Een bijzondere collectie dansorgels en een enorme Edahverzameling stonden in Helmond genadeloos te verstoffen door gebrek aan een nieuwe huisvesting. Na jaren strijd is er nu voor beide plek in Loods20: een gloednieuw museum, gebouwd in een voormalig pand van Van Gend & Loos. Loods20 opent officieel in oktober 2021, Brabant Cultureel nam alvast een kijkje.
door Anja van den Akker • Fotografie > Isabelle Woudsma
De politiek, gemeente en pleitbezorgers van een nieuw museum voor de bijzondere dansorgels en dito Edahverzameling in Helmond zijn er uiteindelijk in geslaagd een onderkomen te vinden. Het resultaat is Loods20, waarmee deze half vervallen opslagplaats van Van Gend & Loos ook meteen voor sloop is behoed. Bij gebrek aan geld, een geschikt pand en deels onderschatting van het unieke karakter van beide verzamelingen schoof het onderwerp jarenlang van de ene agenda naar de andere.
Inmiddels hebben de gebruikers van Loods20 een feestelijke sleuteloverdracht door cultuurwethouder Antoinette Maas achter de rug en nu gaan zij de puntjes op de i zetten. In oktober verwachten zij de deuren te openen voor het publiek. Het resultaat mag nu al bijzonder heten. Wat betreft de dans- en draaiorgels: die hebben niet alleen een nieuwe plek – wat gezien de afmetingen een tour de force was – maar zij zijn geplaatst in de context waarvoor ze ooit zijn gebouwd. Namelijk een Helmondse danszaal uit de jaren dertig van de vorige eeuw, danszaal Bocken.
Zowel de grote Gaudin (een concertorgel uit 1924) als de kleine Gaudin (een kermis/dansorgel uit 1925) kwamen in 1928 naar danszaal Bocken aan de Blinkertsestraat in Helmond. Dat was hét uitgaanscentrum waar talloze jonge stellen elkaar in die tijd leerden kennen. Ook op de klanken uit het Mortierorgel uit 1920 is heel wat afgedanst in zaal Bocken waar dit instrument vanaf 1924 stond opgesteld. Vooral in de foxtrot en tango deed de Mortier het goed, want er zit nogal wat slagwerk in dit orgel. Het is overigens een van de weinige Mortierorgels die nog in originele staat verkeren, inclusief de op doek geschilderde olieverfschilderijen met Oosterse taferelen.
De familie Bocken trok destijds met de kleinere orgels ook langs kermissen in de wijde omtrek. Maar toen er in de jaren vijftig van de vorige eeuw concurrentie kwam van onder meer de jukebox, verkocht de familie Bocken de hele collectie aan de gemeente Helmond. Met als uitdrukkelijke voorwaarde dat de orgels nooit uit deze plaats weg mochten. Dat is de redding ervan voor de stad geweest, want als het aan voorgangers van wethouder Maas had gelegen, waren de instrumenten allang verkocht. De restauratie en het onderhoud bleken niet goedkoop, noch eenvoudig.
Gaviolizaal
Dan was er nog het grote formaat van de orgels. Waar moest je die toch laten? Er was amper een pand te vinden waar ze pasten. Ze stonden een tijdje in de Paterskerk en sinds 1990 in een oude brandweerkazerne die dienst deed als orgelmuseum: de Gaviolizaal. Maar volledig recht deed dit onderkomen niet aan de orgels waarvan er nagenoeg geen gelijke, werkende exemplaren meer bestaan.
Een replica van de grote Gaudin is een aantal jaren geleden in het buitenland verkocht aan een particulier voor 1,25 miljoen euro, weet Alfons Vogels van de Stichting Draaiorgels Helmond. Niet verwonderlijk: met 1126 pijpen, 112 klaviertoetsen en 21 registers kun je met dit concertorgel complete walsen, opera- en operettemuziek laten klinken. Mits je de benodigde orgelboeken erbij hebt, uiteraard. In januari 2020 ging de Gaviolizaal dicht. Het pand werd gesloopt voor woningbouw. Dat was dan het tweede dakloze museum in Helmond. Want in oktober 2018 was het Edah Museum ook al gesloten, om dezelfde reden.
Kruideniers
Dit was een museum gewijd aan het gelijknamige levensmiddelenconcern dat zo’n eeuw lang een belangrijke rol in Helmond speelde. De Edah, in 1910 opgericht door de kruideniers Ebben, Dames, Aukes en Hettema, was niet alleen een winkelketen met uiteindelijk honderdveertig filialen, maar had ook een eigen koffie- en pindabranderij, sodafabriek, appeldrogerij, pudding- en limonadefabriek plus olieslagerij. Edah (‘Grote omzet, kleine marge’) strandde uiteindelijk na een fusie met De Boer/Unigro en Laurus.
Het in 2005 geopende Edah Museum had in een voormalig Edahpand een gigantische collectie, bijeengebracht door vrijwilligers en ondernemers, inclusief authentieke Helmondse winkelinterieurs.
Gewonnen
Alle partijen hebben in Loods20 water bij de wijn moeten doen, maar ze hebben ook gewonnen. Zo ging het Edah Museum terug van zeventienhonderd naar zeshonderdvijftig vierkante meter. Het orgelmuseum kan nu maximaal zo’n honderdveertig mensen ontvangen, tegen ruim het dubbele aantal in de Gaviolizaal. “Grotere muziekgezelschappen, zoals de Politie Muziek Vereniging Brabant Zuid Oost bijvoorbeeld, kunnen we niet meer ontvangen”, geeft Alfons Vogels van het draaiorgelmuseum als voorbeeld.
Het was passen en meten om de orgels kwijt te kunnen. De Gaviolizaal was veertien meter breed, Loods20 is zes meter smaller. Zo kan er volgens Vogels tussen het Mortier-orgel en de muur bij wijze van spreken amper nog een vloeipapiertje. Van twee orgels, de kleine Gaudin en de Blauwe Trom (een straatorgel uit 1905), staat het front in de zaal en de kast in de hal. Daartoe moest de muur worden uitgebouwd. Ook voor de grote Gaudin moest er bouwkundig wat worden aangepast.
Grote winst is de schitterende danszaal in Art Deco stijl, waardoor je je terug in de tijd waant. Het is de bedoeling dat hier weer gezellige dansmiddagen worden gehouden, maar ook educatieve projecten voor scholen. Zo staat er een geheel demontabel klein orgeltje, waarmee leerlingen aan de slag kunnen. Anderzijds was er in de Gaviolizaal ook veel ruimte voor de bijzondere accordeon- en trekharmonicaverzameling van Helmonder Arie Willems. Deze is nu noodgedwongen gereduceerd tot een paar vitrinekasten.
Looproute
Opvallend genoeg heb je in het belendende Edah Museum amper het gevoel iets te missen uit de oude verzameling. Dat is mede te danken aan interieurbouwer Cialona uit Helmond, gespecialiseerd in standbouw. “Wij zijn gewend om op een heel klein oppervlak veel informatie te stoppen”, legt projectleider Joris Neele uit. Cialona heeft een logische looproute door allerlei verschillende winkelinterieurs bedacht, waarbij je precies die dingen ziet die van belang zijn. Er zaten ook veel doublures in de collectie en die zijn eruit gehaald. Alles wordt op thema gepresenteerd: post, inkt, blikken, was, koffiemolens, tabak en nog veel meer.
Marcel Sanders van het Edah Museum legt uit waarom er destijds zoveel verschillende Edah luciferdoosjes werden verkocht. “Die doosjes lagen overal. Bij de sigaretten op tafel, in de keuken, op het werk. Omdat er in die tijd nog geen uitgebreide reclame was, waren luciferdoosjes heel geschikt om een boodschap uit te dragen.”
Het Edah Museum is een feest der herkenning, elk detail doet ertoe. Vooral de complete winkelinterieurs, die één op één zijn teruggebouwd, maken dit museum tot een lust voor het oog. Er is een sfeervolle koffieruimte – de Snoeperette – waarvan het interieur deels komt uit het scheikundelokaal van de oude Rijks-HBS aan de Helmondse Molenstraat.
Bestuurslid Tonny Raaijmakers benadrukt dat er ook nu weer wordt ingezet op educatieprojecten, want het Edah Museum is er niet alleen voor oudere bezoekers. Geschikt voor kleinere kinderen is het museum echter niet. Er liggen veel spullen los, de afstand tussen collectie en publiek is bewust heel erg klein gehouden. Dat maakt het museum uiterst sympathiek, maar tevens kwetsbaar. Ook het orgelmuseum is niet alleen kijken. Er mag nadrukkelijk ook worden gedanst!
© Brabant Cultureel 2021
Nu word ik wel nieuwsgierig naar wat u bedoelt met “Maar volledig recht deed dit onderkomen niet aan de orgels”.
Het alternatief was destijds opslag in een loods, en dank zij de inzet van gemeente / ‘t Speelhuis konden ze weer aan het publiek getoond worden.