Atelierbezoek: Laag over laag en wanneer bepaal je dat het af is?

Soms kom je ze nog tegen, die ‘vergeten’ stukjes grond aan de rand van de stad waar de stadsvernieuwing nog geen vat op heeft gehad. Een oase van rust, waar je je ver weg waant van de stadsdrukte. In een als boerderij gecamoufleerde Duitse bunker uit 1944 in Eindhoven hebben beeldend kunstenaars Aagje Linssen en Jeroen Vrijsen ieder een atelier, anti-kraak. Zo lang als het duurt.

Atelierbezoek door Irma van Bommel  foto’s > Joep Eijkens

Sinds haar afstuderen aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in ’s-Hertogenbosch woont Aagje Linssen (1981) al anti-kraak. Dan heb je snel een woning en atelierruimte, maar moet je ook vaak verhuizen, weet Linssen. Ze is al zo’n tien keer verhuisd. Maar in een oude boerderij in Eindhoven die een Duitse bunker uit de Tweede Wereldoorlog blijkt te zijn, grenzend aan de wijk Meerhoven, woont ze toch al twaalf jaar. Het pand heeft een kleine binnentuin en is verdeeld in vier woningen. Eerst woonde Linssen aan de voorkant. Vier jaar geleden kon ze verhuizen naar de woning aan de achterkant, met een grote tuin en ruimte voor twee ateliers. Linssen heeft haar atelier grenzend aan de binnentuin. Jeroen Vrijsen heeft in de schuur zijn atelier ingericht. De gemeente Eindhoven heeft plannen met dit gebied en wil er op termijn een politieopleidingscentrum vestigen. Maar zover is het nog lang niet.

Aagje Linssen en Jeroen Vrijsen voor de boerderij. Aan de dikte van de muur bij de openslaande deur kun je zien dat het gebouw eigenlijk een bunker is.
Rechts de boerderij, links de schuur met het atelier van Jeroen Vrijsen.
Aagje Linssen in de binnentuin voor haar atelier.

Acryl is toch een soort plastic

Aagje Linssen heeft recent werk in haar atelier hangen. Schilderijen in groot en klein formaat die iets landschappelijks suggereren, een tuin of een vijver. Aanvankelijk werkte ze in acryl, nu met ei-tempera. “Ik ben gestopt met acryl, omdat ik met natuurlijke materialen wilde werken. Acryl is toch een soort plastic en ik vond de kleuren na verloop van tijd teruglopen. Ik werk nu voornamelijk met organische pigmenten.”

In 2015 maakte Linssen haar eerste schilderij in ei-tempera. Informatie over die techniek vond ze op internet. Ieder pigment heeft een eigen gebruiksaanwijzing en dure pigmenten blijken van betere kwaliteit dan goedkope. Ze heeft zelfs het kostbare en zeldzame lapis lazuli (blauw) uit Afghanistan kunnen bemachtigen. Om materialen te kunnen kopen heeft zij verschillende baantjes. Zo werkt ze bij kunstboekenwinkel Motta en bij MU in het productieteam, beide in Eindhoven.

Door de suggestie van water doet dit werk sterk denken aan de waterlelies van Monet.
Aagje Linssen schildert in ei-tempera waarbij ze zelf de pigmenten mengt met eigeel en lijnolie.
Linssen voor recent werk. Met weinig verfstreken weet zij de suggestie van een landschap te geven. Het lijkt alsof direct op het doek is geschilderd.

Pigmenten mengt zij zelf met eigeel en lijnolie. Daar voegt ze een druppel propolis tinctuur uit de bijenkast aan toe om het langer goed te houden. Sommige werken zien eruit alsof de verf direct op het doek is aangebracht. Maar als ondergrond brengt ze drie lagen beenderlijm aan en dat is doorzichtig. Vandaar dat je daar doorheen vaak de ondergrond ziet, ecru-kleurig katoen of beige linnen. Andere schilderijen hebben juist een donkere ondergrond en zijn veel voller geschilderd. Linssen studeerde af in tekenen. Daarna is zij meer gaan schilderen. Nu vermengt ze tekenen met schilderen.

De Bossche academie bood ademruimte

Als je haar werk ziet, kun je je niet voorstellen dat ze destijds niet meteen is aangenomen op de kunstacademie. Toch was het zo. Na een vooropleiding voor de kunstacademie bij het Koning Willem I College in ’s-Hertogenbosch werd ze niet aangenomen bij de Academie voor Kunst en Vormgeving in die stad. Twee jaar later wel bij St. Joost in Breda. Na een minor in Breda stapte ze in het derde jaar alsnog over op de Bossche academie. “De opleiding in Breda is wat conceptueler, die in Den Bosch meer experimenteel. Je ontwikkelen vanuit het maken en niet vanuit het denken paste beter bij mij. De vrijere sfeer op de Bossche academie bood mij ademruimte, ruimte voor experiment.”

De kunstenaar toont een klein schilderij van een waterval. Naast de boekenkast staan rollen doek, het ecru-kleurige katoen en het beige linnen. 

Momenteel is ze is druk bezig met een boek over haar oeuvre, vormgegeven door Marc Koppen. Kunsthistoricus Alex de Vries schreef de inleiding. Het boek komt naar verwachting uit in oktober 2023. Het wordt haar eerste boek. Toch maakte ze in 2010 al een boekje, één enkel exemplaar, dat diende als document bij het schilderij ‘Weer wit’. Ze toont een groot, nagenoeg wit doek en vertelt dat ze op dit doek is uitgegaan van een houtskooltekening waar ze telkens wat aan toevoegde, waardoor het steeds donkerder werd. Vervolgens heeft ze dat zoveel als mogelijk weer uitgegumd en daarna met water uitgeveegd tot grijze vlekken. Vervolgens maakte ze er met wit krijt een tekening overheen, die steeds voller werd. En tenslotte heeft ze het overgeschilderd met witte gesso, een grondlaag om het doek te preparen. In genoemd boekje legde ze iedere fase in het proces vast.

‘Weer wit’ (2011). Het proces van een tekening in zwart naar een tekening in wit legde Linssen vast in boekvorm. Foto > Aagje Linssen

Wat ze hier bewust deed, roept de vraag op: Wanneer stop je? Wanneer vind je dat je werk af is? “Soms weet ik het zeker, maar niet altijd. Ik probeer met zo weinig mogelijk verfstreken een werk te maken, maar dat is ontzettend moeilijk. Soms werk ik in vele lagen over elkaar en soms ben ik jarenlang bezig met een werk.” Met partner Jeroen Vrijsen in de buurt kan ze daarover praten. “Maar uiteindelijk bepaal je zelf wanneer een werk af is.”

Schilderen, tekenen en andere media

Jeroen Vrijsen (1975) studeerde eveneens aan de kunstacademie in Den Bosch, maar wat eerder. De opleiding heette toen nog Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving en hij koos voor de richting schilderen, tekenen en andere media. Hij schildert in olieverf.

Jeroen Vrijsen voor recent werk.
Jeroen Vrijsen werkt in olieverf.

Midden in zijn atelier staat een bak met glasscherven die de aandacht trekt. Glas breken en scherven aan elkaar kitten doet hij “als een soort meditatie, als ik niets anders te doen heb”. Het is dus geen werk in wording waar hij mee naar buiten treedt. Net als het werk van Linssen hebben zijn schilderijen iets landschappelijks. Maar waar je bij de werken van Linssen kunt wegdromen, wijst het werk van Vrijsen je op de menselijke aanwezigheid, het ingrijpen van de mens in de natuur.

Een bak met gekitte glasscherven in het midden van het atelier van Vrijsen trekt de aandacht.
Vrijsen brengt de verf zowel dun als dik op.
De landschappen van Vrijsen verraden menselijke activiteit.

Aan de wanden hangen werken waar hij de laatste jaren mee bezig is. Eén is er af. Ook aan hem de vraag wanneer hij vindt dat het af is. “Het is af als er voor mij voldoende in zit waar ‘het’ naartoe wil. Voor ieder schilderij is dat anders; ieder werk heeft een andere voorwaarde. En het ene werk is ook weer voorwaarde voor een ander werk, maar kan ook zelfstandig bestaan.”

De exacte wetenschap combineren met kunst

In de zomer van 2022 hebben Vrijsen en Linssen een werkperiode gedaan in Bosnië. Daar werkten toen ook Aaron van Erp en Saskia de Maree en met zijn vieren vormen ze nu ‘De Eindhovense School’. Vrijsen maakte er veel werk dat nog niet af was. In zijn atelier kan hij daaraan doorwerken. “Ik zit nu mogelijk op een tweesprong in mijn werk. Van 2008 tot 2021 ben ik bezig geweest om dingen uit de omgeving, de natuur te vertalen en te vervormen naar mijn eigen wereld. Nu ben ik aan het onderzoeken of ik de exacte wetenschap, een exacte denkwijze, kan combineren met kunst. Dat is geen logische combinatie. Maar misschien wil ik hier iets mee. Over die nieuwe richting is meer te lezen in het boek Ons menselijk reservaat dat Vrijsen in 2021 publiceerde en dat teksten bevat van Merel van den Nieuwenhof en Liesbeth Schreuder.

Tijdens de werkperiode in Bosnië maakte hij een schilderij van een wit laken dat was opgespannen tussen twee bomen. Op dat laken schilderde hij de tabel van de chemische elementen, ofwel het periodiek systeem. “Ik ben aan het onderzoeken wat je er beeldend nog meer mee kunt. De vraag is wat dat dan moet zijn. Het is een groot speelveld. Ideeën vormen zich in het schilderen, ontstaat in het schilderen, omdat ik intuïtief werk.”

Jeroen Vrijsen, ‘Tabel der elementen’ (2023), begonnen tijdens een werkperiode in Bosnië in de zomer van 2022 en afgemaakt in het eigen atelier. 

We leven in een maffe tijd, vindt Vrijsen. Er gebeurt veel. Nieuwe ontwikkelingen in de techniek gaan ons verstand te boven. Kijk naar ASML in Veldhoven die machines voor computerchips maakt, Itter in Zuid-Frankrijk die zich bezig houdt met kernfusie, CERN in Zwitserland met de deeltjesversneller of IBM met quantumcomputers die voor een nieuwe technologische revolutie staan. En Artificial Intelligence, dat gaat ons leven veranderen. “Kan dit als inspiratiebron dienen? Als mens ben je natuur. Je zet de natuur voort in iets anders. Dat biedt een breed terrein. Ik werk intuïtief. Er komen dingen bij elkaar waarvan ik nog niet weet waar het heengaat. Interessante beelden die veel vragen gaan oproepen. Wat wordt hier bedoeld?”

Vrijsen werkt erbij in de metaalsector

Ook Vrijsen werkt in veel lagen, maar anders dan Linssen brengt hij de verf zowel dun als dik op. “Het componeren is een lang proces, vergelijkbaar met het maken van een muziekstuk.” Ook Vrijsen kan zich niet fulltime met het kunstenaarschap bezig houden. Ook hij werkt erbij en wel in de metaalsector. Dat heeft als voordeel dat je het werk niet mee naar huis neemt, vertelt hij. Zodra je de werkplaats verlaat, ben je er al niet meer mee bezig.

Vrijsen werkt nog door op een aantal doeken links in beeld. Het kleine werk tussen de ramen is ‘Tabel der elementen’ (2023).
De ramen van het atelier zijn een kunstwerk op zich.

Vrijsen en Linssen doen veel samen. Ze bezoeken samen exposities en ze organiseren ieder jaar Grenswerk. Sinds 2008 selecteren ze ieder jaar kunstenaars voor een werkperiode in september in Tripkau, in een voormalige kazerne, in Duitsland. Die werkperiode van twaalf dagen wordt telkens afgesloten met een expositie in Hamburg. En later is die expositie dan in Eindhoven te zien. Van iedere editie van Grenswerk verschijnt een boek met de ervaringen en resultaten van iedere deelnemer in tekst en in beeld. En ieder jaar wordt dat boek anders vormgegeven.

De eerste jaren waren Vrijsen en Linssen zelf in Tripkau ook als kunstenaar aan het werk, maar daar zijn ze mee gestopt. Immers, organiseren en klaar staan voor de kunstenaars is moeilijk te verenigen met je terugtrekken in je eigen atelier. In september vertrekken ze weer naar Tripkau, voor de elfde editie. De expositie van de deelnemers is van 26 januari tot en met 11 februari 2024 te zien in de Kruisruimte in Eindhoven.

www.jeroenvrijsen.nl

Aagje Linssen exposeert vanaf 30 september 2023 in Pand P in Eindhoven.

Lees ook in Brabant Cultureel:
Galerie Nasty Alice toont landschappen om bij weg te dromen

Lees het vorige Atelierbezoek:
Leonie van Santvoort
Bekijk alle Atelierbezoeken hier

© Brabant Cultureel 2023

Reacties (1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *