Lize Spit gaf een visitekaartje aan lezend Nederland, vertelt ze in Eindhoven

Jaarlijks interviewen leerlingen van het Eindhovense Van Maerlantlyceum tijdens de Boekenweek bij boekhandel Van Piere de auteur van het Boekenweekgeschenk. Dit keer is dat Lize Spit en zij genoot ervan, net als de leerlingen. “Het leukste blijft toch het contact met je lezers in het eigen taalgebied.”

door Rieks Holtkamp

“Is zo’n heftige verkrachtingsscène, zoals in Het smelt, niet te gewelddadig voor ons jongere lezers?” Het is doodstil in de tot een heus theater omgebouwde boekhandel Van Piere in Eindhoven. Ruim honderd leerlingen van het Van Maerlantlyceum wachten ademloos op het antwoord van Lize Spit, de vijfendertigjarige Belgische schrijfster die deze woensdagavond 15 maart te gast is bij Van Piere. Zij schreef het Boekenweekgeschenk van dit jaar, De eerlijke vinder, nadat ze in 2016 en 2020 respectievelijk de romans Het Smelt en Ik ben er niet had gepubliceerd.

“Nou, onder de zestien is misschien een beetje te jong”, zegt Lize Spit. De zaal barst uit in een schaterende lach. “Hoe oud zijn jullie eigenlijk”, vraagt ze daarop. “Vijftien”, antwoorden de leerlingen in koor. “Oeps.” Maar ze herpakt zich snel. “Je moet de lezer nooit onderschatten. Bovendien kun je het boek niet reduceren tot die ene scène. Het gaat ook over liefde en vriendschap. En er zit humor in. Maar wat die verkrachtingsscène betreft. Ik vond dat ik bij mijn personage Eva moest blijven. Niet, zoals zo vaak gebeurt, een beschrijving geven vanuit een net openstaande deur, waarbij je ziet dat de dader weer zijn broek aantrekt bijvoorbeeld.”

Lize Spit geïnterviewd door de scholieren Yana Cloin (links) en Jet Pieterse. Foto > Brabant Cultureel

Vastleggen

Elk jaar hangt Van Piere als één van de eerste bij de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) aan de lijn om een optreden van de schrijver van het Boekenweekgeschenk vast te leggen, altijd met leerlingen van het Van Maerlantlyceum als publiek en als interviewers. Deze keer nemen Jet Pieterse en Yana Cloin naast Lize Spit plaats op het podium om haar te interviewen. De schrijfster is zeer ingenomen met dit concept. “Ik ben heel blij dat jullie jonge lezers allemaal gekomen bent”, zegt ze. “In Frankrijk en Duitsland verlopen dit soort evenementen altijd veel stijver. In België en Nederland is het allemaal wat losser en dat vind ik een fijne cultuur.”

Als sinds zaterdag, daags na het Boekenbal, is zij bezig met een tiendaagse tournee die haar langs boekhandels in heel Nederland voert. “Fijn om in zo’n golf te gaan”, zegt ze. Nadat zij het manuscript van De eerlijke vinder had ingeleverd, moest ze nog een half jaar wachten tot de publicatie. “Dat is voor mij erg lang. Normaal zit er veel minder tijd tussen. Nu heb je ook te veel tijd om je van alles af te vragen. Sta ik er nog wel achter? Voor wie doe ik dit? Moet het niet actueler of persoonlijker? Maar de hoofdzaak is dat je lezers ontmoet. Daar gaat het om.”

“Dus ik heb meteen ja gezegd, toen ik op 11 januari vorig jaar de vraag kreeg om het Boekenweekgeschenk te schrijven. Zo kon ik een visitekaartje geven aan lezend Nederland. Ook uit liefde voor het werk dat ik al geschreven heb. En zo krijg ik ook de kans een nieuw publiek te bereiken. Het was trouwens een geluk dat ik nog niet met iets nieuws bezig was. Anders moet je dat eerst wegleggen, met als gevaar dat je helemaal uit die sfeer en de wereld gehaald word van het nieuwe boek.”

Leerlingen van het Van Maerlantlyceum luisteren aandachtig naar het interview met Lize Spit. Foto > Brabant Cultureel

Bedreigingen

“Want vindt u van de bedreigingen aan het adres van collega-schrijver Pim Lammers?” vraagt Yana Cloin. Lize Spit blijkt Pim Lammers te kennen van vroeger. “We hebben ooit samen op een zomerkamp gezeten. Het is vreselijk dat je bedreigd wordt en dat je verhaal – De trainer, dat op een zomerkamp speelt – moedwillig slecht geïnterpreteerd wordt. Elke schrijver denkt dan oei. Je gaat na of je gepakt zou kunnen worden op een personage dat je hebt gecreëerd. Die bedreigingen raak je nooit meer kwijt, je gaat je zelf beslopen voelen.” Dat Pim Lammers het gedicht voor de Boekenweek dat hij vanwege die doodsbedreigingen had ingetrokken alsnog voorlas op het Boekenbal was “heel indrukwekkend. Het zou erg zijn als we als schrijvers aan die dreigementen zouden toegeven”.

Alle leerlingen hebben het Boekenweekgeschenk cadeau gekregen. In de pauze staan ze beneden in een rij om het te laten signeren. Op een post-it kunnen ze vooraf hun naam schrijven, zodat Lize Spit de opdracht persoonlijk kan maken. Zij heeft een stijve pols wanneer ze weer terugkeert op het podium.

“Heeft u bij het schrijven ook een doelgroep voor ogen?”, vraagt Jet Pieterse. “Nee, een doelgroep niet. Maar ik heb wel altijd een lezer voor me. Schrijven is een gesprek met de lezer, een dialoog. Ik vraag iets van de lezer en dan geef ik de lezer iets terug. Dat ritme moet je goed bewaken, een kwestie van timing.”

Schrijven is een gesprek met de lezer, een dialoog.

“Moet je een speciaal talent hebben om te kunnen schrijven?”, vraagt iemand uit de zaal die tot en met de balustrade is gevuld. “Je kunt het vergelijken met een gesprek”, zegt de schrijfster. “Wanneer je in een gesprek ziet, aanvoelt dat iemand een overwicht heeft over de anderen, dan kun je ook schrijven.”

“En hoe bereidt u zich voor?” luidt een volgende vraag. Om een voorbeeld te geven neemt Spit het Boekenweekgeschenk De eerlijke vinder. “Een week na het verlenen van de opdracht zat ik de lijnen uit te zetten.” Een technische schrijver, noemt ze zich. “Ik bepaal vooraf hoe een personage eruit moet gaan zien. Ik wist dat een jongen de hoofdpersoon zou moeten worden. En om me in die wereld in te leven heb ik Gerard Reves novelle Werther Nieland herlezen.”

Uitgezet

In De eerlijke vinder beschrijft Spit de lotgevallen van de hoofdpersoon Jimmy. Die sluit vriendschap met de iets oudere Tristan, een jongen uit een Kosovaars vluchtelingengezin dat in het fictieve Kempense dorp Bovenmeer is komen wonen. Het gezin dreigt te worden uitgezet en Tristan bedenkt een list om dat te voorkomen. “Dat gezin is een getraumatiseerde eenheid. Naar buiten toe lijkt alles normaal. Maar wat gebeurt er wanneer de deuren op slot gaan?” Het verhaal is gebaseerd op ware gebeurtenissen, hoewel het slot is gedramatiseerd. “Ik was bevriend met Elbie, een dochter uit het Kosovaarse gezin Zenelaj, die in mijn geboortedorp Viersel was komen wonen. Aan haar heb ik dit boek ook opgedragen.”

Lize Spit signeert een Boekenweekgeschenk in boekhandel Van Piere. Foto > Brabant Cultureel

Of er een moraal in het verhaal zit, wil iemand weten. “Nee, de lezer hoeft er geen lessen uit te trekken. Maar je kunt je wel associëren met een personage, in dit geval met de eenzame Jimmy die in het contact met Tristan en zijn familie een kans ziet om ‘gezien’ te worden. Jimmy is iemand die niet in staat is om van zichzelf te houden, omdat het hem nooit is voorgedaan. Er is vaak een heel dorp nodig om iemand op te voeden.”

Serieus

Nu heeft literatuur vaak het imago van oude stoffige mannetjes die suffe dingen schrijven”, stelt Yana Cloin. “Hoe is het om als (jonge) vrouw je in zo’n wereld te handhaven?” “Het is als vrouw veel moeilijker om serieus genomen te worden. Zelfs na acht jaar schrijverschap – ik ben nu vijfendertig – valt mij dat op. Ik was eens bij een boekpresentatie van (de Amerikaanse schrijfster) Linda Holmes in Brussel. Tijdens de signeersessie zegt een man die haar een boek voorhoudt: ‘Lijkt me wel iets voor mijn vrouw’. ‘En niet voor u?’ vraagt Holmes. ‘Nou, nee’, antwoordt de man. Kijk, dat is nu illustratief voor de neerbuigendheid jegens vrouwelijke auteurs.”

Spit heeft in zekere zin mee dat haar debuut Het Smelt, dat inmiddels is verfilmd, een enorm met prijzen overladen succes is. Een ook haar tweede roman Ik ben er niet is alom geprezen. “Hoe is dat om een debuut zo te zien ontploffen?”, wil iemand uit de zaal weten. “Succes is een opeenvolging van prikkels. Nadien ging het stof liggen. Pas daarna kwam de impact bij me binnen. In België, waar ik iets bekender ben, moest ik als het ware onder een steen kruipen.” Die openbaarheid hindert de concentratie op het schrijven: “Schrijven is als dansen in het donker, wanneer niemand naar je kijkt.”

“Ik begon met schrijven om met taal bezig te zijn. Het ging puur om te zien wat je met taal kunt doen, met beeldspraak, met het verloop van een verhaal. Het succes – ook in het buitenland – is vooral ook veel ruis. Het leukste blijft toch het contact met je lezers in het eigen taalgebied.”

En lezers, ja altijd weer de lezers. “Mooi dat ik zo’n breed publiek heb”, zegt ze de tot de nok toe gevulde boekhandel Van Piere overziend. “Jong en oud. Ook mensen die niet gewend zijn om veel te lezen. Laten we samen groeien met z’n allen en kijken hoe ver we komen.”

www.lizespit.be

© Brabant Cultureel 2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *