De Nederlandse Reisopera heeft het initiatief genomen voor een nieuwe Nederlandstalige operaproductie, Bruid te koop! Het is een bewerking van Smetana’s bekendste werk. Bewerker Anne Lichthart licht haar werkwijze toe.
door Camiel Hamans
Nederlands een taal om te zingen, het vooroordeel zegt dat dit onmogelijk is. Kiest een popgroep voor Nederlands dan is dat meteen nieuws en doorgaans niet erg positief. Besluit een operagezelschap om een werk te laten vertalen, halen alle liefhebbers hun wenkbrauwen op. En dat terwijl het tot midden jaren vijftig van de vorige eeuw in Nederland volstrekt normaal was om opera in de volkstaal te brengen. De English National Opera, de befaamde ENO in Londen, doet nog steeds niet anders en in Duitsland is een L’Elisir d’Amore in de vorm van een Liebestrank heel gewoon.
Zangtaal
Nicolas Mansfield, net vertrokken leider van de Nationale Reisopera en zelf van huis uit zanger, zag het Nederlands – hoewel niet zijn moedertaal – wel zitten als zangtaal. Hij vroeg daarom schrijver, programmamaker, luisterboekregisseur en -inspreker Anne Lichthart om Smetana’s Prodana nevesta, beter bekend onder de Duitse en Engelse titels Die verkaufte Braut of The Bartered Bride, in het Nederlands om te zetten. Dat werd geen vertaling, maar een naar deze tijd en modern taaleigen aangepaste bewerking. Vanaf het begin in 2018 heeft Lichthart daarbij samengewerkt met regisseur John Yost.
Yost, danser van opleiding, behaalde succes in zijn geboorteland de Verenigde Staten in musicals en verzorgde daarna in Nederland en West-Europa voor tal van Gilbert en Sullivan komische opera’s, musicals en Songbook-concerten de choreografie en de regie. Bovendien is zijn Nederlands uitstekend. “Als ik wat af had, mailde ik dat naar John”, vertelt Anne Lichthart. “Hij bekeek het, gaf er zijn commentaar op en stuurde het terug, waarop ik vervolgens verder kon bouwen. Zo hebben we de hele tekst heen en weer gepingpongd. In de loop van 2019 waren we klaar en vroeg in 2020 begonnen de repetities. Vervolgens werden we ingehaald door corona. Een godsgeschenk dat we nu het stuk, met precies dezelfde cast, toch kunnen uitvoeren.”
Verhaallijn
“Zomaar een vertaling wilden John en ik niet. Dat zou ook niet gekund hebben, want ik spreek geen woord Tsjechisch. Ik heb af en toe wel de Duitse en Engelse vertaling erbij gepakt, maar dat was meer om de verhaallijn te bewaken dan om een basistekst te hebben. De Duitse vertaling was die van Max Kalbeck, die standaard gebruikt wordt in de Duitse theaters, niet die van Züngel waaraan Smetana zelf nog meegewerkt heeft. Smetana’s moedertaal was immers Duits, zoals niet ongebruikelijk in de beter Boheemse kringen van de negentiende eeuw. Voor die versie heeft hij de muziek aangepast, maar wij wilden bij het origineel blijven.”
“Bruid te koop!, zoals de opera bij ons heet, is meer dan zomaar een blijspel over een gewiekste huwelijksmakelaar, berekenende ouders en schoonouders en een mislukte koppelingspoging. Librettist Karel Sabina, een patriot die voor erkenning van het Tsjechisch opkwam en daarvoor zelfs al in de gevangenis had gezeten, bekritiseerde met zijn tekst de feodaal aandoende maatschappelijke verhoudingen zoals die toentertijd op het Tsjechische platteland nog bestonden. In de latere Duitse en Engelse bewerkingen is de nadruk veel meer op het komische komen te liggen. John en ik wilden het kritische nu juist niet onder de humor laten verdwijnen, maar dan wel op een manier die voor een huidig publiek herkenbaar is.”
“Alle personages in het stuk zijn opportunisten. Dat hebben we benadrukt, want dat lijkt me kenmerkend voor onze tijd; ieder gaat voor zijn eigen gewin. De figuren in Die verkaufte Braut zijn allemaal van bordkarton, zonder enige diepte. Daar hebben we wat aan gedaan. De sullige Vasek bijvoorbeeld, de jongen die van zijn ouders de mooie Marshenka moet trouwen, maar door haar niet eens gezien wordt, maakt bij ons een ontwikkeling door. En Marshenka zelf, bij Smetana een meegaand, gezeglijk doetje, is in mijn tekst een manipulatief kreng geworden. Absoluut geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Ik voelde me ook vrij om de oorspronkelijke tekst volledig lost te laten en knalhard te bewerken, want toen Sabina de muziek van Smetana hoorde, moet hij gezegd hebben ‘dat hij wel beter zijn best gedaan zou hebben, als hij geweten had dat Smetana zulke mooie muziek zou schrijven’. Dat best heb ik gedaan.”
Kiemcel
“Voordat ik aan de tekst ben gaan zitten, heb ik het stuk heel vaak opgezet zodat de muziek in me zat. Vervolgens ben ik met een piano-uittreksel in de hand opnieuw gaan luisteren. Voordat ik dus maar een woord op papier heb gezet, kende ik de muziek van voor naar achter en andersom. Vervolgens heb ik me bij elke aria, elk duet of terzet, bij elk recitatief afgevraagd wat wil ik hier zeggen. Daarna ben ik met de taal gaan puzzelen. Heel vaak begon ik met één woord dat ik leuk vond en dat per se in dit stukje tekst moest komen. Bijna à la André Hazes blader ik door het rijmwoordenboek, kom een woord tegen dat ik erin wil en vanuit dat woord werk ik verder. Als jij dat vergelijkt met een kiemcel, een kort motief waarmee sommige componisten beginnen, dan klopt die vergelijking wel.”
“Vervolgens is het een zaak van lettergrepen tellen en klemtonen goed leggen. Af en toe kom je er niet uit en dan moet je een ja of joh invoegen. Het overkwam me wel dat ik dacht dat ik er was, dan had ik al het gevoel ‘joh ik heb hem’, maar dan las ik het zinnetje hardop en viel de klemtoon toch verkeerd. Kon ik opnieuw beginnen. Maar dat is geen punt. Aan het schrijven heb ik zo’n plezier. Een van de leukste dingen daarbij is het puzzelen en tellen. Als het dan opnieuw moet, geen probleem. Als het uiteindelijk lukt, is dat heerlijk.”
“Toch bleek tijdens de repetities dat de zangers er af en toe niet uitkwamen, dat ik misschien verkeerd geteld had of dat zij accenten anders legden. Ook geen punt, soms kwamen ze zelf met leuke vondsten, dan nam ik die over, of ik bedacht ter plekke een alternatief. Ik heb een groot deel van de repetities bijgewoond, zowel in 2020 als nu weer. Sommige klinkers heb ik ook moeten veranderen. Bijvoorbeeld als Marshenka, de jonge sopraan Laetitia Gerards, de hoogte in moest, stond daar bij mij wel eens een ee zoals in ‘hemel’. Dat zingt niet lekker, een aa gaat bij hoge noten veel gemakkelijker. Dus werd ‘hemel’ ‘aarde’, plus de nodige veranderingen die daar bij komen. Wat me tijdens de repetities opviel en wat leuk is om te zien, is dat zangers soms smokkelen. Ze laten een woord weg als dat beter uitkomt. Als dat in het Tsjechisch of Italiaans gebeurt, merken we dat niet. Nu wel, want een zin zonder werkwoord wordt onbegrijpelijk. Dus moesten we samen kijken hoe dit op te lossen. Met een korter woord, of door elders in de zin iets te schrappen. Sommige woorden mochten van mij absoluut niet weg. De regisseur steunde me daar volledig in.”
Intercitytrein
“Ik heb de totale ruimte van de Nederlandse taal gebruikt in mijn bewerking. Hoogdravende woorden, zakelijke termen, maar ook straattaal en scheldwoorden. ‘Intercitytrein’ komt net zo goed in mijn tekst voor als ‘geen kattenpis’. Waarom ik dat doe? Normaal worden in een opera rode rozen rood gekleurd. De klank van de muziek en de sfeer van de woorden worden bij elkaar gezocht en op elkaar gepast. Ik vind het leuk als die dingen haaks op elkaar staan. Dan krijg je een subtekst, die een eigen accent aan het verhaal geeft. Marshenka zingt bijvoorbeeld heel lange lijnen, mijn tekst gaat daar tegenin, manipuleert en laat op die manier zien hoe er een tegenstelling bestaat tussen wie ze voorgeeft te zijn en wat ze voor heeft aan bedoelingen.”
“De regisseur vond dit heerlijk, dirigent Ed Spanjaard had er aanvankelijk moeite mee. Hier zie je het verschil tussen musici en dramaschrijvers zoals ik. Muzikanten proberen een partituur zo getrouw mogelijk uit te voeren en dan kom ik daar tussendoor zand in de machine strooien.”
“De opdracht was een rijmende tekst af te leveren. Dat heeft puur op basis van mijn intuïtie tot voornamelijk gepaard rijm geleid, zoals in de meeste Sinterklaasgedichten, en tot assonanties, klankrijm. Ik heb daar geen bedoeling mee. Zo ging het bij het schrijven. Daarbij komt dat Smetana geen meezingers schrijft. Er is al veel Wagnerinvloed, dus geen aria’s als een chanson met strofen en terugkerende regels, maar een doorlopende poëtische tekst. In zo’n geval geven op elkaar volgende rijmen een helder rustpunt. Ook bij het leren.”
Boventiteling
“Zelf heb ik ook wat geleerd van deze productie. In de terzetten liet ik nu, zoals te doen gebruikelijk, iedere zanger een eigen tekst zingen. Dat wordt onverstaanbaar, heb ik gemerkt. En ook bij de boventiteling, kun je geen drie verschillende verhaaltjes door elkaar kwijt. Dat moet een volgende keer dus anders, eenvoudiger. Ik moet proberen daar minder subtiel te zijn. Boventiteling is overigens essentieel, want ook al wordt er in het Nederlands gezongen, als je niet kunt meelezen, kun je de tekst nog niet verstaan. Daarom heb ik als een kloek op de boventiteling gezeten. Daarin moesten mijn lievelingswoorden per se gehandhaafd worden, ook al waren ze lang. In goed overleg kwamen we ook hier weer uit. Daarvan heb ik misschien wel het meest genoten bij Bruid te koop!, de heel leuke samenwerking met de regisseur, met de zangers, met hele team. Ik wil daarom zo aan een volgende opera beginnen.”
Nederlandse Reisopera: Bedřich Smetana, Bruid te Koop! Muzikale leiding Ed Spanjaard. Maastricht: Theater aan het Vrijthof 19 april 2022; Breda: Chassé theater 12 mei. Aanvang steeds 19.30 uur (duur 2 uur en 45 minuten).
© Brabant Cultureel 2022