door Huub van Esch
De ironie verdwijnt uit het bewustzijn
van de hedendaagse mens die onder
invloed staat van rekenkunde
en technologie, en dat is zorgelijk.
Want Kierkegaard leerde ons al
dat een leven dat waardig
is menselijk te worden genoemd
begint met de ironie.
De moderne mens
is een miereneuker.
Een zeurpiet met
een miezerig gebrek
aan figuratief
vermogen.
Ons kijken
deugt vaak niet.
Wordt veel te vlug
en veel te vaak
achter andermans
rug ingekleurd
met de schijn
die voortkomt
uit onze
pusillanimiteit
en afgunstigheid.
alles in mijn kamer
ligt zoals ik wil
dat het ligt
als er morgen
bezoek komt,
ik red me met
steeds kleiner
wordende gebaren,
morgen ga ik
kijken of alles
klopt, en
ga ik vragen
of het juist
is wat ik
heb gedacht.
Wie een gedachte
aan een bepaalde wijsheid
bezit, bezit nog niet
de verwezenlijking
van die wijsheid,
ook al ziet hij
deze onvolmaaktheid
voor waarheid
aan.
Huub van Esch (Haaren 1970) werkt in deeltijd als productiemedewerker. De meeste tijd besteedt hij aan het schrijven van gedichten. Hij publiceerde eerder in ‘Schoon schip’, in de verzamelbundel ‘Echte inkt’ van uitgeverij Opwenteling en in enkele verzamelbundeltjes samengesteld uit wedstrijden van uitgeverij Kontrast.
© Brabant Cultureel 2021