column door JACE van de Ven
Er zijn mensen die pasklare antwoorden hebben op ingewikkelde problemen die zich in het leven voordoen. In plaats van te proberen ze te doorgronden met hun hersenen, kiezen zij voor een antwoord dat verder denken overbodig maakt, een oplossing die ze kunnen overzien. Voor het gemak houden ze daar verder aan vast tot in het oneindige, dat geeft zekerheid. Je ziet het vaak bij leiders van fascistoïde partijen en partijtjes. Voor twijfel aan het eigen gelijk is geen plaats. Dat zie je bij diepe denkers als Trump, Baudet en Bolsonaro en dat zag je ook bij Arnold Meijer, vanaf 1934 leider van het fascistische partijtje Zwart Front dat later evolueerde tot Nationaal Front en dat eind 1941 door de Duitse bezetter verboden werd.
Over deze Arnold Meijer (1905-1965), geboren in de Haarlemmermeer, maar actief in Oisterwijk, publiceerde André van Noort onlangs de biografie Storm op den Staat! ‘De intentie van dit boek is niet om achteraf te bepalen in hoeverre hij goed of fout geweest is’, schrijft Van Noort in zijn epiloog. Het boek is dan ook een zo objectief mogelijk verslag van een leven dat zich voor het grootste deel in Noord-Brabant afspeelde en daar ook nadrukkelijk mee verbonden was, vooral met Oisterwijk. De gemeente die in 2016 de kans greep om het graf van Meijer te ruimen, hoewel verwanten aangegeven zouden hebben de grafrechten verder te willen betalen. Veilig! Je weet maar nooit of moderne diepe denkers die geen twijfel kennen een dergelijk graf ooit als bedevaartsoord kunnen kiezen.
Meijer wilde in zijn jeugd graag priester worden, maar de praeses van het seminarie stuurde hem weg van de opleiding. Van Noort geeft als reden een aantal voorbeelden van persoonlijke conflicten tussen deze praeses en Meijer, maar misschien had de man – en ik neem aan dat hij overlegd heeft met anderen – het nog niet zo slecht gezien. Meijer schrijft later aan de fascistische priester Wouter Lutkie: ‘Ik ben dus hoogmoedig, eigenwijs, over het paard getild, onhandelbaar en dus onbruikbaar.’ Het woordje ‘dus’ doet hier vermoeden dat hij hier de mening van de seminariepraeses weergeeft.
‘Ik ben dus hoogmoedig, eigenwijs, over het paard getild, onhandelbaar en dus onbruikbaar.’
Het was de tijd van het Rijke Roomsche Leven en er waren jongens genoeg die priester wilden worden. De katholieke kerk had ruime keus en liet niet zo makkelijk iemand tot het priesterschap toe als niet-ingewijden nu misschien denken. Vooral gebrek aan volgzaamheid werd gezien als een groot minpunt, maar ook te kunstzinnige mensen, dwepers met een te romantische kijk op het leven, zij die te gedreven leken om ‘heilig’ te worden of andere op zichzelf gerichte eigenschappen bij zich droegen, zag de katholieke kerk niet graag tot het priesterschap toetreden. Op roomse wijze werd dat dan weer niet rechtstreeks gezegd. Officieel werd Meijer niet geschikt bevonden vanwege een hartkwaal.
Feit is ongetwijfeld dat Meijers politieke belangstelling met de verwijdering van het seminarie te maken had. In elk geval bestond zijn fascinatie voor Mussolini en het fascisme in die jaren al. Na ampele omzwervingen geeft hij zich dan ook al snel geheel over aan de politiek en richt Zwart Front op, een fascistisch partijtje dat helemaal om hem draaide en dat ook alleen met andere bewegingen kon samenwerken als Arnold Meijer de leiding had. Daarom kon het met geen enkele andere beweging samenwerken. Meijer was autoritair, tegen democratie, een Mussolini in het klein. Zijn Zwart Front bleef altijd een splinterpartijtje en had vooral leden in Oisterwijk, maar via zijn geschriften praatte Meijer uitgebreid mee over de landelijke en internationale politiek en probeerde hij tijdens de oorlog met zijn Nationaal Front een zelfstandige fascistische beweging te blijven, naast de nazi-overheersing. Maar de Duitsers verboden Meijers partijtje, omdat hij hen minder kneedbaar leek dan die meneer Mussert van de NSB.
Na de oorlog werd Meijer gearresteerd en moest hij zich verantwoorden voor contacten die hij tegen de wil van de Nederlandse regering in Londen met de Duitsers had gehad. Hij zat in totaal ongeveer drie jaar vast en mocht zich daarna lange tijd niet met politiek bemoeien. Hoewel hij fascist bleef tot zijn dood, bracht hij die overtuiging niet meer op politieke wijze in praktijk. Na zijn ontslag uit de gevangenis in 1948 zette hij in Oisterwijk de champignonkwekerij voort die hij al tijdens de oorlog begonnen was en richtte hij in de jaren vijftig horeca- en vakantiezaak De Rosep op. Dat werd een succes, maar niet de levensvervulling die hij bedoeld had. Van alle grote plannen die hij na zijn verwijdering van het seminarie gehad had, is maar verdomd weinig uitgekomen.
In het hoofdstuk over de rechtszaak tegen Meijer na de oorlog tekent Van Noort ook meningen van anderen over Meijer op, zowel mensen die met hem hadden samengewerkt als politieke tegenstanders. Sommigen vinden hem een fantast, anderen een idealist, een onbetrouwbaar type, een antisemiet, en ‘geen verrader, maar wel in staat aan de Duitsers concessies te doen om zichzelf op de plaats te krijgen die hij wenste’. Partijgenoten waren hem na de gedwongen opheffing van Nationaal Front dankbaar omdat hij naar sociale oplossingen voor hun problemen had gezocht.
Tot het plotselinge eind van zijn leven, in 1965 door een hartstilstand, vond Meijer dat hij niets fout had gedaan. Ook dat is vaak een eigenschap van mensen die op een gegeven moment opgehouden zijn met denken en zichzelf zien als een autoritair leider wiens wereldbeeld het enige juiste is. Momenteel duiken ze weer overal op, hopelijk hebben ze even weinig succes als Meijer, vallen er net als bij hem geen doden en eindigen zij net als hij voornamelijk als de risee die ze in feite zijn.
André van Noort, ‘Storm op den Staat!’ Arnold Meijer 1905-1965. Een biografie van een fascistenleider. Hilversum: Verloren 2022, 256 pp., ISBN 9789464550221, pb., € 25,00.
Meer beeldmateriaal en films > kijk op ALLEN TEGEN ALLEN met een documentaire van Luuk Bouwman en een goed gedocumenteerde stamboom van het fascisme.
Lees ook op Brabant Cultureel
Soli Deo, biografie over onbaatzuchtige priester en eigenzinnige fascist Wouter Lutkie
© Brabant Cultureel 2022
Reacties (1)