Beste Piet,
Integer. Als iemand zo genoemd kan worden, dan ben jij het wel. Integer niet alleen als collega en vriend, maar ook en misschien wel vooral als fotograaf. Fotografie is altijd jouw paspoort geweest naar andere landen en culturen, naar andere mensen – en dan vooral mensen die het niet getroffen hebben in deze wereld. Je camera was jouw wapen om de wereld te verbeteren, om je medemensen bewust te maken van de ellende en problemen waar anderen mee hebben te kampen. Je was dan ook een bij uitstek geëngageerde fotograaf.
Jouw aandacht ging niet op de laatste plaats naar vluchtelingen en asielzoekers. Talloze reizen maakte je om de vluchtelingenproblematiek in beeld te brengen, op eigen initiatief en voor eigen rekening. ‘Ik fotografeer niet alleen uit politieke betrokkenheid, maar ook uit kwaadheid over wat ik als misstanden zie’, was een jou typerende uitspraak. Net zoals: ‘Ik vind het belangrijk om het vast te leggen. Ik wil dat het gezien wordt’ – een citaat dat werd uitgelicht op de expositie Migratie van jou en Stijn Peeters bij Pennings Foundation, afgelopen najaar.
Naast vluchtelingen waren het toch vooral de mensen van Midden- en Zuid-Amerika die je van meet af aan ter harte zijn gegaan. Het fotoboek over Ivania uit Nicaragua dat in 2013 uitkwam, getuigt daarvan, net zoals je boek over El Salvador uit – naar ik meen – de jaren tachtig.
In november vertrok je weer naar wat jouw tweede vaderland genoemd zou kunnen worden, onder meer om de vele vrienden die je er had te bezoeken. En uiteraard ook om te fotograferen. Ik herinner me nog dat je aan het einde van onze redactievergadering tamelijk terloops vertelde een maand of vier weg te blijven. En inderdaad, medio maart stond je op het punt om terug te keren.
Maar toen. Toen kwam het verontrustende bericht dat je was opgenomen in een ziekenhuis in Guatemala. Het enige lichtpuntje was de aanwezigheid van je zoon Sander en van enkele vrienden. Het werd een ongelijke strijd voor jou, altijd zo strijdbaar, moedig en positief in het leven staand. We mogen gerust zeggen dat je in het harnas bent gestorven.
En nu – ik kan het me nog haast niet voorstellen – ben je dood. Maar niet in de gedachten van mij en talloze anderen die je hebben mogen kennen en meemaken, die jou voor zich zien zoals je was, een Brabantse boerenzoon met een open gezicht die de wijde wereld in was getrokken, vaak lachend, maar op zijn tijd ook streng en vasthoudend wanneer je je standpunt verdedigde. Altijd partij trekkend voor de onderdrukten en misdeelden.
Beste Piet, je mag dan wel zijn vertrokken voor je allerlaatste reis, jouw foto’s en boeken en onze herinneringen aan jou zullen we blijven koesteren en daarin zul je altijd verder leven. Je hebt een prachtig leven gehad – en ook die gedachte biedt troost.
Joep Eijkens
© Brabant Cultureel 2022