Column door Arnold Verplancke
Het zonnetje schijnt door de nog kale bomen. Een middagwandeling door De Warande in Tilburg doet heerlijk fris aan. De lente moet nog aanbreken, maar de vogels fluiten er al lustig op los. In Oekraïne gieren kruisraketten door de lucht. Op straat liggen daar lijken. Onvoorstelbaar als je hier vredig voorstapt over de boomwortels. Zo ver weg en zo dichtbij.
Door de bomen klinkt plotseling blaasmuziek. Een simpele tweekwartsmaat, maar geen marsmuziek. Het doet me niettemin even denken aan een militaire kapel, die mee marcheert in een parade. Dat zal wel komen door de oorlogsbeelden die ik de afgelopen dagen gekluisterd aan de tv heb gezien via BBC en CNN.
Toen ik jong was, werd Bevrijdingsdag nog gevierd met een militaire parade. Ik herinner mij als kleine jongen met bewondering te hebben gekeken naar al die soldaten van landmacht, luchtmacht en marine in hun uniformen, de wapens over de schouder. Het zal misschien 5 mei 1950 zijn geweest, in mijn geboorteplaats Leiden, waar ze over het Levendaal marcheerden.
Parade
Jongere generaties geloven dat niet meer: feest vieren met een militaire parade. Maar ik kan het nog sterker vertellen. Ook tijdens het jaarlijkse 3 oktoberfeest waarmee Leiden herdenkt dat het in 1574 stand heeft gehouden tegen het Spaanse leger, reed in 1964 nog een heel militair konvooi mee in de grote optocht, inclusief een raket van de luchtverdediging. Dat blijkt uit een foto in het Leidsch Dagblad van dat jaar, dus bijna twintig jaar na de oorlog.
Dat is trouwens het jaar dat ikzelf de Koninklijke Luchtmacht verliet met groot verlof, zoals dat heet. Niet dat ik zo’n puike militair was. Integendeel misschien wel, want ik heb nog tien dagen verzwaard arrest gekregen, omdat ik tijdens een kamerinspectie de UZI pistoolmitrailleur in mijn kledingkast niet bleek te hebben onderhouden. Je kon nauwelijks meer door de loop kijken van het stof. De Russen bleven gelukkig weg en mijn verzwaard arrest bleek alleen kamerarrest te zijn. Ik mocht overdag gewoon mijn werk doen op de verkeerstoren van Ypenburg. Maar toen was al duidelijk dat mijn militaire carrière geen hoge vlucht zou nemen.
Bondgenootschap
Nederland was in de jaren zestig natuurlijk al lid van de NAVO. Gelukkig wel. Daar kunnen ze in Oekraïne alleen maar jaloers op zijn. Door de Russische inval bezinnen nu zelfs neutrale landen als Zweden en Finland zich op een eventuele toetreding tot het defensieve bondgenootschap.
Terug naar mijn winterse wandeling in de Warande. Nee, de blaasmuziek had natuurlijk niets te maken met een militaire kapel, laat staan met Oekraïne, maar wel met carnaval. De Tilburgse prins Frans-Jan d’n Irste bleek met zijn gevolg en hoempaorkest neergestreken bij Auberge du Bonheur, waar kort na het middaguur de bladen vol mooi getapte glazen bier al rondgingen. Carnavalszaterdag in oorlogstijd. Honderdduizenden mensen op de vlucht en hier heerst de vrolijkheid.
Vrede
Wat wil ik daar nou mee zeggen? Heb ik er iets op tegen dat ze carnaval vieren? Welnee, helemaal niet juist. Heerlijk dat ze in alle vrijheid kunnen lachen en zingen. Dat ze kunnen genieten van de vrede die wij kennen. Dat er in ons land generaties zijn opgegroeid die niet anders weten.
Maar af en toe is het goed te beseffen dat vrede niet gratis is. Dat ze inspanning en onderhoud vergt. Een week geleden zou niemand in de miljoenenstad Kiev hebben verwacht nu opgepropt in een schuilkelder te zitten, met de auto in een lange file het land uit te vluchten, of nog erger, door de Russen beschoten te worden.
Lees ook deze column van Arnold Verplancke terug op Brabant Cultureel:
Bach, Oekraïne en het Titanic gevoel
Illustratie op voorpagina bij deze column > Hans Lodewijkx
© Brabant Cultureel 2022
Wat een narcistische gek, Putin, niet teweeg kan brengen…… de Russische elite heeft teveel naar het geld gekeken, zoals in de Sovjettijd, nu worden ze geïsoleerd en is er weer decennia nog meer armoede en schaarste……