‘Rust, ruimte en balans’ is het credo van beeldend kunstenaar Guus Koenraads uit Beek en Donk. Dat vind je terug in zijn werk, maar ook in de inrichting van zijn huis, in de exposities die hij inricht en in zijn atelier. Hij vertelt niet alleen over zijn werk, maar ook over zijn leven en hoe hij van een expressieve schilderstijl tot geometrische abstractie kwam.
Atelierbezoek door Irma van Bommel > foto’s Joep Eijkens
Guus Koenraads (Eindhoven 1949) heeft zijn atelier aan huis, op de verdieping onder het schuine dak. Vergeleken met zijn vorige atelier te Nuenen is het klein, maar hij werkt de laatste jaren in kleiner formaat en heeft niet veel ruimte nodig. Hij maakt vooral geometrisch abstracte schilderijen op met schilderdoek bespannen panelen. Eigenlijk zijn het driedimensionale objecten bestaande uit vijf vlakken, want de schildering loopt door over de randen.
Suggestie
Koenraads werkt niet aan een schildersezel, maar aan een werktafel. De verhoudingen tussen de verschillende lijnen en vlakken bepaalt hij intuïtief, maar bij de uitvoering worden de horizontale en verticale vlakken nauwkeurig gemeten. De suggestie van ruimtelijke werking ontstaat door het tegen elkaar zetten van verschillende kleuren. Hij kiest bewust niet voor het gebruik van perspectieflijnen. “Dat zou te gemakkelijk zijn.” Verf brengt hij geconcentreerd laag over laag aan, zodat de kleur intens wordt en er lijnen en/of vlakken ontstaan in verschillende dikten. Zo ontstaat een reliëf.
Hij werkt graag in een leeg atelier. Er hangen dan ook niet veel objecten aan de wanden. “Als een werk klaar is, pak ik het in en is het weg.” Dat is niet alleen vanwege ruimtegebrek, maar ook om niet te worden afgeleid of beïnvloed door eerder gemaakt werk. “Iedere keer opnieuw beginnen”, is zijn uitgangspunt. “Het moeten geen series of herhalingen worden.” Hij maakt zo’n twaalf tot vijftien schilderijen per jaar.
Microdetaillering
Van origine is Koenraads tuin- en landschapsarchitect. Hij volgde daartoe een opleiding aan de Rijks Middelbare Tuinbouw School te Nijmegen en ging vervolgens naar de Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting in Boskoop. Voor de gemeente Geldrop ontwierp hij tuinen, parken, woonerven en microdetaillering van de woon- en werkomgeving. Voor de gemeente Breda heeft hij enige tijd gewerkt aan het bomenstructuurplan. Koenraads ziet de tuin als een imaginaire ruimte. Zijn ervaring is: “Als je in het groot kunt werken, dan kun je het ook in het klein. Andersom niet.”
Maar Koenraads wilde uiteindelijk graag naar de kunstacademie. Vijf jaar lang volgde hij vier avonden in de week de opleiding Vrije Beeldende Kunst aan de Akademie Industriële Vormgeving Eindhoven (AIVE), richting schilderen en ruimtelijk. Dat combineerde hij in het begin met een fulltime baan. Vanaf het derde studiejaar werd dat een parttime baan.
In die jaren was kunstenaar Antoinette Troost-Wentholt directeur van de AIVE. Zij was getrouwd met Albert Troost, kunstenaar en directeur van de Jan van Eyck Academie in Maastricht en beiden combineerden het kunstenaarschap met het kunstonderwijs. Deze kunstopleiding van de AIVE verhuisde later naar De Katholieke Leergangen in Tilburg om vervolgens op te gaan in Fontys Hogeschool voor de Kunsten, waardoor in Eindhoven alleen de Design Academy overbleef.
Waarneming
In 1983 studeerde Koenraads af aan de AIVE. Samen met de andere afgestudeerden organiseerde hij een eindexamenexpositie in de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit in Eindhoven. Na zijn afstuderen stopte hij meteen met tekenen en schilderen naar waarneming. Dit waren verplichte vakken tijdens de opleiding waar hij niets mee had; hij had altijd al een sterke voorkeur voor abstractie.
Van 1983 tot 1985 vervolgde hij zijn opleiding in Maastricht aan de Jan van Eyck Academie. Hij schilderde in die tijd expressief met acrylverf op grootformaat papier binnen het beperkte kleurengamma zwart, wit en grijs. Grisailles dus. In deze periode voerde hij intensieve gesprekken met onder anderen Marlene Dumas, JCJ Vanderheyden, Henk Visch, René Daniëls, Shinkichi Tajiri, kunstenaars die als gastdocent binnen de Jan van Eyck Academie zijn atelier bezochten.
In 1984 ontving hij de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst uit handen van koningin Beatrix. Op uitnodiging van kunstenaar Shinkichi Tajiri nam hij in 1986-1987 aan de Hochschule der Künste te Berlin deel aan ‘Klasse Tajiri’. Hij had zijn atelier in Künstlerhaus Bethanien en hiervoor kreeg hij een reisbeurs van het Ministerie van WVC. Juist in het drukke, dynamische Berlijn is hij eenvoudiger, stiller en bewuster gaan werken. Zonder baan en zonder dagelijkse beslommeringen had hij voor het eerst alle tijd om zich volledig te concentreren op zijn werk. ”Mijn onderwerp werd de imaginaire ruimte.”
Bevriend
De kunstwerken in zijn huis getuigen van de vriendschappen die Koenraads sloot met diverse kunstenaars. Zo raakte hij naast JCJ Vanderheyden, Maria van Kesteren, Paul Panhuysen en David Vandekop ook bevriend met Leon Adriaans. Na diens overlijden werd tegenover de boerderij op Sterrenbos te Sint-Michielsgestel, waar Adriaans woonde en werkte, met hulp van het Brabants Landschap, een ‘AIR’ gebouwd. Koenraads heeft er inmiddels tweemaal, als artist-in-residence, een periode kunnen werken.
In dit atelier kon hij zich goed afsluiten van de buitenwereld en een periode alleen bezig zijn met werk maken. Om de stilte op te zoeken gaat hij soms ook naar Abdij Sint-Benedictusberg in Lemiers (Zuid-Limburg). Deze abdij is gebouwd en ingericht door benedictijnermonnik Dom Hans van der Laan. De architectonische verhoudingen, de lichtinval, de grijstinten, de orde, netheid, het contemplatieve, het spirituele, de rust en de stilte werken onthaastend. Daarom heeft hij zijn atelier ook min of meer als een kloostercel ingericht. Een ‘solar tube’ in het schuine dak zorgt voor hemels licht.
“Als ik niks meer weg kan laten, is het goed.”
Hij luistert graag naar profane muziek, het liefst zonder tekst. En om te onthaasten maakt Koenraads graag lange wandelingen in de natuur. Maar ook spirituele wandelingen zoals bijvoorbeeld ‘de tocht naar het licht’, een tocht van ongeveer vijfentwintig kilometer rondom Nuenen gedurende de Paasnacht. Of de jaarlijkse processie van Valkenswaard naar Handel en weer terug. Hij heeft een haat-liefdeverhouding met het katholieke geloof maar heeft wel een zwak voor de heilige Maria, vanwege haar rol als moeder en als madonna.
Onderweg
Jaren geleden liep hij zelfs vanuit Beek en Donk via de Camino Francés-route naar Santiago de Compostela en van daaruit naar Finisterre, het zogenaamde einde van de wereld. Dit om het verdriet om zijn overleden man te verwerken. En enkele jaren geleden liep hij de route in omgekeerde richting, samen met zijn nieuwe man, terug naar ‘thuis’. Heel symbolisch. “Het onderweg zijn is belangrijker dan het einddoel. Dat geldt voor wandelen, maar ook voor het creëren van kunst.”
Als je het geometrisch abstracte werk van Koenraads ziet, valt qua verstilling, soberheid, maatverhoudingen, ruimte-ervaring en balans de overeenkomst op met de architectuur van Dom Hans van der Laan. Maar, zegt hij “het gevoel voor maat en vorm heb ik van mijn vader en ik had al vroeg belangstelling voor Rietveld en zijn tijdgenoten”. Zijn vader werkte als consulent voor de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf in de regio Den Bosch. Hij was actief in het bouwtechnisch onderwijs en dat had zijn weerklank in het gezin.
Met zijn vader bezocht Koenraads als kind het Van Abbemuseum te Eindhoven. Dat was best bijzonder, want hij groeide op in een groot gezin; hij was nummer negen van in totaal twaalf kinderen. Naast hem kozen nog enkele broers voor een creatief beroep. Een oudere broer werd architect, een andere oudere broer werd grafisch vormgever en zijn jongere broer Pieter (overleden in oktober 2022) koos ook voor het kunstenaarschap.
Ruimtelijk
Vanaf 1997 werkte Koenraads parttime zeventien jaar (tot aan zijn pensioen) met veel plezier als docent ‘toegepaste ruimtelijke vormgeving’ aan de MBO-opleiding SintLucas in Boxtel. Ook in deze periode combineerde hij het kunstenaarschap met zijn werk. Hij heeft zich ontwikkeld tot een veelzijdig kunstenaar en maakt naast schilderijen ook wandobjecten, sculpturen (waarvan de grote formaten door derden worden uitgevoerd), grafiek (zeefdruk en blinddruk) en foto’s. De laatste jaren is hij, vooral in zijn schilderijen, meer kleur gaan toepassen.
In zijn atelier beperkt hij zich tot kleinere formaten. Wekenlang kan hij aan een schilderij werken. Hoe bepaalt hij wanneer het af is? “Als ik niks meer weg kan laten, is het goed. Dat is een soort graadmeter.” Filosofisch voegt hij eraan toe: “Het leven is als een schilderij, daar waar het de vraag betreft wanneer het af is.”
Deze zomer is het veertig jaar geleden dat Guus Koenraads afstudeerde aan de avondopleiding Vrije Beeldende Kunst aan de Akademie Industriële Vormgeving Eindhoven. Samen met zeven afgestudeerden van toen organiseert hij de expositie ‘8 x 5’. Deze expositie is van 29 juli t/m 26 augustus te zien bij Pennings Foundation in Eindhoven.
“Het leven is als een schilderij,
daar waar het de vraag betreft wanneer het af is.”
Guus Koenraads | Kunstenaars | Pulchri Studio | Galerie Den Haag
© Brabant Cultureel 2023
in een lange traditie van “concrete” kunst, zoals se fransen zeggen is Guus voor mij de ZEN van de geest. elke dag een bericht aan de ziel. dankbaar sta ik erbij stil.