarscollectief Guerrilla Girls stelt dit uitdrukkelijk aan de kaak in de video ‘One Is Not Enough!’
Resilient Rebels, tot en met 24 maart 2024 in Museum Helmond (Boscotondohal).
© Brabant Cultureel 2023
Reacties (1)