column door JACE van de Ven
De transgender. Vroeger hield ik van opera en van drank, maar vooral van drank. De alcoholische roes gloeide soms heerlijk na en deed me gaandeweg de volgende dag verlangen naar weer zo’n heerlijke Westmalle tripel of Rodenbach grand cru. Nu ik sinds ruim zes jaar maar soms en dan ook nog weinig drink, is die nagloeiende roes vervangen door nagalmende operaklanken. Tweemaal, op 5 en 26 november 2022 was bijvoorbeeld onlangs in de Pathé bioscopen een livestream te zien en te horen van La Traviata vanuit de Met in New York, met mijn geliefde sopraan Nadine Sierra als Violetta. Nog dagen resoneerde haar zang in mijn binnenste en was er een derde streaming geweest, ik had weer in de zaal gezeten.
Maar hier gaat het even over de La Traviata van de Nederlandse Reisopera die onlangs onder meer in Bergen op Zoom, Oss, Helmond en Tilburg te zien was, een bijzondere versie, omdat de Violetta die erin vertolkt wordt door de sopraan Aylin Sezer geen voormalige prostituee verbeeldt, maar een voormalige man, Violetta als transgender. Vergezocht? Nee, het gaat om de acceptatie van Violetta, of beter, het niet-accepteren van haar. Dat kan via haar transgenderachtergrond redelijk overtuigend worden gemaakt. Daarbij ben ik er een voorstander van om eens een andere insteek te zoeken bij een muziekstuk dat al anderhalve eeuw lang elke dag wel ergens op de wereld wordt uitgevoerd.
Maar eerst iets over rolfiguren. “ἄνδρα μοι ἔννεπε, μοῦσα”, ‘vertel mij, muze, over de man’, zo begint de Odysseia van Homeros. “Andra, een man!”, benadrukte onze leraar Grieks vroeger, “dat woord is niet voor niks het eerste woord van het eerste vers: dit epos gaat over een man, een held die niet alleen sterk en atletisch is, maar ook slim en wijs en die vele plaatsen kent.”
De man als held van het verhaal staat aan het begin van onze westerse literatuur en is dat op kleine uitzonderingen na – als heilige vrouwen en koninginnen – tot aan de Romantiek gebleven. Kwam er daarna wat meer ruimte voor de vrouw als held van een verhaal, uit onderzoek blijkt dat zij tot in onze tijd ondervertegenwoordigd is. Geen wonder dat tijdens de laatste emancipatiegolf haar plaats nadrukkelijk wordt opgeëist. Rondzappend op de televisie kwam ik laatst terecht in een literair programma waarin een vrouwelijke auteur ongeveer dit zei: “Nee, mijn hoofdpersoon is geen man, een witte man als de held van een verhaal, dat kan helemaal niet meer in 2022.” Onmiskenbaar zijn vrouwelijke helden in de literatuur – en in de kunst in het algemeen – met een inhaalslag bezig. En terecht.
Onmiskenbaar zijn vrouwelijke helden in de literatuur – en in de kunst in het algemeen – met een inhaalslag bezig. En terecht.
En nauwelijks is de vrouw in de kunst de plaats aan het innemen die haar toekomt, of daar melden zich de non-binairen en transgenders. Ooit leidden zij door de in zwang zijnde zeden gedwongen een teruggetrokken leven en ‘bestonden’ zij – zoals men in sommige culturen nog steeds wil – gewoon niet. Tegenwoordig zetten zij hun eerste stapjes als helden in de literatuur, al zijn ze voor velen nog een taboe.
“Nou ik vond het niks! Met wat Violetta als vrouw meemaakt, moest ik altijd huilen”, hoorde ik een vrouw tegen een kennis zeggen na het bijwonen van La Taviata door de Nederlandse Reisopera, “maar nu raakt het me niet.” De aangesprokene schrok daar zo te zien duidelijk van, het muzikale verhaal had haar kennelijk wel ontroerd.
De reden voor mijn aanwezigheid bij La Traviata door de Nederlandse Reisopera was juist de rol van Violetta. Hiermee zou het taboe dat Verdi’s opera behandelt naar onze tijd gehaald zijn. Violetta is niet meer, zoals vanaf de première in 1853, een courtisane, of onder sommige regisseurs een prostituee, maar een transgender. Dit om het taboe, waarom zij door de familie van haar geliefde niet geaccepteerd wordt, te herstellen.
De nieuwe versie van La Traviata is volgens regisseur Dorike van Genderen geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van Lili Elbe, een van de eerste mannen die in de jaren dertig geslachtsveranderende operaties onderging en daaraan overleed. Van Genderen vindt dat de oorspronkelijke opera gemaakt lijkt voor het transgender drama dat haar voor ogen staat. Van een courtisane die sterft aan de tering, wordt Violetta aldus een transpersoon die sterft aan complicaties bij haar transitie-operaties. ‘Waar Violetta in Verdi’s tijd door schaamte en vooroordelen omgeven was omdat zij een courtisane was, valt Violetta in Van Genderens productie ten prooi aan dezelfde gevoelens omdat ze zich gevangen voelt in een verkeerd lichaam’, legt het programmaboekje uit.
Als kijker/luisteraar kon ik met haar meegaan. Als de adaptatie al ergens wrong, was dat niet in de verbeelding van de hoofdpersonen, hooguit bij de bijrollen. Vooral het promoveren van de bediende, Annina, tot de vrouw van Violetta was niet echt geloofwaardig. Zij blijft een bediende die braaf alles doet wat Violetta haar opdraagt. Als vrouw van een man die een transitie tot vrouw ondergaat, verwacht je dat het karakter meer ingevuld wordt dan een personage dat op alles braaf ja en amen zegt. Maar, alla, ik stoorde me er nauwelijks aan. Tenminste niet zoals die vrouw die ik zag bij de uitgang en die nu niet meer om Violetta kon huilen.
De titel La Traviata past ook op wonderlijke wijze bij een gendertransitie. Die wordt meestal vertaald als ‘de dolende’ of ‘de verdwaalde’, maar letterlijk zitten er de woorden ‘trans’ (over) en ‘via’ (weg) in: degene die een weg overgestoken is. En dat is bij een transgender wel heel duidelijk het geval. Zij of hij wil aan de andere kant geraken. En al bekoopt de Violetta van Van Genderen dat uiteindelijk met de dood, toch is zij op dat moment gelukkig, omdat zij is geworden die zij wilde zijn. Hetgeen trouwens ook in de oorspronkelijke opera zo is als Violetta zingt: ‘Kijk, ik sterf tussen degenen die mij liefhebben.’ Uiteindelijk wil zij worden liefgehad, vastgepakt door haar geliefden, inclusief haar schoonvader, net zo royaal als hij anderen in zijn armen sluit.
Personages in het theater horen afspiegelingen te zijn van ons mensen in de samenleving, daar horen ook transgenders en non-binairen bij.
Personages in het theater horen afspiegelingen te zijn van ons mensen in de samenleving, daar horen ook transgenders en non-binairen bij. En omdat het theater er ook is om taboes aan de orde te stellen, is het goed om het transgendertaboe theatraal af te wegen met publiek, ook al kan niet elke toeschouwers huilen om een transgender zoals om een man of vrouw. Dat hoeft allemaal niet op moralistische wijze, maar wel met open blik, een open blik op een volledig geïntegreerde samenleving, een samenleving van veelkleurige mensen.
Mijn bezoek aan de Nationale Reisopera voelde okay, ondanks dat de opera niet alleen een verkorte versie was, maar ook nog eens werd begeleid door niet meer dan vijf strijkers, een fluit, een klarinet en een fagot. Wat mag je verwachten van zo’n combo? Ze komen een heel eind, maar als de passie contouren moet krijgen, mis je toch de volledige klankkleur van een symfonieorkest, de pauken en al helemaal dat ene, diepe, unisone trombonegeluid dat als een misthoorn Violetta bruusk afbreekt als zij verrast door de terugkeer van haar geliefde Alfredo aan het eind opgewonden zingt dat ze wil leven.
Nee, de muziek echode niet in mij na toen ik eenmaal thuis was, hoe goed er ook was gezongen en gemusiceerd. Misschien ben ik het met Nadine Sierra te goed gewend, misschien moet je gewoon iets nieuws maken en La Traviata, de La Traviata laten. Hoewel? Met een transgender Violetta was La Traviata ook gewoon La Traviata gebleven. Hoe het ook zij, goed dat een dergelijke eigentijds aangepaste voorstelling op vier plekken in Brabant te zien was. Programmamakers let op uw zaak en blijf dit doen, ook in moeilijke tijden.
© Brabant Cultureel 2022