In oktober 2021 werd in een park in Helmond een beeld onthuld van de zestiende-eeuwse schilder Lucas Gassel, vervaardigd door beeldhouwer Trudie Broos. Hoe maak je een portret van iemand die eeuwen geleden leefde? Reden om met die vraag op atelierbezoek te gaan bij Trudie Broos in Sint-Oedenrode.
door Irma van Bommel • Foto’s Piet den Blanken
Het beeld van Lucas Gassel (1488-1568/69) werd 16 oktober 2021 onthuld in het Burgemeester Geukerspark in Helmond. Daar stonden al twee componistenportretten van Trudie Broos (1942), van Matthijs Vermeulen en Alphonse Stallaert, beiden geboren in Helmond. Vanwege deze eerder vervaardigde beelden is zij gevraagd. De opdracht kreeg ze van Stichting Lucas Gassel die na de grote expositie in Kunstmuseum Helmond vorig jaar over het werk van deze in de vergetelheid geraakte kunstenaar Gassel wilde vereeuwigen met een beeld. Maar hoe maak je een portret van iemand die niet meer leeft?
Van Lucas Gassel zijn twee portretten bekend, overgeleverd als gravures, als jongeman en als oudere man. Trudie Broos koos de gravure van Gassel als jongeman als basis. Naar aanleiding daarvan maakte zij een aantal tekeningen in houtskool en groen krijt. Ze koos voor groen, want een groen gepatineerd bronzen beeld leek haar de beste kleur, passend bij iemand uit het verleden. Op die gravure draagt Lucas Gassel een baret. Broos leende een baret van een hoogleraar die met emeritaat is, om te kijken hoe zo’n baret op een hoofd zit. Daar maakte ze ook studies van. En zij kwam zelf met het idee het portret letterlijk in een kader te plaatsen, om zo een verwijzing te maken naar zijn beroep als schilder.
Maastricht
Trudie Broos groeide op in Weert, in een groot en creatief gezin. Vader Piet Broos was bekend als maker van stripverhalen, onder andere van de strip Alibaba op de achterkant van het kindertijdschrift Okki. Ze weet nog te vertellen dat Okki een afkorting is van Onze Kleine Katholieke Illustratie. Niet vreemd dat Broos naar de kunstacademie wilde. Als jong meisje bezocht zij eens met haar vader Maastricht. Daar zag ze het beeld van de twaalfde-eeuwse schrijver Hendrik van Veldeke, van de hand van Charles Vos. Dat beeld raakte haar zo dat zij ook beelden wilde gaan maken. En vanwege dit beeld koos ze voor de kunstacademie van Maastricht.
Van 1960 tot 1965 volgde ze haar opleiding aan de Stadsacademie voor Beeldende Kunsten in Maastricht, waar ze de richting beeldhouwen koos. Dat was in die tijd niet vanzelfsprekend. Veel vrouwelijke studenten kozen voor de richting modevormgeving, omdat dat beter zou passen bij vrouwen. Trudie Broos niet. Aansluitend aan de academie van Maastricht volgde zij nog twee jaar colleges aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, onder andere bij de beeldhouwer Piet Esser.
Broos ontwikkelde zich aIs een veelzijdig kunstenaar. Ze maakt kleinplastiek, reliëfs, portretten en monumentale beelden. Ze maakt zowel vrij werk als werk in opdracht. Het modelleren van de beelden doet ze in klei. Daarvan maakt ze gipsafgietsels die vervolgens in brons of aluminium gegoten kunnen worden. Daarnaast maakt ze tekeningen en gouaches, niet alleen als studie voor haar beelden, maar ook als zelfstandig kunstwerk. Zij heeft dan ook twee ateliers. Een tekenatelier op de eerste verdieping van haar huis, gelegen aan de Markt in Sint-Oedenrode. En een beeldenatelier achter een binnenplaatsje, in een voormalige melkfabriek van Nutricia uit 1840, ook wel het koelhuis of het boterhuis genoemd.
Contact
In haar tekenatelier toont ze, naast de tekeningen voor het beeld van Lucas Gassel, een aantal tekeningen van pianist en componist Daniël Wayenberg. Zij ontmoette hem in Helmond bij de onthulling van haar beeld van de componist Matthijs Vermeulen. Wayenberg woonde toen in Parijs. Trudie vroeg hem te poseren voor een beeld. Hij kwam naar haar atelier en bleef enkele dagen logeren, zodat ze genoeg tijd had hem te leren kennen en te portretteren. “Contact hebben met iemand die je portretteert is belangrijk.” Wayenberg vertelde dat hij nog steeds – hij was tachtig – acht uur per dag piano speelde. Hij was streng voor zichzelf. Maar zijn lijfspreuk was: ‘Le mieux est l’ennemi du bien’. Daarmee bedoelde hij dat men vaak iets goeds bederft door het beter te willen maken. Gezichten van mensen veranderen, worden interessanter naarmate ze ouder worden, door wat iemand heeft meegemaakt. Treurnis tekent iemands leven. “Het beeld een ziel geven is belangrijker dan de gelijkenis.”
Ze maakt portretten in opdracht, maar vraagt ook mensen die ze ontmoet te poseren, zoals Wayenberg. Ook vroeg ze een vrouw die in Sint-Oedenrode woont, maar afkomstig is uit Papoea-Nieuw-Guinea, voor haar te poseren. Dit beeld beschouwt ze als een van haar beste portretten. Van het beeld in klei maakte ze een afgietsel in gips. Ze zou het best in brons willen gieten. Maar dat is duur en in brons gieten doe je gemakkelijker bij een opdracht.
Het beeld een ziel geven is belangrijker dan de gelijkenis.
In opdracht van de gemeente Eindhoven maakte Broos een portret van koning Willem Alexander, zonder hem persoonlijk te kunnen ontmoeten. Ze beschikte alleen over foto’s van de RVD. Het portret gaat dan vooral om de gelijkenis. Toch heeft ze er iets van zijn zelfbewustzijn in kunnen leggen, dat zij zag bij zijn inhuldiging als Koning der Nederlanden. Bij de onthulling in 2014 zei de toenmalige burgemeester dat hij het heel geslaagd vond.
Gieten
In het atelier zien we een beeld in gips van Lucas Gassel en een voorstudie voor het beeld van Matthijs Vermeulen, in gebakken klei. De beelden van Daniël Wayenberg zijn wel in brons en in aluminium gegoten. Dat gieten laat zij doen bij gieterij Welten in Panningen. De gieter doet dan de afwerking, zoals het weghalen van de gietkanalen. Het patineren doet ze meestal samen met de gieter, soms alleen.
Aan de wanden hangen ook reliëfs of wandplastieken die zij maakt van vormschuim of hout en die ze bedekt met een acryle kunststof. Inspiratie vindt ze vaak dichtbij huis. Een blad van een vijgenboom op de binnenplaats inspireerde haar tot het maken van een reliëf van Adam. De reliëfs kunnen figuratief en abstract zijn. Dat geldt ook voor haar monumentale beelden. Met een werk als Petrarca maakte ze een installatie met twee losse voeten die ze nog eens wil laten gieten in aluminium. Alle materialen en materiaalbewerkingen vindt Broos interessant. Ze hakte zelfs beelden in hard steen en marmer. Maar voor portretten maakt ze het liefst tekeningen en modellen in klei als voorstudie. Ze heeft een eigen oven waarin ze de beelden van klei kan bakken en waarin ze kan experimenteren met glazuurproeven voor reliëfs.
Paleontoloog
Familieleden vraagt zij ook weleens te poseren, zoals haar kleinkinderen van wie de portretten ook in het atelier staan. Maar die willen niet lang poseren, vertelt Broos, hoewel ze mogen praten en bewegen en dus niet stil hoeven te zitten. Van haar echtgenoot maakte zij een serie reliëfs in zijn karakteristieke houding, met de hand nadenkend onder de kin. Hij is paleontologisch onderzoeker. Broos maakt voor hem regelmatig replica’s, bijvoorbeeld van een mammoetkies.
Trudie Broos wordt volgend jaar tachtig, maar wil van geen ophouden weten. “Een kunstenaar stopt niet.” Wat zou het mooi zijn om nog eens een expositie van haar werk te zien, van haar beelden samen met de tekeningen. Want aan de trefzekere lijnen in de getekende portretten zie je al waar ze met het modelleren de accenten zal leggen: de grote vorm van de schedel, de kaaklijn en de jukbeenderen.
© Brabant Cultureel 2021
Dag Trudie
Ik ben Mayke van der Zwaan Hoovers. We zaten samen op de lagere school en wij waren vriendinnetjes. Ik kwam graag bij jullie thuis, altijd gezellig. Ik moest aan jou denken toen ik net op het kerkhof in Weert was en het graf van jouw vader zag. Wij hadden veel van zijn boeken,oa Piepeloentje….en de kinderbijbel.
Heb je werken met bewondering bekeken.
Een hartelijke groet, Mayke
Zou het leuk vinden je een keer te bezoeken.
Hartelijke groet,
Mayke
Mayke van der Zwaan Hoovers
Graag enkeler een reactie