Eigenlijk had ik deze tijding niet mogen omarmen

gedichten door Moeckbert

Het ritje na het aanbellen van de heilige maagd Maria

hondsdagen gaan voorbij zoals men mij vertelde
jij verzocht me daarom niet bij mijn huisdier te blijven zitten /
ook al blafte hij nooit meer – o nee!

het voelde alsof een onweersbui diep in mijn buik verscholen bleef /
eigenlijk had ik deze tijding niet mogen omarmen;

soms gebeurt alles te spontaan

niemand was goed voorbereid / en of ik dan een opblaashondje
van je wilde lenen? / de verlossing kwam er niet helaas;
slechts tranen en een vage pijn

mijn huid werd winkelgrijs / want alle tintelingen verdwenen naar mijn tenen
en of je me ging lastig vallen? / je zei van niet en belde gewoon aan

in mijn aanschijn stond toen een pikant gekleed kaboutervrouwtje
met een bosje lelies en wit haar

met heur haar kon ik mijn ogen deppen /
het boeket zou zij op tafel zetten

de rest is zoals u weet geschiedenis;

jij immers was uitverkoren / zoals een echte heilige moeder van god
en je streelde even door mijn haren

dus wierp ik 17 eurocent in de collectebus /
en aan ’t end kuste je mijn voorhoofd en knielde ik voor jou

Daarna mocht ik bij je op de brommer en reden we
door Tilburg; Allelujah! Loof de heer!

[ik bleef je – jaren – trouw]

Een zuurpruim voor:
Wilhelmina van Kastanje(!)


De boot had ik gemist
dus plantte ik stiekem een zuurpruimenboompje
niet zo maar in een park

Dat ooit was ingericht voor Wilhemina;
ik gebruikte daarbij mijn hark

En ook een heel klein schepje
in het holst van een hete nacht

Dus die acrostichon moest gewoon
wat langer / dat had ikzelf bedacht

want:

‘De zuurpruim, is niet altijd te pruimen’
‘niet als boompke noch als plant’
‘maar als je er goed mee om kunt gaan’
‘kiest ze uiteindelijk wel jouw kant’

Evenzo is dat met onze liefde / en als je haar niet blieft
is dat spijtig en best schraal / heb haar
dus als uitroepteken gevoegd bij ’t totaal

Zelfs ondanks een laatste ‘stekel’ / blijft ’t een halve wilde
o gij Wilhelmina, maagdelijk en gesloten, gij Reine Claude*
van het hof, gij staat nu flamboyant bij Peerke*

…ik denk dat u maar boft

En als dat echt niet goed is…dan *heurek et wèl òf gilde
òf roepte mar nòr mèn òf ons lieven hirke

[AMEN]

Noten

Reine Claude: een oude pruimensoort
Peerke: Peerke Donders

Als onbekende dichter voelde ik mij lichtelijk gepasseerd /
derhalve een Tilburgse traktatie:
[vertaling]…dan hoor ik het wel of gil je
of roep je maar naar mij of onze lieve heer

ChatGPT

ChatGPT bezat al de gedichten die ik nog ging schrijven
geef ze terug! riep ik ontredderd
zo kan ik naar mijn monnies* fluiten
Chat* zei: jij bent ook geen dichter, jij bent een rare snuiter,
een nietsnut en een charlatan, en ging zo uren voort…

[- ik had namelijk gevraagd of hij oneindig veel oplossingen
wilde genereren -] en toch had hij ’t niet door

DICHTEN is een vak, en dat zul je weten, dacht ik
vastbesloten / en kroop als een tijger achter mijn typemachine,
draaide een flinterdun sigaretje van mijn allerlaatste shag

ook dronk ik al mijn biertjes op en de rest van mijn alcoholisch leven /
want romantische ingevingen vallen meestal zo wel op hun plek

toen ik vervolgens laveloos in de gangkast werd gevonden /
vroeg mijn dochtertje: pap wat is er toch aan de hand?

nou eigenlijk niets antwoordde ik – [en dan vat ik het goed samen]
ik meende dat het zo eenmaal moest / en dat er anders geen
GEDICHTEN kwamen

– want al mijn ‘raderen’ zaten onder het zand

toen opeens werd alles helder en ik hoorde de nog steeds rammelende ChatGPT;
ja hij zou mij kunnen helpen aan nieuwe content en halen uit de misère
van mijn writer’s block

…en me brengen tot een nieuw idee

sinds kort doe ik met zero-tolerance-biertjes aan geheelonthouding
en wacht tot Chat er namens mij een cheesy* gedicht uitklopt

soms blijkt dichten dus echt wel easy /
en ben nu tamelijk gedwee

*
Chat; koosnaampje van ChatGPT
monnies (straattaal / meervoudsvorm): geld, centen
cheesy [Amerikaans / straattaal]: goedkoop

Al-ien

ik ploegde langs dit Al-woord / en
langs dit Al-woord ploegen – was als een vreemde beat

zo betwistte men bijvoorbeeld dat mijn oma een Al-ien is /
maar hiermee ontkent men mijn bestaan

ik weet dat ik van ver gekomen ben
echter heel gek ben ik niet

toch ben ik nooit alleen / zo ken ik inmiddels al
Al-ice, Al-lah en ook de Al-di;

opgeteld zijn dat er drie

ZOUT

het was omdat Jezus geen mayonaise op zijn ei wilde
en God flink begon te vloeken

het donderde, het knipperde, het licht ging aan en uit;
de aarde draaide extra om haar as

‘dan maar zo!’ werd er gezegd

‘maar ik wil zout,’ zei zoonlief, ‘gewoon zout
net zoals chips niet zoet moet zijn en waarom
men in de Dode Zee kan blijven drijven
of geliefdes naar elkaars lichaam neigen’

‘ik wil alleen maar zout’
[en daarom moest hij even hangen]

hè hè [……] soms komt voortschrijdend inzicht na veel te lange tijd
en moet men zijn of haar idealen terzijde schuiven

zo ook bij de schepper van al het goede: de hemel en de aarde
het water en de lucht – en natuurlijk van de mayonaise

misschien was het puberachtig en naïef
maar zonen en dochters mogen zeker hun eigen mening ventileren

dus nu is er voortaan: ZOUT

en hoeft men niet te bakkeleien, maar simpel respecteren
hoe men zijn [slash] haar eitje nemen wil

Mijn vader

toen mijn vader stierf en ik mijn schoenen wilde strikken
zei hij eerst: teken een cirkel waar je in kunt staan

en timmer een bloempot voor op ’t graf
als je wilt huilen, doe je dat, maar niet meteen –
je zult ook willen wachten

ik trok mijn sokken op tot aan mijn knie
en haalde een hamer en wat krijt

men vertelde mij wat ik mocht zien
en hoe je vele handen schudt

hierna besloot ik te zitten op ’n inklapstoel

een traan schoof zoetjesaan voorbij
men zong – ik vond het vreselijk slecht

verdriet overmande me waardoor ik bijna stikte
en dacht: lieve hemel, mijn wereld staat in brand

maar het was mijn vaders kist die lichtelijk ontvlamde

Wie is Moeckbert? Ja wie is hij niet? Veel helaas nog niet, en in ieder geval niet iemand die zichzelf zomaar prijsgeeft. Maar zoals dat soms met bepaalde dingen gaat, kan het tij zich spontaan keren. Aan het einde van het vorige millennium geboren in een redelijk goedige omstandigheid onder de rook van Tilburg.

Illustraties: Hans Lodewijkx

© Brabant Cultureel 2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *