De Kunst van Brabant: Verspilling van cultuurgeld bij organisaties die beleid uitvoeren

Achter de schermen van de provinciale politiek wordt nog druk geknutseld aan een nieuw college van Gedeputeerde Staten en een bestuursakkoord. De Kunst van Brabant roept de provincie op om in het nieuwe beleid het mes te zetten in de kosten van uitvoeringsorganisaties op gebied van kunst en cultuur.

door Emmanuel Naaijkens

Negentig procent van de beschikbare provinciale subsidies moet direct gaan naar Brabantse kunstenaars en culturele instellingen in Noord-Brabant. Nu gaat er nog teveel geld naar organisaties die het cultuurbeleid moeten uitvoeren. Dat stelt belangenorganisatie De Kunst van Brabant (DKvB) in een brief aan demissionair cultuurgedeputeerde Stijn Smeulders (PvdA). “Het kan allemaal veel efficiënter en minder versnipperd”, zegt voorzitter Ap de Vries in een toelichting.

Ap de Vries, voorzitter van De Kunst van Brabant. Rechts demissionair gedeputeerde Stijn Smulders. Foto > Ilse de Wolf

Met die brief scherpt DKvB haar standpunt aan ten aanzien van de manier waarop het kunst- en cultuurbeleid van de provincie Noord-Brabant na 2025 moet worden uitgevoerd. Dit beleid is vastgelegd in de nota Levendig Brabant die eerder dit jaar door Provinciale Staten is aangenomen. In het nieuwe beleid is veel minder geld beschikbaar voor de cultuur- en erfgoedsector. DKvB heeft daar eerder al kritiek op geuit. De organisatie noemt het beschikbare structurele budget volstrekt onvoldoende om de ambities en doelen, zoals geformuleerd in Levendig Brabant, te realiseren.

De overhead dient zeer beperkt te blijven

De belangenorganisatie dringt erop aan om flink te snoeien in de kosten van de uitvoering van het cultuurbeleid. “De overhead voor het financieringssysteem, beoordeling en verantwoording en kennis en advies dient zeer beperkt te blijven. Beperkter dan thans het geval is. DKvB acht de huidige uitvoeringsstructuur met – naast de ambtelijke organisatie – vier uitvoeringsorganisaties en incidentele inzet van onderzoeks- en kennisinstituten te ruim en te complex. Dit neemt een te grote hap uit het provinciale budget voor kunst en cultuur (en erfgoed).”

De uitvoeringsorganisaties waar DKvB op doelt zijn Kuntloc Brabant, Fonds Brabant C, Erfgoed Brabant en Cubiss. Met name bij Kunstloc en Brabant C ziet De Vries veel overlap. “Ze hebben ieder een directeur-bestuurder, eigen huisvesting, eigen communicatieafdeling, eigen raad van toezicht”, geeft De Vries als voorbeeld van dubbele kosten. Wat precies de uitvoeringskosten zijn, is moeilijk boven water te halen en echte duidelijkheid heeft de DKvB tot nu toe niet gekregen van de provincie. Het voormalige CDA Statenlid Marcel Dereyckere berekende eerder dat ongeveer de helft van het cultuurbudget naar uitvoeringsorganisaties gaat.

Het kunstwerk Love Grave van Ghada Amer op de H3h biënnale in de Heilige Driehoek in 2023 in Oosterhout. Foto > Joep Eijkens

De Kunst van Brabant vindt ook dat er gekeken moet worden of er winst is te behalen door gebruik te maken van de diensten van landelijke organisaties. De Vries doelt onder meer op de tak van Kunstloc Brabant die zich bezighoudt met advisering op het gebied van cultuur en ondernemerschap. Landelijk is er het platform cultuur+ondernemen, gesubsidieerd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) die op hetzelfde terrein actief is. “Deze organisatie werkt voor heel Nederland, dus ook voor Brabant. Laten we daar dan gebruik van maken.”

Provincie moet ook naar zichzelf kijken

Concreet pleit DKvB voor “één (uitvoerings)organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering (en ontwerp en evaluatie) van de provinciale financieringsregelingen voor kunst en cultuur. Deze organisatie heeft een ruim mandaat, mede gestoeld op kennis en verbinding met de kunst- en cultuurpraktijk in de provincie en haar actoren daarbinnen.”

Ook kan er geschrapt worden in de uitgaven voor het verzamelen van kennis. De landelijke Boekmanstichting doet bijvoorbeeld onderzoek naar cultuurbezoek en culturele infrastructuur in Brabant. Maar incidenteel worden door de provincie ook opdrachten verstrekt aan BrabantKennis en PON & Telos en het geld daarvoor wordt volgens De Vries onttrokken aan het cultuurbudget. Dat meerdere organisaties zich hier nu mee bezighouden vindt DKvB geldverspilling. Ook moet de provincie naar zichzelf kijken. zegt De Vries, want de ambtelijke afdeling kunst en cultuur zou haar werk met minder ambtenaren kunnen doen.

Protest in 2020 tegen voorgenomen bezuinigingen door de provincie op het cultuurbudget. Die bezuinigingen gaan niettemin door.

Verder vindt DKvB het overbodig om een nieuwe organisatie op te tuigen die zich met name toelegt op het verbinden van kunst en cultuur met maatschappelijke opgaven. De Kunst van Brabant “erkent en ziet de meerwaarde van de inzet van kunst en cultuur in andere maatschappelijke domeinen en bij actuele transities. Echter, we zijn ervan overtuigd dat die connectie tot stand komt als de kunstenaar in autonomie en met ruimte voor experiment zijn werk ontwikkelt. De verbinding met bijvoorbeeld de zorg moet in onze ogen op autonome en organische wijze tot stand komen. Dan pas zal de waarde van kunst voor die domeinen ten volle benut worden. We zijn er niet van overtuigd dat de sector daartoe op dit moment een separate organisatie nodig heeft.”

De brief van De Kunst van Brabant

www.levendigbrabant2030.nl

Lees ook op Brabant Cultureel:
De Kunst van Brabant heeft gemengde gevoelens bij nieuw cultuurbeleid provincie

© Brabant Cultureel 2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *