Het Weverijmuseum Geldrop toont het rijke Geldropse textielverleden met nauwelijks budget en vrijwillige medewerkers. Om de toekomst te borgen is een flinke professionalisering nodig, met een realistische exploitatiebegroting. Onder leiding van interim-directeur Jolijn Brouwers staat het museum voor de grote sprong voorwaarts.
door Henk van Weert (tekst en foto’s)
In de monumentale voormalige fabriek Van den Heuvel klinkt het geluid van weefmachines. Allerlei kleuren spatten je tegemoet. Uit de machines komen haarfijne stoffen. Details van oude getouwen trekken de aandacht, schietspoelen, klossen, grijpers. Een vrijwilliger van het museum vertelt een groepje bezoekers over het oude productieproces.
Bert Vermeer was een aantal jaren directeur-vrijwilliger van het museum en hij vertelt: “Vrijwilligers zijn hier belangrijk. Het museum is in de jaren tachtig ontstaan uit de grote verzameling van dr. Frans Verhagen. Er kon geput worden uit een enorme berg ervaring. Op het hoogtepunt van de Geldropse textielindustrie was een op de drie mensen hier erin werkzaam. Ook voor Mierlo, met zijn vele wevers, was de Geldropse industrie belangrijk. Tussen 1860 en midden vorige eeuw gebeurde het hier, in Geldrop. Een bloeiend bestaan”.
Begin dit jaar werd Vermeer opgevolgd door Jolijn Brouwers als professional. De Mierlose kreeg de opdracht om in korte tijd te onderzoeken hoe het museum verder moet. Zij is optimistisch: “We zijn bijzonder omdat we als enige het universele verhaal over textiel en ambacht vertellen. Dat moet zeker tienduizend bezoekers per jaar kunnen trekken.”
“Ik verdiep me nu in de vraag wat er nodig is om de toekomst in te gaan. De inbreng van de gepensioneerde wevers loopt af, gezien hun leeftijd. We zijn in een tijd beland waarin andere dingen gevraagd worden. Meer professionaliteit. Meer geld ook. Ik stond er versteld van dat het museum helemaal geen exploitatiesubsidie krijgt. Het draait nu op verkopen in de museumwinkel, entreegelden, vrijwilligers. En op zuinigheid. Er is een trendbreuk nodig. We hebben bij de gemeente aangeklopt voor een exploitatiesubsidie. In mei verwachten we daar uitsluitsel over”, zegt Jolijn Brouwers.
Structureel
Brouwers onderzoekt meerdere scenario’s om toekomstbestendig te worden. Bij elk scenario hoort een ander subsidiebedrag. Vermeer en Brouwers hebben goede hoop dat de gemeente Geldrop structureel steun gaat bieden. “Het is niet de vraag of we doorgaan, maar met welk scenario en met welk bedrag. De gemeente staat achter het museum, vindt dat het zeker moet blijven. In mei zal duidelijk worden hoe het uitpakt”, zegt de interim-directeur.
Hoe bijzonder is het Weverijmuseum, in een provincie die in Tilburg al een TextielMuseum heeft?
Brouwers: “Wij vertellen hier het universele verhaal over de textiel en de industrie. Over het ambacht. Alleen hier draaien nog machines, zodat we authentieke weefsels kunnen produceren, zoals theedoeken die hier te koop zijn. Het TextielMuseum in Tilburg is meer gericht op design. We zitten elkaar zeker niet in de weg. Integendeel, we kunnen goed samenwerken.”
De bedrijfsvoering moet moderner. “We maken een marketingplan om beter bekend te worden. Er is in het verleden nauwelijks gecommuniceerd hoe bijzonder dit museum is. We willen ook meer aan educatie doen, richting allerlei scholen. Bekender worden ook bij dagjesmensen. En passen we als museum niet uitstekend bij het karakter van deze regio, met de grote maakindustrie, met Brainport en de grote technische kennis die hier is? Ik denk van wel.”
Museumkaart
In het museum is sinds kort de Museumkaart geldig en er is direct een effect te zien op het aantal bezoekers. Dat schommelde de afgelopen jaren rond de 4500. Het museum is enige tijd gesloten geweest om vooruitlopend op de beslissing in mei de expositie opnieuw in te richten. De looproutes zijn veiliger gemaakt en er is een nieuwe, moderne weefmachine geplaatst.
Volgens Bert Vermeer moet het Weverijmuseum geen statisch museum worden, met slechts één presentatie. “We hadden al elk jaar een speciale zomertentoonstelling en dat willen we uitbouwen. Komende zomer is hier ‘Van theedoek tot designobject’ te zien van Mariette Wolbert. Er is een educatieproject met Summa College over Brabants Bont. Met de hypermoderne weefmachine die er nu staat, kunnen we allerlei stoffen weven en gepersonaliseerde producten maken. Jonge designers kunnen daarop inhaken. Met EE Labels in Heeze hebben we al een partnerschap. Er is dus meer dan de vaste collectie.”
© Brabant Cultureel 2023