door Pieter Luykx
iam sol recidit
1.
je was gelukkig in je tuin, het was er helder
om je heen, volmaakt en in de struiken
weefde zich het eerste groen, zwerfkeien
stonden in een rij vlak bij het stille water
het riet boog heen en weer, die voorjaarsdag
je droom brak door, er kwam geen einde aan
zo licht, je schreef de mooiste zinnen op
om alles wat hier samenkwam, vredig in bloei
totdat de zon zijn kracht verloor, de schaduw
schoof steeds groter aan, de tuin werd stilte
maar heeft de galm van je woord bewaard
2.
geen haast, de voorjaarszon kreeg alle kans
het licht bestookte je van alle kanten, jij gaf
je over aan dat licht, verbeeldde er omheen
alleen ging jij en niemand voor een groet
wel af en toe het zingen van een vogel
jij volgde het water, want nergens anders
kon je beter zijn om alles stil te zetten
maar toen het avond werd, verdween de zon
en hoe je stem heel zacht werd en heel ver
weldra afwezig was in het vervagend licht
jij wist nog niet hoezeer jij ons ontbreken zou
Pieter Luykx (Ginneken 1935) woont in Breda, waar hij werkzaam was als docent pedagogiek. Van hem verschenen verschillende dichtbundels en hij publiceert in literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland, waaronder met enige regelmaat Brabant Cultureel.
Illustraties > Hans Lodewijkx
© Brabant Cultureel 2021