door JACE van de Ven
Ich möchte so gerne mal wissen
Warum sind die Berge so hoch?
Het schalt door mijn huiskamer. Het is niet Jules de Corte die ooit een Duitse versie van zijn bekende lied opgenomen heeft, maar een nummer van de cd van Rolf Janssen Nichts für Nebenher. Ik ontmoette Rolf onlangs op Facebook toen ik op een of ander bericht gereageerd had. ‘Jace, jij leeft dus nog. Fijn indirect weer wat van je te horen’, schreef hij via messenger. ‘Dat is volkomen wederzijds’ antwoordde ik. En twee digibeten raakten aan het chatten.
Ik ken Rolf Janssen van eind jaren zeventig toen hij in Tilburg woonde. Hij was toen midden twintig, afkomstig uit Oss, afgestudeerd aan de Academie voor Beeldende Vorming en nadrukkelijk aanwezig in het Midden-Brabantse culturele leven. Allereerst natuurlijk als lid van Fluitekruid, de volksmuziekgroep die in 1975 ontstond tijdens het jaarlijkse Lucasfeest op de Tilburgse kunstacademie en die in 1979 eenvoudigweg onder de naam Fluitekruid een live-elpee uitbracht die door liefhebbers van het genre nog steeds hoog gewaardeerd wordt. Fluitekruid bestond tot 1982, waarna Rolf Janssen en onder anderen het Schijndelse paar Ben en Geno Hartman nog een paar jaar speelden in de groep Doedelier.
Intussen had Rolf in het heemkundeblad Actum Tilliburgis tal van artikelen gepubliceerd over vergeten en teruggevonden liedjes. Dat resulteerde in 1984 in het boek We hebben gezongen en niks gehad. Muzikanten en liederen uit Midden-Brabant.
Rolf Janssen was ook de eerste die, samen met Jef van Kempen, opnieuw aandacht vroeg voor de Tilburgse dichter Antony Kok en diens vriendschap met Theo van Doesburg die tijdens de Eerste Wereldoorlog nabij Tilburg gelegerd was. Zij organiseerden culturele avonden waarvan je met enige welwillendheid zou kunnen zeggen dat die de kiem in zich droegen van de kunststroming die later De Stijl ging heten. In 1985 werkte Rolf mee aan een expositie over Kok in Schouwburg Tilburg.
Een jaar later issie opeens uit Tilburg verdwenen. Tijdens optredens met Fluitekruid en Doedelier had hij de Duitse groep Spielleut leren kennen en vanaf 1986 ging hij niet alleen met hen samenspelen, maar ook in Duitsland wonen. En ook daar heeft hij niet stilgezeten. Nichts für Nebenher – een moeilijk te vertalen titel; zou ‘Niet iets om er zomaar bij te doen’ de lading enigszins dekken? – is de drieëndertigste cd of elpee waaraan hij heeft meegewerkt of die hij helemaal zelf heeft geschreven en gezongen, zoals eerder cd’s met titels als Schäferstündchen of Spuren hinterlassen. Het zijn luisterliedjes met bijna honderd procent tekst en muziek van eigen hand, gespeeld met enkele begeleiders en met eigen zang in de stijl van Dimitri van Toren. Geen muziek voor een massapubliek. Hij is een man die de maatschappij op kritisch poëtische wijze beschouwt, soms ironisch, soms wat somber, soms confronterend. Ik zou er deze column niet aan gewijd hebben als het me niet zou raken.
Rolf Janssens stem is wat zwaarder dan in de tijd van Fluitekruid, je hoort iemand die veertig jaar verder is, zes kinderen bij drie verschillende vrouwen heeft, sinds 2017 alleen woont, maar met wel een vriendin in hetzelfde dorp. Een gepassioneerde man die om zich heen kijkt en zich weet uit te drukken, iemand die zijn omgeving op zich laat inwerken en dat met de luisteraar wil delen: ‘Schritt um Schritt fält neues Licht auf den Tag von Morgen’.
Na twintig jaar op de Schwäbische Alp woont Rolf Janssen alweer vijftien jaar in een dorpje dichtbij Berlijn in Brandenburg. Het landschap en de mensen daar herinneren hem aan Brabant en hij weet ook te vertellen dat in oude tijden mensen van hier naar daar geëmigreerd zijn. Het voelt als thuis. Daar maakt hij zijn liedjes en is hij actief voor het kerkkoor en begeleidt hij de zanggroep Volkssolidarität. Hij geeft er muziekles: ‘Omdat ik wil dat mensen doorgaan met de muziek van hun streek.’ Is het een wonder dat hij hier ereburger is? ‘Dit dorp leeft, zoals ik dat vroeger vanuit Nederland als ideaal meende te zien in de DDR. De geschiedenis heeft geleerd dat er heel wat mankeerde aan de DDR. Maar de sociale erfenis doet me nog steeds hopen op een goede toekomst.’
Je zou het bijna vergeten, maar van professie is Rolf Janssen beeldend kunstenaar. Hij is in die discipline ook altijd doorgegaan. In Nederland als tekenleraar op een Udens college, in Duitsland op de Vrije School en als kunsttherapeut in een bejaardenhuis en momenteel nog als privéleraar. Ik zeg dat er op de site cubra.nl een kop van Guido Gezelle van hem staat. Hij bevestigt. ‘Die heb ik jaren geleden op verzoek van Jef van Kempen gemaakt. Het is een lino die in een kleine oplage gemaakt wss voor de leden van het Guido Gezelle Genootschap. Op Cubra staan ook verschillende lino’s van me die ik maakte bij liedjes die Ben Hartman daar publiceerde.’
En dan zijn we toch weer terug bij de volksmuziek. Rolf is altijd blijven spelen in tal van volksmuziekgroepen – hij bezit een honderdtal instrumenten als fluiten, doedelzakken en gitaren die hij ook allemaal kan bespelen. De optredens die hij heeft gedaan alleen en met andere musici zijn niet te tellen. Hij noemt een blokfluitsextet, een cross-over-groep die speelde op vernissages en culturele bijeenkomsten. Zij improviseerden op aan hen opgegeven trefwoorden. Volgt nog een stortvloed aan namen van andere groepen en cd’s waarvan ik alleen Klang und Blau en het woord ‘compovisationen’ noteer. Ik wil vragen wat dat zijn, maar de samenstelling lijkt me wel duidelijk.
Meteen vanaf zijn aankomst in Duitsland in 1986 begon Rolf Janssen liedjes en gedichten in het Duits te schrijven en dat hij daarin een heel end gekomen is, bewijst het winnen van de poëziewedstrijd van de Bibliothek Deutschsprachiger Gedichte in 2006. Zijn inzending heette
Wassermund
federfähre gleite leise
hinüber zu dem Hungerohr
trage Funken zu dem Eis
das wortlos nur noch Krebs
und stummes Stammeln in sich trägt
erlöse dieses Stillestehen
lass sounden diesen Bauch
lass Wasserworte fließend
rieselnd von der Zunge gehen
Het is poëzie die moeilijk te vertalen is, omdat hij qua taal zo dichtbij lijkt. Een voorzichtige poging levert de volgende strofen op. Lees ze meerdere keren en ze worden steeds sprekender:
verenveerboot glij geruisloos
naar het hongeroor
draag vonken naar het ijs
dat sprakeloos slechts kanker
en stom gestamel in zich draagt
los dit stilstaan op
laat luiden deze buik
laat waterwoorden vloeiend
sijpelend over de tong gaan
Rolf Janssen bezit geen computer, maar heeft wel een telefoon. Wie contact met hem wil opnemen, bijvoorbeeld uit interesse voor zijn cd’s, kan hem het best opzoeken op Facebook en dan via messenger een bericht sturen. Zijn cd’s kosten € 22,00 per stuk, inclusief verzendkosten.
© Brabant Cultureel 2021