In de ‘Atlas Van Gogh Brabant’ zijn alle locaties in kaart gebracht waar Vincent van Gogh (1853-1890) voor korte of langere tijd verbleef. Naast Zundert, Etten en Nuenen komen ook andere plaatsen in beeld. Gedegen onderzoek en de toevoeging van hedendaagse fotografie laten zien waarom het van belang is om bepaalde bouwwerken waar Van Gogh kwam te beschermen en te behouden.
door Irma van Bommel
Het onderzoek voor de Atlas Van Gogh Brabant is verricht door twee Van Gogh kenners in Noord-Brabant: Ron Dirven (1962), directeur-conservator van het Vincent van GoghHuis in Zundert en Helewise Berger (1985), conservator negentiende en begin twintigste eeuw van Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch. Dirven is ook conservator van Van Gogh Brabant, een organisatie van vijf samenwerkende erfgoedinstellingen die zich inzetten om bekendheid te geven aan de culturele erfenis van Van Gogh in onze provincie. Naast de twee genoemde instellingen zijn dat Van Gogh Village in Nuenen, de Van Gogh Kerk in Etten-Leur en Vincents Tekenlokaal in Tilburg. Het boek is een initiatief van Van Gogh Brabant en Het Noordbrabants Museum en heeft als doel de Van Goghbeleving in Noord-Brabant te versterken. Dirven en Berger maakten van het onderzoek een heel lezenswaardig verhaal. Je duikt erin en het laat je niet meer los.
Het huis van oom ‘Cent’ in Breda bestaat nog
Als eerste locatie wordt niet Van Goghs geboorteplaats Zundert behandeld, maar Breda en dat is verrassend. Breda blijkt de stad te zijn waar Vincents grootvader een gezin stichtte met twaalf kinderen en waar hij predikant werd in de Grote Kerk. Vincent bezocht regelmatig zijn familie in Breda en kwam ook bij zijn oom ‘Cent’, die kunsthandelaar was en die achter zijn huis een galerij had laten bouwen voor zijn grote kunstverzameling. Hier maakte Vincent kennis met de schilders van de School van Barbizon en de Haagse School. En via deze oom zouden Vincent en zijn broer Theo later in dienst treden bij kunsthandel Goupil & Cie, met vestigingen in Parijs, Londen, Brussel en Den Haag. Het huis met de galerij, Huize Mertersem, bestaat nog en Karin Borghouts (1959) maakte er een foto van.
Breda is ook de stad waar Vincents moeder in 1886 naar terugverhuisde vanuit Nuenen, na het overlijden van haar echtgenoot die daar dominee was geweest. Vincent verbleef toen in Antwerpen en zijn moeder nam de kisten met zijn vroege werk mee naar Breda. Toen Van Gogh in 1890 overleed en kort daarna ook zijn broer Theo, was zij net het jaar daarvoor verhuisd naar Leiden, met achterlating van de kisten. Niemand dacht nog aan die kisten, totdat ze in 1902 vanuit de opslag aan een opkoper werden verkocht, voor één gulden. De vroege werken raakten verspreid, maar volgens de auteurs van de Atlas is een belangrijk deel uiteindelijk terecht gekomen in het Kröller-Müller Museum.
Ook fotograaf Borghouts kan Van Gogh kenner worden genoemd
Karin Borghouts documenteerde alle Van Gogh monumenten voor dit boek. Door één fotograaf de opdracht te geven de huidige staat van de plekken vast te leggen, is er eenheid in stijl ontstaan. En dat geeft rust in dit ‘drukke’ boek vol oude foto’s, historische kaarten, tekeningen en schilderijen. Ook fotograaf Borghouts kan Van Gogh kenner worden genoemd. Zij publiceerde in 2019 het fotoboek Vincent was here waarvoor zij de dertien woonplaatsen van Van Gogh documenteerde.
De locaties die in de Atlas aan bod komen, zijn Breda (met Princenhage), Zundert, Zevenbergen, Tilburg, Helvoirt, Etten en Leur, en Nuenen met Eindhoven en Lieshout. Van iedere plaats is een schematische kaart gemaakt. Daarop zijn met nummers de plekken aangeduid die worden besproken en in beeld zijn gebracht. Helemaal achterin is een overzicht opgenomen van alle locaties in Noord-Brabant.
Van Gogh komt zelf aan het woord via citaten uit zijn brieven aan zijn broer Theo. Interessant is dat zijn leven en dat van zijn familie in dit boek in een historische context wordt geplaatst. Zo lezen we bijvoorbeeld dat de katholieke Grote Kerk in Breda, waar Vincents grootvader preekte, in 1637 definitief door stadhouder Frederik Hendrik aan de protestanten werd gegeven.
De notabelen van het dorp zochten elkaar op
Naast de welbekende bouwwerken, waaronder de protestantse kerken waar Van Goghs vader preekte, de pastorieën waar de familie woonde en de watermolens die Van Gogh schilderde, komen nu ook landgoederen in beeld van protestantse eigenaren waar de familie Van Gogh op bezoek kwam. Zo wordt aangenomen dat de familie het landgoed De Moeren bij Zundert bezocht. Immers, protestanten waren in het zuiden des lands in de minderheid en de notabelen van het dorp zochten elkaar op. Een Vlaamse schuur op het landgoed is nu in gebruik als gastatelier van het Vincent van GoghHuis.
Toen Van Goghs vader in Helvoirt preekte, was de familie Van Gogh bevriend met de familie De Jong van Zwijnsbergen. De Van Goghs bezochten naast het landgoed Zwijnsbergen ook Huize Mariënhof van dezelfde eigenaren. Ook Vincent, die eerst in Den Haag en later in Engeland woonde, kende beide plekken. In 1876 schreef hij in een brief: ‘Ik verheug mij reeds op kersmis, twee jaar geleden deden wij ’s avonds die wandeling in de sneeuw, weet gij dat nog, toen wij de maan zagen op komen boven Mariënhof. Den avond toen ik, dien kerstijd, van den Bosch naar Helvoirt reed in een open karretje herinner ik mij nog zoo goed, het was geducht koud en glad op den weg, wat zag den Bosch er mooi uit, de marktplaats en de straten met sneeuw en de huizen donker met sneeuw op de daken, Brabant is toch Brabant, en ’t Vaderland is toch het vaderland (…).’
Ook een plaats als Helvoirt wordt interessant
In deze Atlas, waarin het leven van de familie Van Gogh is geplaatst in de context van de tijd, wordt ook een plaats als Helvoirt interessant. Hoewel Vincent daar niet zelf heeft gewoond, kwam hij er graag. Van Gogh maakte er in 1874 een schetsje van de Hervormde Kerk. Het stelt weinig voor; hij was toen ook nog geen kunstenaar. Pas in 1880 besloot hij kunstenaar te worden. Zijn vader was toen dominee in Etten, een paar jaar later in Nuenen. In het hoofdstuk over Etten komen meer tekeningen van Van Gogh in beeld. En in het hoofdstuk over Nuenen voor het eerst ook schilderijen.
In Etten maakte Van Gogh vooral studies van de boerenbevolking. Dat deed hij later in Nuenen ook, maar daar maakt hij ook schetsen en schilderijen van landschappen en bouwwerken. Het huis of de hut waar Van Gogh de familie De Groot-van Rooij tekende, wat leidde tot De Aardappeleters, bestaat helaas niet meer. Op die plek staat nu wel een huis dat gedeeltelijk is opgetrokken uit materialen van de hut, maar het oogt wat prozaïsch.
Landschappen zijn sterk aan verandering onderhevig
Achterin de Atlas zijn de criteria verwoord die hebben geleid tot de selectie van de monumenten. Dat zijn de plekken waar Van Gogh woonde en werkte. Daaraan toegevoegd zijn belangrijke plekken waar hij vaak kwam. Let wel, alleen de bouwwerken, de landschappen met bebouwing en herdenkingsmonumenten kunnen een monumentenstatus krijgen. Voor landschappen zonder bebouwing geldt dat niet, omdat die sterk aan verandering onderhevig zijn. Maar ze worden in dit boek wel genoemd.
Afgezien van de discussie of het nodig is dat alle genoemde plekken een monumentenstatus met het label Van Gogh verdienen – laten we dat vooral overlaten aan de grootste Van Gogh kenners en liefhebbers – kan het geen kwaad interessante panden en landschappen te behouden. Er is immers al zoveel erfgoed verdwenen. Zo lang het maar niet leidt tot de uitbating van attracties die de rust verstoren. Want drukke attracties en het gedachtengoed van Van Gogh, dat gaat niet samen.
Helewise Berger & Ron Dirven, Atlas Van Gogh in Brabant, Zwolle: WBooks 2023, 136 pp., ISBN 9789462585324, hb., € 29,95.
www.vangoghbrabant.com
Bestel bij uw lokale boekhandel
Lees meer over Vincent van Gogh op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2023