De intensiteit waarmee de Amerikaanse fotograaf Walker Evans (1903-1975) de Grote Depressie in de jaren dertig vastlegde, valt moeilijk te evenaren. Dat hij nog steeds inspireert, blijkt in Museum Helmond uit de expositie ‘Walker Evans Revisited’ met werk van achttien hedendaagse kunstenaars in relatie tot veertig foto’s van Evans zelf.
door Anja van den Akker
De tentoonstelling Walker Evans Revisited was eerder te zien in de Kunsthalle Mannheim en is samengesteld door curator David Campany. Hij heeft de hedendaagse kunstenaars zelf uitgezocht op basis van drie criteria: ze zijn geïnspireerd door Evans’ fotografie van het dagelijks leven; ze gingen naar plekken die bekend zijn door de foto’s van Evans en lieten die ervaring meespelen in hun werk; óf ze reageren direct op zijn werk door middel van hergebruik of een variatie. Het resultaat is een collectie van achtennegentig werken, waarvan veertig foto’s van de meester zelf. Daarnaast zien we ook boeken, tijdschriften en ontwerpen waaraan Walker Evans heeft meegewerkt.
Kwetsbaarheid
Wie de eigentijdse interpretaties van Evans niets vindt, kan altijd nog zijn hart ophalen aan de verstilling en schoonheid van zijn foto’s uit de jaren dertig. Want die zijn ruimschoots aanwezig. Zo’n veertig stuks. Beelden van ‘gewone’, anonieme mensen in al hun kwetsbaarheid en van gevels, winkeltjes en straatbeelden uit die economisch moeilijke tijd. Neem bijvoorbeeld zijn Bud Fields and his Family (Hale County, Alabama, 1936), een foto die geen letter begeleidende tekst nodig heeft.
Walker Evans was een van de fotografen die destijds door de Amerikaanse Farm Security Administration op pad werden gestuurd om de sociale gevolgen van de Grote Depressie vast te leggen. Evans werd later wel verweten dat hij voornamelijk witte mensen fotografeerde, maar in Museum Helmond zien we ook een aantal andere voorbeelden zoals African-American Barber’s Shop (Atlanta Georgia, 1936) en Street Scene Vicksburg (Mississippi, 1936).
Een van zijn beroemdste foto’s is het portret van Allie Mae Burroughs (wife of a cotton sharecropper, Hale County Alabama, 1936). Simpel, rauw en ontroerend in alle eenvoud. Daar heeft een aantal kunstenaars zich op uitgeleefd. De Franse kunstenaar Camille Fallet gaf er letterlijk kleur aan. De Britse Julia Curtin naaide een jurk met foto’s van het patroon van de jurk die Allie Mae Burroughs draagt op de foto van Evans, die zij vervolgens weer fotografeerde.
Ontleding
Ook Jessica Potter uit Engeland neemt het detail als uitgangspunt. Haar 150 Sentences (Labor Anonymous) verwijst naar de foto’s van anonieme werklieden die Walker Evans in juli 1946 nam in Detroit. Dat deed hij in opdracht van het tijdschrift Fortune. Potter heeft een uitgebreide studie gemaakt van alle details: hoed, platte pet, pijp, sigaar et cetera. Niet alleen uit de gepubliceerde serie, ook de rest van Evans werk nam ze onder de loep. De fragmenten heeft ze op een aantal tafels uitgespreid en voorzien van begeleidende teksten. Door deze ontleding krijgen de beelden van Evans een geheel andere lading.
De Amerikaanse Anastasia Samoylova ging naar de MacIntosh Sugar Mill Tabby Ruins bij St. Marys in Georgia vanwege de surrealistische schoonheid waarmee Walker Evans in 1936 deze oude suikerfabriek had vastgelegd. Zij vertelt haar eigen verhaal, in kleur. Pal naast het werk van Evans, in zwart-wit.
Op de expositie zien we ook onderwerpkeuzes die aan Walker Evans zijn gerelateerd. Evans’ etalagefoto Window Display (Bethlehem, Pennsylvania, 1935) versus de Amerikaanse Lisa Kereszi’s Junkyard office with TV (uit de serie Joe’s Junk Yard, USA, 2001) bijvoorbeeld.
Of Evans Joe’s Auto Graveyard (Pennsylvania, 1936) tegenover Lisa Kereszi’s Eloyse sitting in the garage bay (ook uit de reeks Joe’s Junkyard, USA, 2002).
Straatbeelden
De zoektocht naar de verschillen en overeenkomsten is leuk. Zo zien we Evans’ Street Scene (Vicksburg, Mississippi, 1936) vrij vertaald door het Duitse koppel Ute Mahler & Werner Mahler in Kleinstadt (2015-2018) met hangjongeren rond een auto. Dit is een van de foto’s uit hun reportages van kleine Duitse, vergeten of achtergebleven dorpjes.
De Brit George Georgiou heeft een aantal mooie straatbeelden ingebracht van parades waarbij ‘gewone’, anonieme mensen zich onbespied wanen en volkomen zichzelf zijn, net zoals de ‘Labor Anonymous’ van Walker Evans. De Brits-Amerikaanse James Nares zoomt met de film Street op een soortgelijke manier in: de camera glijdt langs anonieme voetgangers en registreert elk detail, zodat de kijker letterlijk even stilstaat bij dit stukje dagelijks leven.
Zoals Walker Evans de gevolgen van de Grote Depressie vastlegde, bijt de Amerikaan Bryan Schutmaat zich vast in de effecten van de ecologische vernietiging en sociale verwaarlozing. Zoals lifters en landlopers die hun leven doorbrengen langs snelwegen en de rafelranden van de maatschappij. Hij hanteert een documentaire-achtige stijl, in de geest van Walker Evans.
Beeldverhaal
De Australiër Patrick Pound borduurt voort op het feit dat Walker Evans een fervent verzamelaar was van van alles, maar vooral van ansichtkaarten. ‘Foto’s maken is ook een vorm van bewaren’, stelt hij. Door allerlei beelden te groeperen op associatie, inhoud en verwantschap komt Pound tot een beeldverhaal van The Cliff House in San Francisco, het statige strandhuis waarvoor Walker Evans een zwak had. Een redelijk ver uitstapje van het werk van Walker Evans, dat wel.
Hetzelfde geldt voor de Brit Darren Harvey-Regan. Hij heeft de foto’s die Walker Evans ooit van industrieel gereedschap maakte voor het businesstijdschrift Fortune (serie Beauties of the common tool) doormidden geknipt, waarna hij twee beelden weer samenvoegde. ‘Zo lijkt een blikopener op een ruimteschip.’
‘Walker Evans Revisited’, tot en met 5 maart 2023 in Museum Helmond.
© Brabant Cultureel 2022