Dat de norbertinessen van Sint-Catharinadal een aparte plaats innemen in het Nederlandse kloosterlandschap blijkt alleen al uit een mooi boekje dat verscheen bij gelegenheid van hun 750-jarig bestaan. Met foto’s van Koos Breukel, een van de beste portretfotografen van Nederland, en met teksten van Femke Deen.
door Joep Eijkens
Ze mogen dan momenteel maar met twaalven zijn, gemiddeld iets jonger dan tachtig, de norbertinessen van Sint-Catharinadal in Oosterhout vieren niettemin met verve hun 750-jarig bestaan. Zo gaven zij Daan Manneke de opdracht een koorwerk te componeren dat 21 november 2021 uitgevoerd wordt in de Grote Kerk te Breda. En poseerden zij afgelopen zomer voor Koos Breukel, een van de beste portretfotografen van Nederland.
Dertien portretten in zwart-wit zijn te zien op een expositie in het West-Brabantse Wouw, Breda en Oosterhout, de drie plaatsen waar de kloostergemeenschap gevestigd is geweest, respectievelijk nu nog is. Bij de expositie is ook een mooi boekje verschenen waarin alle twaalf zusters in woord en beeld geportretteerd zijn. Voor de tekst tekende historicus Femke Deen.
De priorij Sint-Catharinadal staat bekend als het enige Nederlandse klooster dat onafgebroken zevenhonderdvijftig jaar lang heeft kunnen voortbestaan. De kloostergemeenschap werd in 1271 gesticht bij Wouw, maar vanwege overstromingen in West-Brabant moest de communiteit verkassen naar Breda. Na ruim drie eeuwen werden de zusters daar door de protestantse machthebbers gedwongen te vertrekken en in 1647 streken zij neer in Oosterhout. Dreigende opheffing door de Franse bezetter eind achttiende eeuw werd voorkomen door zich nuttig te maken door onderwijs aan arme meisjes.
Wijngaard
Zoals zoveel kloosters van andere orden en congregaties kende Sint-Catharinadal een ware bloeiperiode in de eerste helft van de vorige eeuw. Ooit waren ze met zestig zusters. En ook hier kreeg men te maken met vergrijzing en een dalend aantal roepingen in de tweede helft van de eeuw. Anno 2021 voorziet de geloofsgemeenschap in zijn onderhoud onder meer door een wijngaard, wijnhuis en kloosterwinkel. Ook is er een zogeheten Leer- en Inspiratiehuis opgericht voor mensen ‘die zoeken naar bezinning en persoonlijke ontwikkeling’ en ‘in alle rust’ mee willen gaan ‘op het ritme van het klooster’.
De gemiddelde leeftijd van de twaalf zusters ligt nu net onder de tachtig. Zuster Maria Magdalena, de priorin, is met haar drieënzestig jaar de jongste. Zij trad in 1979 in. Bij de meeste andere zusters is dat meer dan een halve eeuw geleden. Elke zuster heeft in het boek een eigen hoofdstukje gekregen waarin zij aan het woord komt, en in beeld middels de op apart papier mee ingebonden foto’s in zwart-wit van Koos Breukel.
In vergelijking met de talloze schitterende portretten van zijn hand, zijn dit geen spectaculaire foto’s. Ze stralen eerder de eenvoud van de geportretteerde zelf uit. Licht en het soms bijna verblindende wit domineren. Breukel legde ook de hele communiteit vast in een groepsportret alsmede enkele interieurs en exterieurs waaronder het kerkhof van de priorij en de wijngaard. Voor het omslag fotografeerde hij een detail van een werk van Anish Kapoor (Untitled 2018, albast) dat tijdens de biënnale Kunst in de Heilige Driehoek in de zomer van 2021 in de kerk van Sint-Catharinadal te zien was.
Kunstatelier
Tot de zusters die er in dit boekje het meest uitspringen, hoort wat mij betreft beslist zuster Dorothea, eenennegentig jaar geleden geboren in Breda en in 1954 ingetreden ondanks felle tegenstand van haar vader. ‘De laatste jaren denk ik wel eens: wat heb ik mijn vader aangedaan’, laat ze zich ontvallen. Maar vader, meubelmaker en orgelbouwer van beroep, was al snel ‘omgeslagen’ en maakte zich verdienstelijk door diverse klussen te klaren in het klooster en mee te helpen in het ‘kunstatelier’.
Zuster Dorothea, die op de kunstacademie St. Joost zat, had dat atelier opgericht, samen met zuster Elisabeth. Er werden onder meer boeken gerestaureerd en oorkondes vervaardigd. Breukel portretteerde de zuster met haar Rolleiflex camera in de linker hand en de andere aan het rechter oor. ‘Dat je buiten kunt gaan wandelen met je camera is zo fijn’, zegt ze. ‘Dat ik even weg kan, rust heb. Gisteravond laat heb ik nog foto’s gemaakt van een bloeiende passiebloem hier in de tuin. De camera geeft me veel troost.’
Zuster Dorothea is bepaald niet de enige die te maken kreeg met tegenstand van de familie. Zo spreekt zuster Hadewych (85) zelfs van een ‘begrafenisstemming’ toen haar familie naar het klooster was gekomen om getuige te zijn van haar intrede. Zij zegt het jammer te vinden dat de meeste jongeren tegenwoordig weinig meer voelen voor ‘het gebedsleven’. Wat haar betreft, is er niks mooiers dan het kloosterleven. ‘Dat ze dat niet meer begrijpen!’
Maar dat kloosterleven is natuurlijk ook niet allemaal rozengeur en maneschijn. Zuster Agnes (83) maakte nog de tijd mee dat de zusters tijdens familiebezoek achter tralies zaten in de spreekkamer. Zij merkt onder meer op: ‘Je moet je aanpassen aan hoe het is, dan ben je het gelukkigst.’ Zuster Ursula (89) heeft het over een ander soort aanpassen als ze naar de toekomst kijkt: ‘We hopen allemaal dat we toch kunnen blijven voortbestaan. Maar ik denk wel dat het moet worden aangepast aan deze tijd.’
Koos Breukel & Femke Deen, De Norbertinessen van Sint-Catharinadal.
Sint-Catharinadal 750 jaar. Eindhoven: Lecturis 2021, 76 pp., ISBN 978-94-6226-425-0, pb., € 20,00.
De expositie is nog tot en met 9 januari 2022 te zien in de Sint-Lambertuskerk in Wouw, van 21 november tot en met 24 april 2022 in de Grote Kerk in Breda en van 30 april tot en met 11 september 2022 in de Basiliek Sint-Jan te Oosterhout.
Voor meer informatie over het jubileumprogramma van de 750-jarige gemeenschap:
sint-catharinadal-jubileum.nl
© Brabant Cultureel 2021