door JACE van de Ven
De afgelopen weken kwam ik toevallig twee uitgaven tegen in wat men de periferie van de literatuur zou kunnen noemen, maar waar ik toch aandacht aan wil besteden, omdat ze mij raken. Vorige keer besprak ik de eerste, een bundel verzen van een oude man uit Moergestel, dit maal de tweede: Dans der klimmers van Jules Kersten (31), een jonge man uit Tilburg.
Er bestaat in het Nederlands geen taalfout of zij komt voor in Dans der klimmers van Jules Kersten. De schrijver vertelde mij dat een belezen vrouw hem gezegd had dat ze het boek niet verder kon lezen vanwege de taalfouten. Ik kan me dat goed voorstellen, maar zelf had ik die aandrang van wegleggen niet, omdat de lezing van het boek je meesleept in een turbulent leven van vitaliteit, creativiteit en genotzucht, in het willen genieten van elke seconde die het leven duurt. Hier spreekt een ongetemde man zijn ongetemde taal. En dat op fascinerende wijze!
Hier spreekt een man in zijn ongetemde taal. En dat op fascinerende wijze!
Door mij aangesproken op de vele taalfouten reageerde Kersten met: “Het is zoals ik ben”. Kan zijn, maar het blijft jammer, het boek was beter geweest zonder al die inbreuken op het Nederlands. Misschien ben ik – ook ik schrijf wel eens een zin niet correct – te veeleisend, maar ik zie niet in dat in een tijd waarin voor alles en iedereen respect geëist wordt, dat niet zou hoeven gelden voor je eigen moedertaal. “De taal is te mooi om hem te laten verloederen”, schreef Özcan Akyol deze week in een column en: “Het is een kwestie van prioriteiten”. Helemaal mee eens.
Maar Dans der Klimmers blijft voor mij de moeite waard om er aandacht aan te besteden. Het is bijzonder. Hoeveel Nederlanders – uitzonderingen daargelaten – die zichzelf geestelijk dachten te profileren, tracteerden de mensheid niet op een boek over hun fietstocht naar Santiago de Compostela of Rome en legden daarmee alleen maar hun geestelijke armoede bloot. Als redacteur van een regionaal dagblad die zelf twee keer naar Santiago de Compostela was gefietst, kwamen dit soort schrijfsels altijd op mijn bureau terecht. Ik heb er tientallen moeten lezen en bijna nooit leek mij de inhoud interessant genoeg om hem aan anderen voor te leggen dan de directe familie van de schrijver.
Na meer dan een halve eeuw herleeft Ik, Jan Cremer
Hoe anders het boek van Jules Kersten over de fietstocht die hij in 2019 maakte. Hij was net 28 en vertrok op een goeie dag vanuit zijn ouderlijk huis in Sevenum op de fiets naar het zuiden op een tocht die hem uiteindelijk tot voorbij Teheran zou brengen. De tocht duurde van 2 juli tot 19 december. Waarom? Omdat het te koud werd en zijn geld op was. Niet omdat de reis tot daar gepland was, in Dans der klimmers is niets gepland, maar alles mooi meegenomen, van het fietsen door prachtige landschappen tot het dronken doorzakken met mensen die de fietser ontmoet tot onstuimige neukpartijen met vriendinnen die hij opzoekt in den vreemde of die hem achterna reizen. Na meer dan een halve eeuw herleeft Ik, Jan Cremer.
In een overpeinzend hoofdstuk op ruim tweederde van het boek, denkt Kersten er zelf over na: (Ik geef de teksten letterlijk weer met de interpunctie en spelling zoals in het boek) “Maar Djules even hè jong: al die meisjes, al dat gezwijmel, doe je ze geen pijn? Ik zal het proberen uit te leggen. De kaarten zijn gunstig geschud voor een potje vrouwenjagen. Ik ben op de wereld, alleen, op avontuur en de weg leidt mij. Alle kansen op gloedvolle avonden en onvergetelijke ochtenden, grijp ik aan. Alsof er na vandaag, geen nieuwe dag bestaat. Dat is een feit als ik fiets. Ik denk niet aan de volgende dag. Daarvoor is er geen duidelijk plan, geen duidelijke weg en is het lot bezegelt in de kilometers die voorbijtrekken. Het is gewoon zo. (…) Alle sirenen op mijn weg: Bassey, Camille, Elja, Helene, Fanny, Sjosske, Vera, Julia en Penelope Babs, allen zijn ze onderdeel van mijn zoektocht”.
Poezië was de grootste begeerte voor op het oog eenvoudige mensen
Eenmaal de Bosporus over, in Turkije, Georgië, Armenië en Iran verbaast Kersten zich over het feit dat, zoals hij het zegt ‘grote thema’s telkens bevraagd werden door op het oog eenvoudige mensen’. ‘Poëzie was hun grootste begeerte’, schrijft hij. Een tapijtverkoper schrijft in zijn dagboek: “What is this world where they say that heaven lies above? Wherever you have joyful times, that’s where heaven is”. En een autoverkoper voegt hem toe: “Dead yesterdays, unborn tomorrows, why fret about it, if today be sweet”. “Mijn credo voor alles wat ik op de fiets heb ervaren”, concludeert Kersten.
Foto’s van de fietstocht van Jules Kersten
Op het eind van zijn reis, onder invloed van drugs, copuleert Kersten met de aarde. Hij schrijft: “De mens neemt alles van de aarde en vindt dat normaal, maar wat kunnen wij haar geven? Liggend in haar armen, ben je haar minnaar. Jij, Djules, dauwtrapper, zonnekind, middagdutter, nachtbraker, maanschijner, jij geeft haar jouw lichaam. Je groef je benen in, duwde je gezicht in het zand en snoof haar geuren op. Je kneep in het zand. Op 12 december 2019 plantte je jouw zaad in de aarde. Je beloofde haar lief te hebben, te eren en te koesteren tot de dood jullie dichter bij elkaar zal brengen”.
Het rammelt en sputtert misschien teveel voor sommige lezers en anderen vinden de diepe gedachten in het boek wellicht wat voor de hand liggend. Kan zijn, maar ik ervoer het boek als puur en het raakte me verschillende keren emotioneel. Kersten is in de kern een poëet die je weet duidelijk te maken ‘dat de wind niet op je waait, maar in jou’. Ik heb die wind als een aangename storm ondergaan en had de auteur graag bijgestaan als eindredacteur voordat hij zijn boek op de markt bracht, klaar om hier en daar een klein beetje bij te schaven zonder het authentieke te beschadigen. Maar, soit, het is wat het is en dat is niet niks.
Voor mensen die geïnteresseerd zijn geraakt, heb ik een teleurstellende mededeling, Dans der klimmers is niet of minstens heel moeilijk nog verkrijgbaar. Het is op, in kleine kring is het zelfs al een collectors item. Misschien dat u iets wijzer wordt via www.juleskersten.com of dansderklimmers@gmail.com
© Brabant Cultureel 2023
Lees hier deel 1 van de column ‘Kunstenaars aan de zijlijn’:
Kunstenaars aan de zijlijn deel één, Harrieke de Klaore