door Lauran Toorians
Op 26 januari 2021 verscheen het rapport Rebuilding Europe waarin EY (voorheen Ernst & Young) de economische situatie van de ‘Culturele en Creatieve Industrieën’ (CCIs) voor, tijdens en na de coronacrisis analyseert. Dat gebeurde in opdracht van The European Grouping of Societies of Authors and Composers (GESAC), een koepelorganisatie waarin voor Nederland de BUMA participeert. EY keek voor dit rapport Europabreed, maar Nederland blijkt aardig gemiddeld en de resultaten zullen hier waarschijnlijk dan ook gemiddeld zijn. En dat gemiddelde stemt niet meteen positief. De CCIs staan in de top drie van omzetverlies op een gedeelde eerste (of tweede) plaats met het luchtverkeer. Beide sectoren leverden ten opzichte van 2019 (gemiddeld) eenendertig procent aan omzet in. Toerisme komt derde met zevenentwintig procent. Hier zit natuurlijk ook een samenhang in, want toeristen – of meer algemeen: reizigers – vormen een belangrijk aandeel in het aantal ‘cultuurconsumenten’.
Culturele en creatieve sector in de coronacrisis net zo hard geraakt als de luchtvaart
Nog wat cijfers: de culturele en creatieve sector in Europa kende de laatste jaren een omzetgroei van twee procent per jaar en in 2019 bedroeg de totale omzet 643 miljard euro. In 2020 was dat nog maar 444 miljard. Deze terugval zal zeker nog enkele jaren nawerken. Het gaat in de EU om 7,6 miljoen mensen die – in het rapport van EY – voor het grootste deel werkzaam zijn in de beeldende kunsten en in de muziekindustrie. Van hen zijn de acteurs en de musici het hardst getroffen. De enige uitzondering was de game-industrie waar de omzet in 2020 met negen procent steeg. Het omzetverlies van de totale Eurpese economie bedroeg vorig jaar 9,4 procent.
Oversterfte
Een ander getal kwam 15 januari van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) dat voor 2020 een oversterfte meldde van 15.000. Een kil cijfer dat de sociaal darwinisten van ondernemend Nederland denken te kunnen wegredeneren met de idee dat het helemaal niet zo erg is als de zwaksten eerst gaan. Dor hout, zou het zijn en dat klinkt nog net iets vriendelijker dan ‘onkruid wieden’. Maar net als ‘viruswaarheid’ is dit Orwelliaanse Newspeak en daarmee gevaarlijke onzin. En voor wie meent dat vijftienduizend doden wel meevalt, is het goed te bedenken dat dit bij benadering het inwonertal is van een plaats als Rijen of Sint-Oedenrode. Ondernemend Nederland zou hierbij kunnen denken aan klanten die er zonder het coronavirus nog steeds zouden zijn.
En voor wie meent dat vijftienduizend doden wel meevalt, dat is bij benadering het inwonertal van een plaats als Rijen of Sint-Oedenrode
Maar het gaat niet uitsluitend om overledenen. Niet alleen zijn er veel en veel meer zieken en mensen die ziek zijn geweest en daar lang niet altijd ongeschonden doorheen zijn gekomen. Een overlijden treft niet alleen de ene persoon die in de statistiek van het CBS terechtkomt. Hoeveel mensen staan daar omheen die iemand verliezen? Een geliefde, een naaste, een vriend, een kennis, een collega of medelid van de vereniging, een buurtgenoot.
Ik heb dat niet nagevraagd bij het CBS, maar stel dat dit gemiddeld tweehonderd mensen zijn. Dan hebben in 2020 drie miljoen mensen een verlies ervaren dat is veroorzaakt door Covid-19. Misschien ben ik te voorzichtig en zijn het er driehonderd, dan komen we op 4,5 miljoen en als we het op een bescheiden honderdvijftig houden, zijn het er ook nog 2,25 miljoen.. Op een totaal van een kleine 17,5 miljoen inwoners zijn dat aanzienlijke aantallen. Nog weer even in perspectief: één op de vier tot één op de zes Nederlanders zag iemand uit zijn omgeving wegvallen door corona.
Met dergelijke cijfers is goed te begrijpen waarom er zoveel begrip is voor de overheidsmaatregelen. We zijn immers allemaal getroffen en we willen dat er een einde aan deze pandemie komt. Dat de maatregelen tot frustratie en ergernis leiden, is ook begrijpelijk. Die maatregelen voelen niet alleen als een inbreuk op onze vrijheid, dat zijn ze ook. Maar ze zijn noodzakelijk en het is van belang te beseffen dat hiervoor geen schuldige valt aan te wijzen. Hiervoor mopperen op de overheid is als klagen over het weerbericht dat slecht weer voorspelt. Niet de maatregelen zijn ons probleem, Covid-19 is het probleem. Wie het in zijn of haar omgeving niet ziet gebeuren, heeft dus ontzettend veel geluk, of … in de ogen.
Mopperen op de overheid is als klagen over het weerbericht dat slecht weer voorspelt
Wat ik niet begrijp is dat ondernemers in de horeca, de reisbranche en de detailhandel klagen hoe zij worden ‘gepakt’ door de maatregelen en het misverstand koesteren dat niet het virus, maar de overheid hun ‘vijand’ is. Dat is kortzichtig en dom en in de manier waarin het wordt geuit ook bijzonder asociaal. En nu het tot rellen komt ook gevaarlijk. Er bestaat zoiets als ondernemersrisico (dat ondernemers blijkbaar niet willen lopen) en de overheid springt hard bij om de samenleving overeind te houden. Dat er wordt geleden, is duidelijk, maar even duidelijk is dat bij degenen die het hardst klagen het eigenbelang voorop staat. Misschien heet ook dat ondernemersgeest. Ik noem het kortzichtig egoïsme.
Waar dit egoïsme lijkt te ontbreken of in elk geval veel minder wordt uitgesproken, is juist in de cultuursector die dus het hardst getroffen blijkt. Musici, dansers, acteurs en in wat mindere mate museumdirecteuren klagen niet het hardst over de inkomsten die zij mislopen – inkomsten die vaak toch al niet overhouden – maar vooral over het publiek dat zij missen, over de interactie met luisteraars en toeschouwers.
In de cultuursector maakt men zich vooral zorgen om het publiek en het gemis aan interactie
Natuurlijk kan ook hier het woord ondernemersrisico worden ingezet, maar het is een misvatting dat makers en aanbieders van cultuur (de CCIs uit het rapprt van EY) ondernemers zijn zoals snackbaruitbaters, vakantiereizenverkopers of handelaren in huishoudelijke artikelen. Cultuurmakers en uitvoerende kunstenaars zijn geen ondernemers in dezelfde betekenis van dat woord. Dat ze dat wel zijn is een misvatting die de overheid – niet alleen de onze – al enkele decennia huldigt en die nu bij veel mensen tussen de oren zit. Niet, zo blijkt nu, bij de meeste cultuurmakers. Dat de coronamaatregelen ook hen treffen is vanzelfsprekend. Het virus maakt immers geen onderscheid. Maar zij klagen niet uit eigenbelang, maar uit het belang van de cultuur voor henzelf en voor de samenleving in zijn geheel. Zij missen het publiek dat hun bestaansgrond vormt.
Laten we even generaliseren: In de cultuursector willen we kunst en cultuur maken en een publiek daarvan laten genieten. Daar wordt voor betaald en daar proberen we mee rond te komen. Middenstanders willen geld verdienen en daar zelf ‘beter’ van worden. Conclusie: cultuur is geen handelswaar. Begrijp dat nu toch eens.
CBS: Bijna vierduizend mensen overleden in eerste week van 2021
© Brabant Cultureel 2021