Provinciale Staten van Noord-Brabant hield vandaag 11 december 2020 een digitaal rondetafelgesprek waarbij de culturele sector mocht aanschuiven. Met als belangrijkste onderwerp de impact van de coronacrisis op kunst en cultuur. De zorgen zijn erg groot. Zoals een van deelnemers het verwoordde: ‘We houden ons hart vast voor de toekomst.’
door Emmanuel Naaijkens
Dat covid-19 de culturele sector in het hart raakt, is al langer duidelijk. Maar nu het er naar uitziet dat het nog wel even duurt voordat de samenleving weer in haar gewone doen is, nemen de zorgen verder toe. Provinciale Staten had vandaag een (digitale) rondetafelgesprek geagendeerd om vertegenwoordigers van de sector in de gelegenheid te stellen hun verhaal te doen. Het beeld dat daaruit naar voren kwam is in één woord samen te vatten: somber, zeer somber. Hoe gehavend de sector uit de crisis komt, is nog niet te zeggen, maar dat de schade groot is staat voor alle insprekers vast.
Impulsgelden
Natuurlijk maakten de vertegenwoordigers van de sector ook van de gelegenheid gebruik om kritiek te uiten op de halvering van het budget voor Impulsgelden. Van 2,4 miljoen euro per jaar, naar 1,1 miljoen euro. Nieuws dat gisteren door gedeputeerde Wil van Pinxteren in een persbericht naar buiten werd gebracht.
Theo Andriessen van BredaPhoto vindt het onbegrijpelijk om zo’n besluit te nemen in een tijd “dat de cultuursector gigantisch geraakt wordt door de coronacrisis”. Hij wees erop dat vanuit de Raad voor Cultuur aan de overheid de oproep is gedaan om wat het beleid betreft pas op de plaats te maken. “En de provincie doet het slechtste wat je nu kunt doen. De sector helemaal opschudden én bezuinigen.”
Andriessen kreeg bijval van zijn collega’s zoals Marc Eysink Smeets (Festival Circolo, de Kunst van Brabant) die het ‘een gotspe’ noemde dat de gedeputeerde de bezuiniging op de Impulsgelden presenteert als een versterking van de cultuur in Brabant. “De provincie moet nu vooral perspectief en zekerheid bieden, dus handhaaf het budget voor de Impulsgelden.” Frans van Dooremalen van het fonds Brabant C signaleerde, net als zijn collega’s, een afbrokkeling van het cultuursysteem.
Impact
Toch is de mate waarin de cultuur lijdt onder de coronacrisis niet voor iedere betrokken instelling gelijk. Directeur Charles de Mooij van Het Noordbrabants Museum zei bijvoorbeeld dat de impact groot is, maar dat het museum zich tot nu toe staande kan houden omdat subsidies vastliggen, er steunmaatregelen van de overheid zijn en de kosten zijn verlaagd. Maar dit jaar zal het museum in ’s-Hertogenbosch naar verwachting 90.000 bezoekers tellen, terwijl dat in gewone jaren ligt tussen de 200.000 en 250.000 bezoekers. “We hebben nog wel geld over, maar 2021 wordt hoe dan ook een heel moeilijk jaar.”
Voor de poppodia en de popfestivals ziet het er dramatisch uit, aldus Frens Frijns, directeur van popzaal 013 en hiphopfestival Woo Hah! Het zou zomaar kunnen gebeuren dat ook komend jaar festivals niet kunnen doorgaan en dat betekent de doodsteek voor die festivals. Frijns vindt dat de provincie zich onvoldoende bekommert om het voortbestaan van de popevenementen, die ook uit toeristisch oogpunt voor Brabant belangrijk zijn. 013 en Woo Hah! trekken jaarlijks zo’n 400.000 popliefhebbers uit binnen- en buitenland. De popzaal heeft vanwege de coronacrisis al tientallen medewerkers moeten ontslaan. Frijns: “We houden ons hart vast voor de toekomst.”
Vangnet
Jan-Hein Sloesen, directeur van theater De Kring in Roosendaal en bestuurslid van ZeeBraLim (belangenorganisatie van theaters in het zuiden) had ook weinig opwekkend nieuws. Een groot aantal kleine en middelgrote theaters staat het water aan de lippen.
Heleen Volman van dansgezelschap Corpo Máquina vroeg aandacht voor makers die door het wegvallen van opdrachten een beroep moeten doen op sociale vangnetten. Ze pleitte er voor om deze makers financieel in staat te stellen hun werk zo goed mogelijk te blijven doen, want dat is beter dan gedwongen niets doen.
De coronacrisis heeft ook aan het licht gebracht dat veel culturele instellingen financieel erg kwetsbaar zijn omdat zij niet of nauwelijks reserves hebben om onvoorziene tegenvallers op te vangen. Dat de reserves zo klein zijn, komt door de subsidieregels die de opbouw van reserves slechts beperkt toestaan. De oproep aan de provincie is dan ook om die regels te verruimen.
Wat de gevolgen precies zijn voor de cultuursector is overigens nog niet helemaal duidelijk. Er is nu vooral ‘anekdotisch bewijs’ zei Teun van Irsel van KunstLoc Brabant. Op dit moment wordt onderzoek gedaan om meer gegevens boven water te krijgen. Naar verwachting zijn in februari de resultaten bekend.
Provinciale Staten vergaderen op ander moment over het cultuurbeleid. De opmerkingen van de insprekers worden daarin al dan niet meegenomen.
Lees ook op Brabant Cultureel
Cultuurwereld Noord-Brabant in rep en roer: halvering subsidieregeling provincie
© Brabant Cultureel 2020