door Moeckbert
men wilde worst!
kon de mensheid nog voorkomen dat men nimmer worst at /
of dat men eetbaar spul als elastieken uit elkaar trok
neen, want als men echt aan eten denkt / doet niemand vreemde zaken
men loopt niet krom en ruikt niet raar;
men zou denkbeeldig holle gaten in de grond kunnen gaan graven / om in te kakken
zou een buurman vragen / niet voor de gemiste beenderen zou
de onhond zeggen
en ook niet voor niks / zou de politie van niksigheid vermoeden
– EN ZO WAS ER EVEN NIKSIGHEID GEWENST –
ontstaan op een doordeweekse zonderdag
men bladerde een bladzijde om en rook [smartelijk] de geuren uit de hema
vanachter glas ontstaan / met touwtjes aan het einde
het was alsof de tijd vervloog en in mijn handen kwam
en smeltend schuim oneerbiedig uit mijn mondhoek droop
de hema is nu dicht / de mensheid is op slot
och waren er nog maar worsten
van toen ik ’t tellen nog begreep
dat het achterwaarts kon of met de ogen dicht
lieve moeder, moeder der allerliefste mama’s
kun jij geen worstje voor me maken / geserveerd op een heel dun
klein servetje / al ging het maar om de geurlijke niksigheid en de smeuïge
lucht van ons reukvermogen / om een oprisping uit een voorbij verleden
op te speuren
opdat ooit de goede rookworst weer verschijnen zal
Wie is Moeckbert? Ja wie is hij niet? Veel helaas nog niet, en in ieder geval niet iemand die zichzelf zomaar prijsgeeft. Maar zoals dat soms met bepaalde dingen gaat, kan het tij zich spontaan keren. Aan het einde van het vorige millennium geboren in een redelijk goedige omstandigheid onder de rook van Tilburg.
Binnenkort meer poëzie van Moeckbert
© Brabant Cultureel 2021