Theater en beeldende kunst hebben meer met elkaar gemeen dan we vaak denken. In de expositie ‘Tentoonstelling in Talloze Aktes’, te zien in de Helmondse Cacaofabriek, zijn de grenzen tussen beide disciplines dicht naar elkaar toe geschoven. Het resultaat is een verrassend concept waarbij de vluchtigheid van het moment, maar ook de ordening een hoofdrol spelen.
door Anja van den Akker • Fotografie > Biek van Bree
Als je de stekker uit het stopcontact haalt, is er van Roos van Haaftens installatie niets meer over. Ogenschijnlijk achteloos neergelegd plaatmateriaal, een spiegel en wat glas hebben de plaats ingenomen van de spannende compositie die we zojuist op het scherm zagen geprojecteerd. Het licht als hoofdrolspeler is even uitgeschakeld.
Vergankelijkheid, vluchtigheid, kwetsbaarheid en illusie zijn belangrijke thema’s van vier kunstenaars in Tentoonstelling in Talloze Aktes in de Helmondse Cacaofabriek: Maurice Bogaert, Roos van Haaften, Peter de Kimpe en Jan Klatter. De term ’aktes’ refereert naar de theaterwereld en ook dat is een rode draad in deze expositie. Als je in het theater zit, kijk je naar wat er op het podium beweegt en gebeurt. Bij een tentoonstelling daarentegen loop je zelf in je eigen tempo langs alle objecten. In beide gevallen schuiven verbeelding, suggestie en werkelijkheid in je perceptie langs elkaar.
Ordening
In deze expositie zijn de grenzen tussen beeldende kunst en theater dichter naar elkaar toe geschoven. Soms overlappen ze elkaar of sluiten ze aan. Een andere keer juist weer niet. Los daarvan zien we de behoefte aan ordening of archiveren bij alle vier de kunstenaars terug.
Bij de stellages met miniatuurruimtes van Jan Klatter – je zou ze ‘kijkdozen’ kunnen noemen – is het alsof we middenin een film of theater zitten. Klatter voert ons mee naar prikkelende (fantasie)werelden, groots in hun kleinheid en precisie. Zijn gedetailleerde driedimensionale installaties hebben vaak een industrieel karakter. Zitten we in een oude liftschacht met ijzeren hekken, zoals je die soms nog in films ziet? Of is het een achterbuurt in New York? Een oude varkensstal? We stappen van de ene wereld naar de andere, waarbij je voelt dat de tijd hier zijn sporen heeft nagelaten. Ook in Klatters kleine videoprojecties speelt de vergankelijkheid en eindigheid een rol.
Die kortstondigheid van het moment is bij Roos van Haaften zeer sterk. Alles wat zij maakt, is gerelateerd aan de reflectie van licht op materialen die zij veelal als afval vindt en zeer precies ordent om het optimale effect te bereiken. Met haar installaties combineert en transformeert zij afval tot projecties op het doek. Vanaf een tribune kunnen we het schouwspel gadeslaan. Alsof we in het theater zitten, maar dan wel zonder geluid. Dat maakt de beleving heel individueel.
Knoop
Ook de andere kunstenaars werken vaak met gevonden materiaal waaraan zij een nieuwe betekenis geven. Een andere context, bedekken met bijvoorbeeld bladgoud, op een bepaalde manier ordenen of voorzien van minutieuze informatie over de vondst en de vindplaats.
Zo houdt Peter de Kimpe vindplaats en tijdstip van al zijn objecten nauwkeurig bij. Een gewone knoop zegt ons weinig, maar aangetroffen op Ground Zero krijg je er toch een ander gevoel bij. Ook al vond hij hem ruimschoots na 9/11.
De Kimpe weekt gevonden materialen los uit hun context waardoor de te verwachten beleving daarbij danig wordt opgeschud. Hij lijkt met zijn gedreven ordening een soort tegenpool te willen vormen voor alle vluchtigheid. De Kimpe gebruikt overigens niet zomaar alles. De objecten moeten aan enkele voorwaarden voldoen: ze zijn platgereden en ze passen in een standaard formaat ziploczakje.
Atlassen
Maurice Bogaert haakt aan bij het theatrale element: hij brengt de expositieruimte in kaart door middel van handgeschilderde atlassen die corresponderen met het coördinatiestartpunt in deze zaal. Omdat alles op ware grootte is, geeft het merendeel van zijn kaarten hetzelfde beeld: namelijk de grijze betonnen vloer. Ook bij hem zien we een sterke drang tot ordenen en archiveren. Bogaert zal er vermoedelijk tot aan het eind van de expositie mee bezig zijn. Zijn zwevende houten installatie met bureau en werkspullen onderstreept dit ‘work in progress’. Aan het eind van de tentoonstellingsperiode is de expositieruimte van de Cacaofabriek gearchiveerd in een kast vol handgeschilderde atlassen.
Bogaerts bouwsel zou een theaterdecor kunnen zijn. Net als de doeken van Peter de Kimpe waar je doorheen kunt lopen. Het lijnenspel van Bogaerts constructie vertoont weer overeenkomsten met dat in het werk van Klatter. Zo schuiven alle werken steeds weer in elkaar en vervagen soms de individuele grenzen van de kunstenaars, maar ze versterken elkaar ook.
Lampen
Glas en licht zijn essentiële elementen op deze expositie. Glas geeft een extra dimensie aan de objecten en in samenspel met licht zijn er oneindig veel mogelijkheden. Net zoals in het theater, dat wat betreft decors ook niet zonder licht kan. De expositie begint op de benedenverdieping in het volle daglicht, maar naarmate we hoger komen, wordt de ruimte donkerder en nemen lampen de realiteit over. Het resultaat is een ruimtelijke en tegelijk intieme beleving. Een reis door onze eigen fantasie.
Tentoonstelling in Talloze Aktes, van 5 juni tot en met 4 juli 2021 in de Cacaofabriek Helmond. Ingang Cacao Exporuimte aan de kanaalzijde.
Maurice Bogaert (1975) brengt architectuur, film, tekst en beeldende kunst samen in totaalervaringen, soms grote installaties, soms juist heel kleine modellen. Hij vertaalt de technieken van film, met belichting, montage en camerabeweging naar een fysieke ruimte.
Roos van Haaften (1983) maakt installaties met reflecties en schaduw waarbij zij gebruik maakt van spiegels, glas en gevonden objecten. De transformatie van tastbare objecten tot een schaduwbeeld fascineert haar.
Peter de Kimpe (1951) werkte als ontwerper/scenograaf voor theatergezelschappen in binnen- en buitenland. Ook ontwerpt hij tentoonstellingen voor onder meer het Van Goghmuseum, Groninger Museum en Neue Galerie in New York. In 2007 richtte hij de opleiding Scenografie op aan de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam en tot 2017 was hij daar artistiek leider.
Jan Klatter (1948) maakte ontwerpen voor diverse theatergezelschappen zoals Onafhankelijk Toneel, Stadstheater Stockholm en Toneelgroep Amsterdam. Hij doceerde aan de opleiding Scenografie van de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam. Als beeldend kunstenaar maakt hij onder meer sculpturale installaties gebaseerd op foto’s van ruimtes en objecten.
© Brabant Cultureel 2021