door Moeckbert
De dierenvriend
over mijn buik stapte een wolf
de wolf lachte en likte mijn hand
ik wist dat wolven konden lachen
en lachte met hem mee [ – ]
op straat liep een hond en hij knikte
ik knikte terug en keek of hij van worstjes hield;
honden houden namelijk vaak van worstjes
deze hond hield hoofdzakelijk van rekenen
ik gaf hem daarom een makkelijke som
hoeveel is twee keer zeven? vroeg ik
hij zei dat dat te makkelijk was
vraag me anders iets over grammatica
of over de bioluminescentie van een plant
helaas wist ik hier te weinig van
en liet een spiegeleitje voor me bakken
de familie van de canidae* kan dat tenslotte ook
bovendien was ie een hond
toen dit lukte, zijn we vrienden geworden
ik ben namelijk een dierenvriend
canidae* = de hondachtigen
De Alpenjager – in memoriam
(ode aan de heer Van Ostaijen)
een winkelwagentje rolde tegen een helling steeds langzamer omhoog
en net voor ‘t helemaal boven was rolde het rustig naar beneden;
dit was op zich niet heel bijzonder
het deed me aan iets denken wat ik nu niet zal vertellen
of eigenlijk zo meteen pas ga vertellen;
in het wagentje zat een man die naar me zwaaide
natuurlijk zwaai ik meestal terug / zo ben ik van origine opgevoed
gelukkig waren er ook anderen die aan het zwaaien waren
dus wat ik deed viel niet erg op
– later werd ik toch nog aangesproken –
men kan het vergelijken met mensen die voor elkaar de hoed afnemen,
glimlachen en plechtig naar elkander knikken
dat knikken ging synchroon of gelijktijdig zoals u wilt
en voor een zeker winkeltje, jazeker voor een bepaald winkeltje
een winkeltje dat op de helling stond, halverwege op de helling,
gebeurde iets heel erg wonderlijks, wel heel heel erg wonderlijks;
er stond namelijk een jager, een hele jonge jager
met zwarte lokken voor zijn ogen en brillantine in zijn haar
hij sprak en prevelde de woorden:
liefde hoeft men niet uit te lokken, liefde zal er altijd zijn
men kan de wangen insmeren met zoete zeep en elkaar 1000 kussen geven
of zeggen in het frans: ik heb u ernstig lief
ik stond en zag het winkelwagentje steeds harder naar beneden rollen
met de man en de hoed en ik zwaaide
maar het was vooral de jager, de heel erg jonge jager met zijn zwarte lokken en de brillantine in zijn haar / toen de man in het winkelwagentje naar mij zwaaide en ook naar de jonge jager
terwijl alle anderen druk aan het zwaaien waren, erg onrustig aan het zwaaien
pakte niemand meer zijn hoed en ademde niemand even door
behalve de jonge jager, de jonge alpenjager met de zwarte lokken en de brillantine in zijn haar en zijn donkere ogen die kort eventjes verschoten, maar toen was het te laat
[ dus neem nooit uw hoed af op een helling, een steil vlak of een smalle goot
en kijk voordat u groeten gaat; u riskeert ’n vroege dood ]
Lichaam
in Chaam vond ik mijn lichaam
het lichaam sprak en zei: ik ben een lichaam
maar niet zo maar een lichaam
en ik beaamde dat want het was mooi
zonder dat ik me schaamde
zullen we een ijsje eten, vroeg het lichaam
of ben jij niet bekwaam?
we liepen naar de ijscobar
en bestelden daar drie ijsjes
twee waren voor ’t lichaam en voor mij
het andere voor een voorbijgaand meisje
het meisje vroeg: waarom doe je dit nu zo
en heb je niet gewoon één lichaam?
het lichaam was mij voor en sprak: hem heb ik er toevallig bij
natuurlijk werd ik erg onrustig en mijn lichaam en ik zongen toen in koor: in Chaam wordt men geboren met een lichaam en daar schamen we ons niet voor
De fietsenmaker [alias doctor Zhivago]
men zegt dat Omar Sharif op mij lijkt [- ik heb namelijk een spleetje tussen mijn tanden -] jij hebt de oren van Lara Antipova; want op een halve meter afstand kun je elektriciteit horen lopen door een koperen draad – dus werd ik meteen verliefd
men zou een boek over ons schrijven en een film kunnen maken;
maar wij weten hoe het werkelijk zit
natuurlijk spreek ik moeiteloos mijn talen; mijn dialecten zijn helaas niet best
verder kan ik pleisters plakken, al ben ik dan geen arts
[- eigenlijk ben ik gewoon een fietsenmaker -]
ook weet ik waar de Oeral ligt;
normaliter fiets ik niet zo’n end [alleen tot Poppel of tot aan de Beekse Bergen]
kaartlezen kan ik goed, en ja sorry hoor – niet bridgen
laatst kondigde ik nog aan dat ik zou stoppen als bandenmaker; maar niemand reageerde
tot slot was ik nooit een echte waaghals; wel had ik lef en reed op tegels
en van stoepjes, en door de modder wanneer ik zelf wou
[- hiervoor verontschuldig ik me niet -]
dus voor ik weer een stukje rijden ga, kan ik je geruststellen:
ik ben niet hetzelfde als die doctor Zhivago
ook al ben ik verkikkerd op je oren en naast je oren erg op jou;
want de liefde zit heel simpel in mijn karakter [- en niet in mijn imago -]
– ae –
ik vond een klaed* en had een klaed en legde die op tafel
– dit is niet helemaal gelogen –
soms kan men beter onder tafel kijken
of er een stout hondje zit en speelt
men kan ook aan het randje voelen van ’t blad
en glazen opdienen met eau de cologne**
dit komt bijna in de buurt zou iemand kunnen zeggen
dit kwam in de buurt zou ik tegenwoordig zelf zeggen
[maar niemand boog het hoofd of hoestte]
daarom rolde ik een worstje over tafel
‘rol’ zei ik, en het worstje rolde
‘ach nae’, zuchtte iemand / en niet ‘ach nee’
niemand zou het snappen of mij helemaal begrijpen
waarom ik zo monomaan ben in ’t hanteren van
dingen die niemand echt begrijpt
– een hongerig hondje wel misschien –
‘ojee’ hoorde ik toen het worstje met het kleed verdween
en ojae toen ik uit ’t glas met eau dronk – [het water dus] – uit cologne;
men wist dat ik mij vergiste, och haemel wat was dat zonde
ik vergis mij soms wanneer ik dingen doe
mijn hemelse vader zegt daarom:
daar hoeft een mens als ik zich niet alwaes voor te schamen
de – ae*- spreekt men uit als – ee – / en wordt eigenlijk vaak of alleen
hierboven als een – ee – of gewoon een – e – geschreven / juist om
verwarring te gaenereren / soms vergist men zich echter door het verkeerd toe te passen, bij het engelse always bijvoorbeeld de – eau** – daarentegen spreekt men gewoon uit als – oo –
KRUISBEK
de kruisbek sprak en zei: woi woe gaap pet?
natuurlijk kom ik niet vaak vogels tegen die beleefd
tegen mij spreken – echter ik was wel goed verrast en dacht dit moet
een specimen uit het Oosten zijn
maar had even niet in de gaten dat de loxia curvirostra*
met een licht spraakgebrekje kampt
dus ik zei: hello I am fine thank you
en knikte, en zag tegelijkertijd dat de kruisbek zich verslikte;
wardon wàt wewoelt zu?
lispelde hij vrijwel meteen
nu begon ik toch echt te twijfelen of het een soort uit Azië was
Frankrijk leek me namelijk nog aannemelijker en ik citeerde ferm
en keek hem doordringend in de ogen:
fraternité, egalité et liberté
de kruisbek keek me aan en zei: wè?
en is daarna gevlogen
loxia curvirostra* = kruisbek
Wie is Moeckbert? Ja wie is hij niet? Veel helaas nog niet, en in ieder geval niet iemand die zichzelf zomaar prijsgeeft. Maar zoals dat soms met bepaalde dingen gaat, kan het tij zich spontaan keren. Aan het einde van het vorige millennium geboren in een redelijk goedige omstandigheid onder de rook van Tilburg.
Illustraties > bioluminiscentie (niet van een plant, maar van een Amerikaanse ribkwal) > Omar Sharif gemonteerd in een scene van Dr. Zhivago met Julie Christie als Lara Antipova > Gefotografeerde Kruisbek gemonteerd in een door Naumann vervaardigde kopergravure uit zijn Naturgeschichte der Vögel Deutschlands. Alle montages > Hans Lodewijkx
© Brabant Cultureel 2022